Springstof, Vredesmagazine nr.2 2012 – Frank Slijper
In 2001 beloofde George Bush Taiwan een vracht wapens te leveren. Ook stonden diesel-aangedreven onderzeeboten op de verlanglijst, maar omdat de VS daarvoor zelf de technologie niet in huis had (alle Amerikaanse onderzeeërs zijn nucleair aangedreven) beloofde Washington Taiwan te helpen aan de benodigde technologie te komen. Joep van den Nieuwenhuyzen, toen nog de baas bij de RDM, bood terstond twee mogelijkheden aan. Hij kon twee onderzeeërs die hij van Defensie had overgenomen en die na stukgelopen onderhandelingen nog in Maleisië aan de kade lagen voor Taiwan opknappen, of hij kon bij een buitenlandse werf onderzeeërs van het type Moeraal laten bouwen. Het Nederlandse ontwerp daarvoor lag al jaren vergeefs te wachten op een gegadigde. Wanneer de Staat hem echter in 2002 voor de rechter dreigt te slepen als hij z’n plannen niet intrekt, bindt Joep in.
Wapens verkopen aan Taiwan ligt dermate gevoelig dat waarschijnlijk geen enkel Europees land het in z’n hoofd zou halen. Nederland kan daarover meepraten. Nadat de werf Wilton-Fijenoord in de jaren ’80 twee duikboten voor Taiwan mocht bouwen kreeg Nederland de toorn van China over zich heen. Snel beloofde de regering voortaan een één-China beleid te volgen en (dus) geen wapens meer aan Taiwan te leveren. (Niettemin is de duikbotenorder nog altijd goed voor de uitvoer van jaarlijks zo’n 15-20 miljoen euro aan reserveonderdelen.)
Andere Europese landen voeren een vergelijkbare koers. Een enkele wapenorder uit Taiwan is het risico van een Chinees handelsboycot niet waard. Taiwan is daarmee vrijwel volledig afhankelijk van Amerikaanse wapens ter waarde van een slordige een miljard dollar per jaar.
Iedere zoveel tijd komt de Amerikaanse duikbotenbelofte weer boven, maar steeds zonder resultaat, zo lijkt het. Recente berichtgeving in Taiwaneze media wijst erop dat het eiland het wachten beu is en een eigen koers uitstippelt. Het ministerie van defensie aldaar bevestigde onlangs dat het de eigen ontwikkeling van dieselonderzeeërs steunt. Eerder al had de lokale United Daily News gemeld dat drie niet nader genoemde landen hulp hadden aangeboden, ofwel voor de ontwikkeling en bouw in eigen land, ofwel via tweede- of derdehands boten van Duitse makelij. Die laatste optie lijkt op juridische obstakels te stuiten, omdat de benodigde toestemming uit Berlijn onwaarschijnlijk is.
In december 2011 stond op de voorpagina van de Tapei Times een artikel waarin op basis van militaire bronnen gemeld werd dat de marine bezig was productiekennis te vergaren op basis van buitenlandse knowhow. Daarbij werd expliciet verwezen naar het Naval Shipbuilding Development Center van de marine, dat “druk bezig was de blauwdrukken van de twee Hai Lung-klasse [Zeedraken of Zwaardvis-klasse – FS] onderzeeërs te bestuderen, Taiwan’s enige oorlogswaardige duikboten, die het in de jaren ’80 van Nederland kocht”.
Hoewel al vaker is gespeculeerd over de mogelijkheid dat Taiwan gebruik zou maken van Nederlandse technologie voor nieuwbouw schepen, is het voor het eerst dat zo duidelijk verwezen wordt naar dergelijke activiteiten. Het is onduidelijk in hoeverre Taiwan precies beschikt over de benodigde bouwtekeningen, maar de Nederlandse regering heeft eerder duidelijk gemaakt dat het intellectueel eigendom bij de Staat berust.
Gezien de beperkte vooruitgang die Taiwan de afgelopen jaar heeft geboekt rond het duikbotenprogramma blijft het afwachten wat men daadwerkelijk zal weten klaar te spelen. Samenwerking met Europese partners is dus vrijwel uitgesloten en ook Rusland – China’s hofleverancier – ligt weinig voor de hand.
Een geheel eigen programma op basis van een kopie van de Nederlandse schepen zou vele jaren kosten. De bouw van geavanceerde duikboten is technologisch zeer ingewikkeld. Een analist van Jane’s Defence Weekly heeft het in dit verband over “een steile leercurve”.
Naast de aanschafperikelen speelt ook een verwante kwestie, namelijk het vergroten van de slagkracht van Taiwan’s ‘Nederlandse’ onderzeeboten met Harpoon anti-scheepsraketten. De marine zou onlangs in de VS hebben proefgeschoten met de raketten die vanaf volgend jaar op de ‘Zeedraken’ meevaren. Jane’s Defence Weekly meent dat de Harpoons, met een bereik van 115 kilometer, Taiwan de mogelijkheid bieden kust- en havengebieden, alsook landdoelen te raken, waaronder enkele Chinese marinebases.
Ondanks verbeterde relaties tussen China en Taiwan blijven bewapeningskwesties altijd een open zenuw. Amerikaanse leveranties aan Taiwan leiden vrijwel altijd tot Chinese protesten. 22 jaar na het einde van de Koude Oorlog bekleedt Taiwan (net als Zuid-Korea, Japan en de Filippijnen) nog altijd een sleutelpositie in de Amerikaanse buitenlandse politiek en het streven naar wereldwijde (militaire) dominantie.
De toenmalige Nederlandse regering heeft dertig jaar geleden vast onderschat welke verstrekkende gevolgen hun goedkeuring voor de verkoop van duikboten aan Taiwan vele decennia later nog zou hebben, zowel in termen van militaire slagkracht, als het bijdragen aan de spanningen tussen China, Taiwan en de VS. Meer gepreoccupeerd met de overleving van de noodlijdende nationale marine scheepsbouw heeft het waarschijnlijk al helemaal geen oog gehad voor de mogelijkheid dat op een dag Taiwan zelf onderzeeërs zou gaan bouwen naar Nederlands ontwerp.
Gavin Phipps, ‘Taiwan confirms plans to buy or build subs’, Jane’s Defence Weekly, 29 februari 2012; ‘Taiwan to Arm Subs with U.S. Missiles: Report’, AFP, 22 februari 2012; ‘Taiwan Navy Asks for Funds for 8 New Subs’, AFP, 20 februari 2012; J. Michael Cole, ‘Taiwan giving up on US subs, eyeing local plan: analyst’, Taipei Times, 15 december 2011; Christopher Bodeen, ‘Little fallout seen from US arms sale to Taiwan’, AP, 22 september 2011