persbericht Campagne tegen Wapenhandel, 3 februari 2014
Grote exportorders uit Qatar, Algerije, Turkmenistan en Indonesië
De Nederlandse wapenhandel is terug van nooit weggeweest. Hoewel 2012 een relatief mager jaar was, is duidelijk dat voor 2013 de uitvoer van wapens gestegen is.
In zowel 2012 als 2013 heeft Nederland grote vergunningen afgegeven voor militaire exporten naar Indonesië, Algerije, Qatar en Oman. Dictaturen als Saoedi-Arabië en Turkmenistan mogen van het huidige kabinet ook gerust bewapend worden. Bestond aanvankelijk de indruk dat de regering in reactie op de Arabische lente dergelijke wapenhandel aan banden zou leggen, drie jaar nadien lijkt alles ‘business as usual’.
Dat schrijft de Campagne tegen Wapenhandel in de vandaag gepubliceerde ‘Analyse Nederlandse wapenexport 2012’. Om de omvang en bestemmingen van de Nederlandse wapenhandel zichtbaarder te maken lanceert de Campagne vandaag eveneens een interactieve wereldkaart die wapenexporten van de afgelopen tien jaar uitlicht.
Op het gebied van de doorvoer van wapens blijven vraagtekens staan bij vrachten wapens en munitie naar bijvoorbeeld Jordanië, Koeweit, Madagaskar, Mexico en Oman. Verder gaan tienduizenden vuurwapens en tientallen miljoenen stuks munitie via de Rotterdamse haven naar de VS.
Ten aanzien van de export van militair gevoelige ‘dual use’ goederen zijn Zuid-Korea en India de grootste afnemers van nachtzichtapparatuur voor hun krijgsmachten. Bijzonder opmerkelijk is een vergunning voor informatiebeveiligingsapparatuur en software met bestemming Syrië– onduidelijk is waar die voor dient.
Komende woensdag debatteert de Tweede Kamer over het wapenexportbeleid. De Campagne tegen Wapenhandel vindt het de hoogste tijd om de wapenhandel met niet-democratische regimes aan banden te leggen. Voor de democratische oppositie in dergelijke landen is versterking van het militaire apparaat een klap in het gezicht.
