Vredesmagazine nr.4, september 2012 – Begin juli, de laatste dag voor het parlementaire zomerreces, domineerde één debat de agenda: de Joint Strike Fighter, oftewel de JSF. Het dossier over de beoogde opvolger van de F-16 vereist inmiddels een steekkar: vele tientallen Kamerbrieven en meer dan duizend Kamervragen verder, ligt het omstreden wapenproject in het parlement weer eens flink onder vuur. En dus staat tien jaar nadat Nederland zich verbond aan de ontwikkeling van de JSF, deelname weer op losse schroeven. Want op 5 juli 2012 stemde een meerderheid voor een motie die de regering opriep de stekker uit het project te trekken.
Gedraai
Het JSF-debat van afgelopen juli was een verkiezingsdebat met een hoofdrol voor de PvdA. Haar Defensie woordvoerster Angelien Eijsink had daags voor het debat verkondigd uit het project te willen stappen. Dat was niet de eerste keer. Twee jaar ervoor, na de val van het laatste kabinet Balkenende (waar de PvdA deel van uitmaakte) was al eens een PvdA motie van die strekking in meerderheid aangenomen. Ook onder Wim Kok’s Paars 2 en de eerste drie kabinetten Balkenende was de Kamerfractie steeds tegen geweest. Echter, ondanks die kritische fractie heeft regeringsdeelname tot tweemaal toe ervoor gezorgd dat de PvdA cruciale stappen in het JSF project mogelijk maakte. Allereerst doordat Kok en andere PvdA bewindslieden zich in 2002 lieten meeslepen in de lobby voor de JSF. Maar ook toen het vierde en laatste kabinet Balkenende – met daarin de PvdA, ondanks een ronkende anti-JSF verkiezingsspot – akkoord ging met de aankoop van een eerste JSF testtoestel.
Voor de PVV geldt iets vergelijkbaars: in verkiezingstijd mordicus tegen de JSF, als gedoogpartner werd afgelopen regeerperiode evengoed ingestemd met de aanschaf van het tweede testtoestel.
Met als gevolg dat Nederland ondertussen tot de nek in het JSF moeras zit.
Enquête
Aan het eind van het Kamerdebat, waarin Defensieminister Hillen met de belofte van een nieuw onderzoek nog de angel uit het debat probeerde te halen, kondigen verschillende partijen moties aan. Twee zijn er vooral interessant. GroenLinkser Arjan El Fassed roept op tot een parlementaire enquête, maar krijgt helaas onvoldoende steun.
De meest vergaande motie is die van PvdA en SP om de stekker uit de JSF deelname te trekken, omdat “verdere investeringen in het JSF-project onder de huidige omstandigheden niet langer financieel verantwoord zijn.” Hoofdelijke stemming levert 77 voor- en 71 tegenstemmers op. Maar net als in 2010 toenmalig Defensieminister Van Middelkoop weigerde consequenties aan zo’n motie te verbinden, zo is Hillen evenmin van plan de contracten met Lockheed Martin en het Pentagon te verbreken. Daarmee zal het lot van het JSF project de inzet van een nieuwe regering worden.
Tekentafel
Al vanaf 1994 lopen de eerste contacten tussen de Amerikaanse en Nederlandse luchtmacht over wat nu de JSF is. Vanaf 1996 vloeit het eerste geld naar de Nederlandse wapenindustrie om aan de tekentafel plaats te kunnen nemen. In 1999 is dat bedrag aan subsidies een deelnamegelden al opgelopen tot omgerekend ruim 100 miljoen euro. Naar de Kamer toe is de ratio erachter: na de deconfiture van Fokker de wegkwijnende luchtvaartindustrie een steuntje in de rug geven. Voor de luchtmacht geldt een duidelijker doel: in het voorste gelederen met de Amerikanen optrekken bij de ontwikkeling van het nieuwste type gevechtsvliegtuig.
“De JSF belooft een perfect match te worden voor de Koninklijke Luchtmacht: een multi-role Stealthy gevechtsvliegtuig in het middenspectrum, in grote aantallen (3.000) aan te schaffen door de Amerikaanse (en Britse) strijdkrachten en met een betaalbaar prijskaartje: 50 – 60 miljoen gulden per stuk”, laat kolonel Ed Evers leden van de Vereniging Onze Luchtmacht weten.
Eendagsvlieg LPF bleek na de verkiezingen van mei 2002 de cruciale stem voor de JSF. Pim Fortuyn had zich bij leven duidelijk afwijzend over de JSF uitgelaten. Los van alle complottheorieën – zie Thomas Ross – die de ronde doen, was de draai van 180 graden die de LPF onder Mat Herben maakte van doorslaggevend belang. Zonder dat was Nederland de JSF bespaard gebleven. Des te opmerkelijker dat juist Mat Herben – tegenwoordig wapenlobbyist – nu de oproep tot een parlementaire enquête van GroenLinks parlementariër El Fassed steunt.
Doormodderen
In 2006 tekende Nederland voor de volgende fase: de Production, Sustainment & Follow-on Development (PSFD) – kosten 359 miljoen euro. Twee jaar later gevolgd door deelname aan de testfase, inclusief de aanschaf van eerst een (2009) en later een tweede (2011) testtoestel. Gaandeweg sneuvelde wel de wens voor een derde toestel. De definitieve keus voor de JSF als vervanger van de F-16 werd echter kabinet na kabinet op het bord van het daaropvolgende kabinet geschoven.
Daar komt bij dat door voortdurende vertragingen het productieschema bij Lockheed Martin dusdanig is vertraagd dat zelfs als zou Nederland op korte termijn JSF toestellen willen, ze voorlopig niet eens leverbaar zijn. Ondertussen is op de begroting zelfs ruimte gemaakt voor een rigoureuze opknapbeurt van de F-16 – kosten minimaal 300 miljoen euro.
Ondertussen groeien de totale investeringskosten ‘rustig’ door. Volgens Defensie is tot nu toe 1,4 miljard euro geïnvesteerd en zouden verkoop van de twee ongebruikte testtoestellen plus nog te ontvangen royalty’s (vanwege het mede bekostigen van de ontwikkeling) ruim 300 miljoen euro opleveren. Een netto verlies kortom van 1 ruim een miljard euro.
Bezuinigingen
In de discussie over de bezuinigingen is gesteld dat uitstappen op korte termijn weinig winst oplevert. Dat klopt inderdaad, want op korte termijn zou alleen de verkoop van de twee bestelde testtoestellen geld opleveren. Maar als je iets verder kijkt, zijn het geplande investeringsbudget en de bijbehorende operationele kosten natuurlijk posten van jewelste. De Algemene Rekenkamer heeft al jaren forse kritiek op de regering, maar dit jaar was die scherper dan ooit. Defensie creeert zoveel mist dat het zelfs de Rekenkamer inmiddels totaal onduidelijk is met wat voor aantallen en bedragen Defensie rekent. De meest samenhangende cijfers dateren van eind 2010, toen nog werd uitgegaan van een optelsom ter waarde van ruim 17 miljard euro. Zo’n kostenpost voor één wapensysteem – dat lijkt in tijden van bezuinigingen toch wel het eerste project dat rijp is voor stevig snijwerk.
Waar eerder voor dat bedrag 85 toestellen de lucht in zouden gaan, wordt inmiddels in alle scenario’s uitgegaan van een uiteindelijk lager aantal toestellen, geven het gekrompen projectbudget en de toegenomen kosten per toestel. Niettemin weigerde de laatste regering aan te geven aan welk aantal ze daarbij denkt. Men lijkt inmiddels uit te gaan van ergens tussen de 48 en 64 toestellen. Of en in hoeverre het geplande budget naar beneden wordt bijgesteld ligt geheel in de handen van het komende kabinet.
Geen nut en noodzaak
Mocht het toch ooit nog tot een parlementaire enquête of onderzoek komen, zou een van de kernpunten moeten zijn het gebrek aan discussie over nut en noodzaak rond de aanschaf van het duurste wapen uit de Nederlandse geschiedenis. Waarom zou Nederland met de Amerikanen in de voorste gelederen oorlog willen voeren? Waarom zou Nederland een stealth toestel willen dat van grote afstand vijandelijke doelen kan bombarderen? Waarom geen luchtmacht als die van Oostenrijk, zoals als VVD-er Ten Broeke schamper voorstelde. Maximaal vijftien gevechtsvliegtuigen om het luchtruim te beveiligen? Of een ‘vliegtuigpoule’ waarvan alle middelgrote en kleine Europese landen gebruik kunnen maken? Met gemak zouden vele miljarden op de staatsbegroting bespaard kunnen worden.
Een fundamentele discussie over een opvolger van de F-16 mocht steeds niet gevoerd worden omdat deelname door de Nederlandse industrie aan de ontwikkeling – de Systems Development and Demonstration, of SDD fase – niet verward mocht worden met het kopen van de JSF. Het ging om participatie van de industrie, niet om de aanschaf van een gevechtsvliegtuig, zo werd tientallen malen geroepen door ministers en staatssecretarissen. Niettemin schreef de regering al in 2002 aan de Kamer: “Participatie in de SDD is de facto een keuze voor de JSF”.
Door coûte-que-coûte met de JSF door te gaan, hebben opeenvolgende regeringen vele honderden miljoenen euro’s belastinggeld verspild. Onder het mom van innovatie en werkgelegenheid hebben de Nederlandse luchtmacht en de luchtvaartindustrie – samen met Lockheed Martin en het Pentagon – de Nederlandse politiek een moeras ingetrokken. Onlangs rekende de regering voor dat het JSF project goed is voor 420 banen. Die banen mogen met een gerust hart de zwaarst gesubsidieerde banen in de particuliere sector genoemd worden.
Frank Slijper
(met dank aan Martin Broek)