26 maart – In een interview op de Nederlandse televisie zegt Andrew Feinstein, voormalig Zuid-Afrikaans parlementslid, dat hij zich geen grote wapendeals kan voorstellen waarbij geen corruptie in het spel is. Feinstein weet waarover hij praat:hij onderzocht voor het Zuid-Afrikaanse parlement een gigantische corruptiezaak waarbij Europese bedrijven enorme hoeveelheden dure wapens verkochten aan Zuid-Afrika, waarbij grote sommen smeergeld werden betaald. Uit frustratie over het uitblijven van juridische stappen tegen de berokken politici en defensiebedrijven trad hij af. Sindsdien schrijft hij boeken over wapenhandel en corruptie. Ze lezen als misdaadromans.
Corruptie associeer je met landen als Nigeria en Egypte, maar als het over wapenhandel gaat is ook Europa verre van ‘schoon’. Nederland kent natuurlijk haar eigen beroemde corruptiezaak rond prins Bernhard, die steekpenningen aannam van wapenfabrikant Lockheed Martin. Ook de voormalig zakenman Joep van den Nieuwenhuizen, eigenaar van marinewerf De Schelde, is betrokken geweest bij omkoping. Vermoedelijk is dit nog maar het topje van de ijsberg. Verontrustend is dat die corruptie tot in de hoogste kringen doordringt. In Engeland is het de zoon van Margaret Thatcher, in Frankrijk een intieme vriend van president Sarkozy, en in Duitsland voormalig president Kohl die zijn betrokken bij corruptieschandalen. Wapenhandel corrumpeert het democratisch systeem.
Op dit moment lopen er in Nederland twee grote wapentransacties waarvan je je afvraagt wie er beter van wordt. De ene is de voorgenomen verkoop van tweedehands tanks van het Nederlandse leger aan Indonesië. Indonesische mensenrechtengroepen dringen er op aan dat deze export niet doorgaat, vooral met het oog op het brute optreden van Indonesische militairen in Papoea. Indonesische parlementsleden vragen zich af wat een eilandenrijk heeft aan tanks: de vijand zal niet over land komen, tenzij de eigen bevolking als vijand wordt beschouwd. Het Nederlands parlement heeft de regering opgeroepen van de aankoop af te zien. Maar de onderhandelingen met Indonesië gaan gewoon door.
Een andere grote order is de verkoop van Nederlandse marineschepen aan Marokko. Niet zomaar marineschepen, maar zo’n beetje de duurste die op de internationale wapenmarkt te krijgen zijn. Terwijl de economie in Marokko steeds stroever verloopt, de werkloosheidscijfers de pan uit rijzen en de bevolking steeds vaker protesteert tegen de uitzichtloosheid, geeft Marokko zijn geld uit aan zwaarbewapende, van de allernieuwste technologische snufjes voorziene marineschepen. Een schip is al geleverd, een tweede ligt klaar in de haven van Den Helder, een derde wordt op dit moment gebouwd. Onduidelijk is waar Marokko deze schepen voor nodig heeft. Het Marokkaanse parlement heeft er niets over te zeggen: aankopen van dit kaliber worden geregeld door de koning en zijn entourage.
Met het verhaal over corruptie van voormalig parlementslid Feinstein in je achterhoofd, zou je graag willen weten hoe de onderhandelingen over dit soort grote wapendeals eruit zien. Je kunt vermoeden dat bij alle grote wapendeal corruptie in het spel is, maar je hebt natuurlijks niets zonder bewijzen. En bewijzen krijg je niet gemakkelijk, want een ding is wel bekend: dit soort grote wapendeals worden onderhandeld door een select gezelschap machtige heren (vrijwel altijd heren) die geen pottenkijkers toegelaten. Alleen hardnekkige onderzoekers als Feinstein krijgen de bewijzen – soms – boven tafel.
Ook gepubliceerd als blog op Voor de Wereld van Morgen