[ProcesNieuws 111, voorjaar 2017] – Sinds maart 2015 woedt in Jemen een verwoestende burgeroorlog tussen om de macht strijdende Houthi-rebellen en het verdreven regime van president Hadi. Deze gaat vergezeld van een interventie van naburige landen, onder leiding van Saoedi-Arabië, ter ondersteuning van Hadi. De oorlog staat qua internationale belangstelling meestal in de schaduw van die andere afschuwelijke oorlog in het Midden-Oosten, de oorlog in Syrië, waar westerse landen rechtstreeks in het conflict betrokken zijn. Door voortdurende wapenleveringen, met name aan Saoedi-Arabië, speelt het westen echter evenzogoed een uiterst kwalijke rol in Jemen.
Anti-wapenhandelgroepen dringen al lang aan op een embargo tegen alle strijdende partijen in de oorlog, waarbij in diverse landen ook de juridische weg bewandeld wordt.
Situatie in Jemen
Volgens een telling van de Verenigde Naties zijn er tot en met januari dit jaar ruim 16000 mensen omgekomen in de oorlog in Jemen, waarvan veruit het grootste deel (10000 mensen) burgerslachtoffers zijn. Diverse malen waren ziekenhuizen en andere duidelijk civiele objecten doelwitten van bombardementen en beschietingen. Alle strijdende partijen maken zich volgens de Verenigde Naties, Amnesty International en Human Rights Watch schuldig aan het plegen van oorlogsmisdaden.
Daarnaast is er sprake van een desastreuze humanitaire situatie, mede door een zeeblokkade van coalitielanden, die niet alleen wapens maar vaak ook eerste levensbehoeften en hulpgoederen tegenhouden. Begin februari waarschuwden de VN dat er een hongersnood dreigde voor 12 miljoen mensen ten gevolge van de snel verslechterende situatie.
De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zijn belangrijke steunpilaren van de coalitie, die geleid wordt door Saoedi-Arabië en verder bestaat uit Bahrein, Egypte, Jordanië, Koeweit, Marokko, Qatar, Senegal, Soedan en de Verenigde Arabische Emiraten. Frankrijk biedt logistieke steun. De VS voeren ook nog eigen bombardementen uit op vermeende Al-Qaeda doelwitten in Jemen. Een praktijk die verhevigd lijkt onder de nieuwe president Trump.
De Houthi-rebellen krijgen met name steun van Iran, en zo speelt de oorlog ook een rol in de regionale machtsstrijd tussen Iran en Saoedi-Arabië.
Wapens voor de oorlog
Tegen één van de strijdende partijen, de Houthi-rebellen en aanhangers van oud-president Saleh, geldt een internationaal wapenembargo. Iran steunt hen desondanks met wapens, en ook Rusland wordt hier soms van beschuldigd.
Naar de coalitielanden blijven daarentegen vanuit vele landen grote hoeveelheden wapens leveren. Saoedi-Arabië was in 2016, net als in het jaar daarvoor, de grootste importeur van wapens ter wereld. Ook Egypte, Qatar en VAE zijn in de hoogste regionen van de lijst van wapenkopende landen te vinden. Tijdens de grote wapenbeurs IDEX in Abu Dhabi, eind februari, sloten de strijdkrachten van de VAE in enkele dagen negentig nieuwe contracten voor wapenaankopen, met een totale waarde van bijna 5 miljard dollar, af.
Belangrijkste wapenexporteurs naar Saoedi-Arabië (2015-2016)
Exporterend land – Waarde wapenexport (2015-2016)*
Verenigde Staten – 3,68 miljard dollar
Verenigd Koninkrijk – 1,59 miljard dollar
Frankrijk – 218 miljoen dollar
Spanje – 196 miljoen dollar
Zwitserland – 186 miljoen dollar
Italië – 154 miljoen dollar
Canada – 115 miljoen dollar
Bron: SIPRI, Arms Transfers Database – waarde zijn trend indicatie waarden bij vaste prijzen (niveau 1990)
In het verleden door Nederland geleverde wapens aan met name Saoedi-Arabië en de VAE zijn vrijwel zeker ingezet in de oorlog in Jemen. Tot die conclusie kwam Stop Wapenhandel na eigen onderzoek eind 2015 al, dit werd later bevestigd door de regering. Het gaat daarbij om houwitsers, tank-communicatiesystemen, gevechtsvliegtuigen en marine-doelzoek- en vuurleidingsystemen.
Inmiddels voert Nederland al weer enige tijd een terughoudender wapenexportbeleid ten aanzien van de landen die deel uitmaken van de coalitie. Van een compleet embargo is echter geen sprake, en er blijft op z’n minst twijfelachtige uit- en doorvoer van wapens plaats vinden. Zo werden begin vorig jaar 95 miljoen stuks munitie uit Tsjechië via Rotterdam naar Saoedi-Arabië verscheept. We moeten de ministers Koenders (Buitenlandse Zaken) en Ploumen (Buitenlandse Handel) nageven dat zij zich wel actiever opstellen dan veel van hun voorgangers. Nadat deze munitiezending in een Kamerdebat gehekeld werd, is inmiddels ook een kritischer toetsing op doorvoer naar coalitielanden van toepassing.
Desondanks blijven er wapens naar deze staten gaan. In oktober en november vorig jaar, de laatste maanden waarover gegevens zijn gepubliceerd, werden nog grote wapenexportvergunningen voor de VAE afgegeven: voor patrouilleschepen van Damen (70 miljoen euro) en radar en C3-systemen van Thales (20,5 miljoen euro). Voor Qatar ging het om delen voor Fennek pantservoertuigen (via Duitsland, 24 miljoen euro) en, wederom van Thales, delen voor radar en C3-systemen (31,5 miljoen euro).
Juridische actie
In diverse Europese landen zijn anti-wapenhandel-, vredes- en mensenrechtengroepen in actie gekomen tegen wapenleveringen aan partijen die betrokken zijn bij de oorlog in Jemen. Eén van de middelen die in enkele landen wordt ingezet is het bewandelen van de juridische weg.
In Nederland voerde Stop Wapenhandel een campagne tegen wapenexporten naar het Midden-Oosten, onder meer vanwege de oorlog in Jemen. Zoals gesteld is het exportbeleid inmiddels aangepast, zij het niet sluitend. Zo werd wel een vergunning afgegeven voor de levering van radar- en communicatieapparatuur aan Egypte. De apparatuur wordt ingebouwd in vier door Frankrijk te leveren korvetten voor de Egyptische marine. Deze marine is door het deelnemen aan de zeeblokkade betrokken bij de oorlog in Jemen en de bijbehorende humanitaire ramp.
Zodra zij van het afgeven van deze vergunning op de hoogte waren, in oktober 2015, spanden het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM), PAX en Stop Wapenhandel een procedure hiertegen aan. De rechtbank in Haarlem kwam tot het onverkwikkelijke besluit dat de belangenorganisaties een vergunning niet mogen aanvechten, omdat zij volgens de Douanewet van de EU niet ‘rechtstreeks en individueel geraakt worden’ door de levering. Volgens de rechtbank heeft de regering bij de invoering van de EU-regels in 2014 de Nederlandse wet buiten werking gesteld. Waar voorheen belangenorganisaties wel toegang tot het recht hadden, kunnen nu alleen wapenbedrijven zelf een vergunning aanvechten.
Op 30 januari 2017, besliste het Gerechtshof Amsterdam in hoger beroep dat de procedure geen zin meer heeft. De vergunning voor de wapenexport was één jaar geldig en die termijn is inmiddels verlopen. Er loopt nu nog een zaak tegen de verlengde vergunning, want niet alles is binnen de geldigheidstermijn van één jaar geleverd.
De Campaign Against Arms Trade (CAAT) in het Verenigd Koninkrijk zet alles op alles voor een wapenembargo tegen Saoedi-Arabië. Naast politieke lobby en talloze acties en publicaties zet men ook hier juridische middelen in. In juni vorig jaar werd er groen licht gegeven voor het behandelen van de zaak die CAAT heeft ingediend over de illegaliteit van leveringen van militaire goederen aan Saoedi-Arabië. In februari werd een driedaagse, deels besloten, hoorzitting gehouden in het kader van een zogenaamde ‘Judicial Review’, een procedure waarin rechters de legaliteit van overheidsbeslissingen en/of -daden beoordelen. Een uitspraak werd op z’n vroegst half maart verwacht.
De regering trekt zich van alle kritiek intussen niets aan. Minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson is, net als voormalig premier David Cameron, een fanatiek voorstander van het blijven leveren van wapens aan Saoedi-Arabië.
In Italië dringen vredes- en mensenrechtenactivisten aan op strafrechtelijk optreden tegen RWM Italia, een dochterbedrijf van het Duitse Rheinmetall, wegens wapenleveringen aan Saoedi-Arabië. In samenwerking met journalisten en enkele Kamerleden werd bewijs voor het gebruik van deze wapens in de oorlog in Jemen overhandigd aan justitie.
Op EU-niveau zette het Europees Netwerk tegen Wapenhandel, waar onder meer Stop Wapenhandel en CAAT bij zijn aangesloten, in op een wapenembargo tegen Saoedi-Arabië. Het Europees Parlement nam een motie daartoe aan, vooral een belangrijk politiek signaal. De instanties die erover gaan, de Raad van Ministers en/of individuele lidstaten, gaven hieraan echter geen vervolg. Alleen Zweden levert al enige tijd geen wapens meer aan Saoedi-Arabië. Andere landen, zoals Duitsland en België, zwalken in hun beleid, waarbij aankondigingen van een kritischer toetsing gevolgd werden door het klakkeloos blijven afgeven van wapenexportvergunningen.
De VS zijn de grootste leverancier van wapens voor Saoedi-Arabië. Waar de op dit vlak bepaald niet terughoudende regering-Obama eind vorig jaar, wegens de oorlog in Jemen, een deel van geplande wapenverkopen aan het land stilzette, lijkt de regering-Trump deze weer te gaan hervatten.
Canada, ook een belangrijke wapenleverancier voor Saoedi-Arabië, voert onder premier Trudeau een strikter wapenexportbeleid. Een al afgesloten megadeal voor de levering van pantservoertuigen mocht echter gewoon doorgaan. Een deel van deze voertuigen werd via Nederland verscheept.
Westerse wapens spelen een belangrijke rol in het gaande houden van de oorlog en humanitaire ramp in Jemen. Het is zaak daartegen in actie te blijven komen. Hoewel er geen wapenembargo in zicht is, worden kleine stapjes de goede kant opgezet. Dat zou zonder constante druk van mensenrechten- en vredesactivisten nooit gebeurd zijn.
Mark Akkerman