Opinieartikel Volkskrant 17/01/2017 Door Wendela de Vries coördinator bij actiegroep Stop Wapenhandel May-May Meijer voorzitter van PeaceSOS
Het stimuleren van de militaire industrie als doel op zichzelf past niet bij de oprichtingsidealen van de EU.
Op donderdag 19 januari bespreken de stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV), het ministerie van Defensie en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland een nieuw Europees defensie-onderzoeksprogramma: Preparatory Action for Defence Research. Het maakt deel uit van het Europese Defensie Actieplan, dat een onderzoeks- en een capaciteitscomponent heeft.
De Europese Unie gaat hiermee voor het eerst in haar bestaan rechtstreeks wapenonderzoek subsidiëren. Voor de onderzoekscomponent is voor de periode 2017-2019 een bedrag vrijgemaakt uit het EU-budget van 90 miljoen euro – ten koste van andere begrotingsposten – dat in de jaren daarna kan oplopen tot 3,5 miljard euro in de periode 2021-2027.
Ook wil de Commissie dat lidstaten geld vrijmaken op hun begroting ten behoeve van het capaciteitsdeel van het Europese Defensie Actieplan, met een streefbedrag van 5 miljard euro per jaar. Hiermee worden gezamenlijke militaire aankopen gedaan.
Het spill-over-effect van de militaire industrie kan worden betwijfeld
Hier willen wij enkele haken en ogen aan het Europese Defensie Actieplan aanstippen. Ten eerste vinden wij het choquerend dat in de factsheet van de EU wordt benadrukt dat de militaire industrie een positief spill-over- effect heeft op de Europese economie. Wij vinden dat het stimuleren van de militaire industrie als doel op zichzelf niet past bij de oprichtingsidealen van de EU. De EU is kort na de Tweede Wereldoorlog opgericht, met name om nationalisme uit te bannen en te zorgen voor een blijvende vrede.
Daarbij kan het spill-over-effect van de militaire industrie worden betwijfeld. Dunne en Braddon van de School of Economics zeggen dat de empirische analyses van de economische effecten van defensie-uitgaven erop wijzen dat er in het beste geval geen impact is op economische groei en in het slechtste geval een negatieve impact. Daarbij vinden wij dat te allen tijde het menselijk leed dat de inzet van wapens met zich meebrengt, voor ogen gehouden moet worden. Ook zijn wij van mening dat de economische meerwaarde van vrede te weinig wordt gewaardeerd.
De economische meerwaarde van vrede wordt te weinig gewaardeerd
Ten tweede hebben wij er grote moeite mee dat deel van het plan is dat lidstaten hun bijdrage aan het Defensie Capaciteitsfonds niet hoeven mee te tellen bij hun begrotingstekort en/of staatsschuld. Dat betekent dat lidstaten met schuldproblemen in de toekomst geen extra geld mogen uitgeven aan pensioenen en armoedebestrijding, maar wel aan wapens.
Ten derde wil de Europese Commissie de subsidiemogelijkheden voor de defensiesector uitbreiden. Zo wil de Europese Commissie de criteria van de Europese Investeringsbank versoepelen. Op dit moment zijn munitie, wapens en militaire en politie-uitrusting of infrastructuur nadrukkelijk uitgesloten van financiering.
Daarnaast wil de Europese Commissie Erasmusplus-subsidies, die bedoeld zijn voor jongeren- en educatieprojecten, ook voor pilotprojecten van de defensie-industrie toegankelijk maken. Wij vinden dat die subsidies daar niet voor bedoeld zijn. Daarbij lijkt het alsof men vergeten is dat de Nederlandse naamgever, Desiderius Erasmus, een afschuw had van oorlog en naastenliefde predikte.
Voorts wordt vanuit hetzelfde adagium ‘wapenhandel is goed voor innovatie en werkgelegenheid’ de exportcontrole op wapenhandel door Europese Commissievoorstellen uitgehold. Tot voor kort werd wapenexport uitgezonderd van de vrije Europese binnenmarkt waardoor lidstaten hun wapenexport middels vergunningen konden controleren. De interne markt is inmiddels vrijgegeven en de mogelijkheden voor wapenexportvergunningen zijn verruimd. Voor nationale parlementen wordt daarmee de mogelijkheid beperkt om het wapenexportbeleid te controleren en zo nodig te corrigeren.
Kortom, wij maken ons ernstige zorgen om het Europese Defensie Actieplan en de daarmee gepaard gaande ontwikkelingen. Daarbij willen wij benadrukken dat er meer aandacht moet komen en geïnvesteerd moet worden in geweldloze manieren van vredesopbouw en vredeshandhaving.
..