Dood op krediet

VD AMOK – nr. 3, 2003

Klanten voor wapens worden gelokt met aanbiedingen en financieringspakketten. In Nederland bestaat dat pakket onder andere uit de exportkredietverzekering van de staat. Dat betekent dat de overheid de risico’s overneemt van de wapenfabrikanten mocht de klant niet betalen. Niet de producenten maar de belastingbetalers dekken dan de bedrijfsrisico’s. Door het bestaan van de exportkredietverzekering kunnen landen die niet gelijk kunnen of willen betalen toch wapens kopen.

Uiteindelijk – na het aflopen van de krediettermijn – moeten ze wel betalen, waardoor de staatschuld toeneemt. Sinds augustus 2002 zijn in Nederland de polissen voor dit soort kredieten openbaar. Het gaat daarbij om een groot aantal risicovolle transacties, waaronder die voor wapenexporten. In het eerste jaar ging het daarbij om wapenleveranties aan Indonesië, Jordanië, Turkije, Venezuela en Zuid-Korea.

Een defensie-industrie is onderdeel van een soeverein defensiebeleid en wapenexporten zijn vervolgens van wezenlijk belang voor het overleven van deze wapenindustrie. Zo heeft zowel de overheid als het bedrijfsleven belang bij de wapenexport. Wapens worden doorgaans in kleine hoeveelheden geproduceerd. De onderzoeks- en ontwikkelingskosten zijn mede daardoor fors. Export verlaagt de omvang van deze overheadkosten in de prijs van elk afzonderlijk wapensysteem. Er is echter overaanbod op de wapenmarkt en dat betekent zware concurrentie om de gunsten van de beperkte klantenkring (vooral overheden) te winnen. Om klanten over de streep te trekken gaan Koninklijke Hoogheden op bezoek bij Presidenten en Emirs, maar ook worden financiële regelingen getroffen. De exportkredietverzekering is een van de belangrijkste middelen die de overheid heeft om het bedrijfsleven te steunen. Het gaat hierbij niet alleen om wapens, maar ook om goederen en werkzaamheden, zoals de aanleg van havens en bijvoorbeeld het opzetten van een fabriek voor de productie van gelatine.

Exportkredietverzekering

Dit systeem werkt als volgt. Land X bestelt in Nederland een product bij bedrijf A en zegt op krediet te willen kopen (de Wehkamp-methode). Zoals Wehkamp niet levert aan adressen in bepaalde buurten, zo hebben ook commerciële kredietverstrekkers regio’s die ze als te onbetrouwbaar beschouwen. Zo worden land X of deze specifieke levering als een te groot risico gezien en een commercieel krediet wordt daarom niet verstrekt. Bedrijf A wil toch zijn product verkopen, maar niet zelf het risico lopen dat er uiteindelijk niet betaald wordt. Het heeft dan de mogelijkheid (via zijn bank) om bij de overheid een exportkredietverzekering aan te vragen. Als de overheid akkoord gaat, kan de levering plaatsvinden. Het Ministerie van Financiën neemt in deze constructie de financiële risico’s op zich. Het ministerie besteedt het praktische werk van de Nederlandse Credietverzekering Maatschappij uit aan de kredietverzekeringsbank Gerling NCM. Bedrijf A heeft zijn risico afgeschoven en de overheid moet via de NCM het geld van land X zien terug te krijgen. Het risico wordt – via de schatkist – op de belastingbetaler afgeschoven. Voor wapenhandelaren en particuliere banken is dit natuurlijk een prachtige regeling: “Voordat we geld verstrekken aan een bedrijf, staan we er altijd op dat de risico’s worden gedekt door het Britse Exportkredietverzekeringdepartement (ECGD). We kunnen niet verliezen, het is prachtig,” aldus een medewerker belast met wapenexporten bij een Britse bank. Ook het Nederlandse bedrijfsleven is er tevreden over. Wapenexportbevordering

Het is niet alleen daarom een prachtig systeem voor het bedrijfsleven. Exportkredietverzekeringen zijn een onmisbaar onderdeel van een grote wapenleverantie en daarmee een maatregel die wapenexport bevordert. Een Amerikaanse ambtenaar verklaarde tegen het gerenommeerde weekblad Defense News bijvoorbeeld: “Wapenverkopen aan Indonesië kunnen niet zonder een flexibel financieringsprogramma en leningen tegen lage rente.” Een voorbeeld uit de Nederlandse praktijk toont het doorslaggevende belang aan van een dergelijk financieringsprogramma. In 1986 ketst een Pakistaanse order voor twee fregatten af, omdat de minister van Financiën weigert een exportkredietverzekering voor de order te verstrekken. Hij komt daarmee tegemoet aan kritiek vanuit de Tweede Kamer die de financiële risico’s te hoog vindt. “Exporttransacties komen vaak alleen tot stand als de leverancier of de bank bereid is aan de koper krediet te verlenen,” aldus consultant PricewaterhouseCoopers in een evaluatie over de exportkredietverzekering van de Nederlandse overheid. Dit geldt des te meer voor de handel in wapens. Aangezien de markt voor wapens klein is en de kosten voor ontwikkeling van wapensystemen steeds hoger worden, is een agressieve verkooptactiek noodzakelijk en herverzekering bij de staat is hier een onderdeel van. De Franse exportkredietverzekeraar COFACE is bijvoorbeeld een belangrijk middel bij het vergroten van de Franse wapenexporten om de teruglopende binnenlandse wapenaankopen te compenseren. Zo werd het financiële pakket om Zuid-Afrika wapens te verkopen opgesteld door een samenwerkingsverband van het Ministerie van Financiën, commerciële banken en COFACE.

Openbaarheid

De wapenindustrie maakt al jaren gebruik van exportkredietverzekeringen, maar informatie rond kredieten voor wapenexporten was tot voor kort schaars in Nederland. Frankrijk, een land dat niet bepaald bekend staat als voorvechter van transparant overheidsbeleid, gaf veel meer informatie, evenals Groot-Brittannië. Uit de gegevens blijkt dat een fors deel van de wapenexporten de grens overgaat met een exportkredietverzekering. Dit is ook in Nederland het geval. Sinds een jaar verstrekt de NCM informatie over de in dit kader verstrekte polissen. Deze openbaarheid is het resultaat van lobby van de milieu- en ontwikkelingssamenwerkingorganisaties (met name Jubilee 2000). In een door Gerling NCM op het internet geplaatste tabel staan alle verstrekte polissen vanaf 5 augustus 2002. In deze tabel is bijvoorbeeld te vinden naar welk land de goederen of diensten gaan. In het eerste jaar dat deze gegevens openbaar zijn gaat het in acht gevallen om leveringen aan Ministeries van Defensie in een vijftal landen.

De acht leveringen zijn goed voor bijna twintig procent van de waarde van alle verstrekte exportkredietverzekeringen. Terwijl de waarde van de Nederlandse wapenexporten nog geen 0,2% van de totale Nederlandse exporten bedraagt. Kortom, voor wapenexporten wordt excessief gebruik gemaakt van exportkredietverzekeringen.

In totaal gaat het in de periode augustus 2002 – augustus 2003 om een verzekerd bedrag van 168 miljoen euro voor wapentransacties. Bij een gemiddelde Nederlandse wapenexport van 500 miljoen euro (1997-2001) per jaar is dat een derde van het totaalbedrag.

Het is opvallend dat Thales Nederland (met een jaar omzet van ongeveer 300-400 miljoen euro) verzekeringen afsluit ter waarde van 145 miljoen euro. Een fors deel van de totale omzet.

Leveranties

Zo speelt de overheid een actieve rol in de bewapening van landen waar mensenrechten door de krijgsmacht met voeten worden getreden (Indonesië, Jordanië en Turkije). Het leger van Venezuela is ook geen bron van stabiliteit en ook de leveringen aan Zuid-Korea zijn opvallend. Niet alleen omdat dit laatste land in een van de gevaarlijkste spanningsgebieden ligt en de polissen een grote financiële omvang hebben, maar ook omdat Zuid- Korea niet als een financieel risicoland gezien kan worden. Het behoort immers bij de rijke wereld (OESO-lid). Vermoedelijk wordt de exportkredietverzekering hier ingezet in de strijd om de gunsten van Seoel. In 2002 wordt Thales Nederland door Lockheed Martin van de Koreaanse markt geweerd. Het gaat hier om de verkoop van raketschildtechnologie. Om de Goalkeeper niet ook van de Koreaanse markt te laten verdrijven door het vergelijkbare systeem van een andere Amerikaanse defensiegigant, de Phalanx van Raytheon, is de overheid blijkbaar bereid Thales Nederland financieel een handje te helpen.

Transparency International vreest bovendien dat het gebruik van exportkredieten leidt tot vergroting van de corruptie. Een vrees die Nederlandse wapenleveranties uit het verleden aan Indonesië staan momenteel volop in de belangstelling vanwege de oorlog die plaats vindt in Atjeh. Desondanks zijn er weer nieuwe contracten afgesproken met Cilangkap, het hoofdkwartier van het Indonesische leger. De levering van de korvetten, waarvan de modernisering hier verzekerd wordt, is een van de meest omstreden wapendeals van Nederland in de afgelopen 25 jaar. Destijds vanwege mogelijke inzet in Oost-Timor. Nu ligt het voor de hand dat ze ingezet worden bij operaties in Atjeh. Dat Fokker passagiersvliegtuigen moderniseert lijkt onschuldig. Echter het vervoeren van militairen wordt doorgaans troepentransport genoemd en dat is essentieel bij de inzet van het Indonesische leger in de verschillende delen van de archipel. Indonesia Corruption WatchTransparancy International deelt. Deze laatste organisatie pleit ervoor de exportkredietverzekeringen te weigeren wanneer anti-corruptie gedragscodes in de bestemmingslanden niet worden gehandhaafd. Inzake Indonesië kan geen twijfel bestaan erover dat ze achterwege blijven.

Tenslotte is Indonesië een land met een omvangrijke staatsschuld. Regelmatig maakt Jakarta gebruik van exportkredietverzekeringen om wapens aan te kopen (in 1999 werd door Nederland bijvoorbeeld een exportkredietverzekering ter waarde van 55 miljoen euro verstrekt). Uiteindelijk moeten kredieten terugbetaald worden en leiden deze wapenaankopen tot een verhoging van de staatsschuld. Niet voor niets heeft de G-7 in juli 2000 besloten om er bij de OESO-lidstaten op aan te dringen geen exportkredietverzekeringen te gebruiken voor wapenexporten naar lage-inkomenslanden.

Exportkredietverzekeringen gebruiken als financieel smeermiddel bij wapentransacties mag dan prachtig zijn voor bedrijfsleven, bankwezen en de overheid, het gaat ten koste van de veiligheid in het Zuiden. Exportkredietverzekeringen worden tijdens de behandeling van het Algemeen Overleg Wapenexportbeleid 2000 in de Tweede Kamer dan ook aan de orde gesteld. GroenLinks vraagt om meer informatie en de SP is van mening dat de inzet van deze financieringsmethode bij wapenhandel gestopt moet worden. Tot nu toe heeft deze aandacht er nog niet toe geleid dat het verschaffen van dood op krediet is beëindigd.

Martin Broek

Steun Stop Wapenhandel

Doneer