Commentaar, Vredesmagazine nr.1 2013. Na het einde van de Koude Oorlog brokkelde het draagvlak voor de krijgsmacht af. Defensie moest toegeven dat de bedreiging van het eigen grondgebied niet langer het uitgangspunt was.
Eerst moesten VN-vredesmissies de noodzaak van de krijgsmacht onderstrepen, maar na Srebrenica had Nederland jarenlang z’n bekomst. De aanslagen van 11 september 2001 zorgden tijdelijk voor een opleving van het militaristische gedachtegoed.
Maar waar het Pentagon de begroting in tien jaar zag verdubbelen, kwam men er in Nederland bekaaid van af met een feitelijk bevroren budget. Ondanks tamelijk breed gesteunde operaties tegen de piraten voor de kust van Somalië wist ook defensie de laatste kabinetsperiode niet te ontkomen aan bezuinigingen.
Uit angst voor nog verdere bezuinigingen, gooide defensie nu alle registers open om dat spookbeeld te verdrijven. Een groep officieren kwam met de petitie ‘Handen af van Defensie’. Secretaris-Generaal Annink beweerde in de Volkskrant dat Nederland internationaal ongeloofwaardig wordt en onze handelsbelangen gevaar
lopen als we niet fors blijven investeren in de krijgsmacht. Die visie kreeg zelfs steun in het redactioneel commentaar van die krant (1 oktober).
Onder de kop ‘Wie vult bij watersnood straks de zandzakken?’ presenteerde het Algemeen Dagblad begin oktober het rapport van het Haagse Centrum voor Strategische Studies van Rob de Wijk, de concurrent van Clingendael. Opmerkelijk genoeg: dit was een onderzoek naar defensie in opdracht van defensie zelf. In september publiceerde de Adviesraad Internationale Vraagstukken vervolgens het rapport ‘Krijgsmacht in de knel’. “De AIV maakt zich grote zorgen over eventuele nieuwe bezuinigingen op Defensie”, schrijft de raad.
Je zou haast medelijden met ze krijgen. Ware het niet dat de lobby twee belangrijke feiten ontkent: er is in tien jaar amper of niet op Defensie bezuinigd en het draagvlak voor verder bezuinigen is groot – het JSF debacle is daar mede debet aan.
Het is daarom zinnig naast alle grote woorden van de gevestigde defensiespecialisten eens wat cijfers te bekijken. Uit de statistieken (SIPRI Military Expenditure Database) blijkt dat Nederland de laatste tien jaar een tamelijk stabiel militair budget heeft gekend. In voor inflatie gecorrigeerde cijfers halen we inderdaad niet meer het recordniveau van 1989, maar is verder het niveau redelijk constant gebleven sinds pakweg 1993. Weliswaar geven we in termen van Bruto Nationaal Product de helft minder uit dan in 1988 (toen 2,8%), maar al sinds 2000 schommelt het stabiel tussen de 1,4 en 1,6%. Niks krijgsmacht die vel over been is.
Een enquête van Clingendael bevestigde in augustus dat het draagvlak mager is. Een meerderheid van de bevolking vindt verdere militaire bezuinigen prima, juist in tijden van begrotingsproblemen. De logische verklaring is dat veel Nederlanders geen brood zien in missies van het type Kunduz of Uruzgan, die een aanslag zijn op personeel en financiën, en waarbij het middel vaak erger is dan de kwaal.
Een andere kwestie is hiermee verbonden: de boemerang genaamd JSF. Sinds 2002 heeft Nederland zich vastgelegd op dit project. We maken jaarlijks zo’n honderd miljoen euro over naar de VS om maar met de JSF mee te mogen doen. Verder komen er voor nog eens 400 miljoen twee testtoestellen. Wanneer het ooit van bestellen komt gaan de kosten pas echt oplopen. Samen met de luchtmacht is Stork-dochter Fokker feitelijk de enige belanghebbende bij dit miljardenproject. Het is onbegrijpelijk dat de FNV zich voor die kar wil laten spannen – zowel in 2002 als nu weer.
Neemt niet weg dat de bodem voor defensie nog lang niet is bereikt. Zolang Nederland vasthoudt aan een volledig uitgeruste krijgsmacht blijft er nog alle ruimte voor forse pakketten bezuinigingen. Wat dat betreft is het afscheid van de Leopard tanks een mooi begin.
Zolang we de spookverhalen dat het onze economie en aanzien in de wereld zou schaden maar doorprikken. Want niets is minder waar. Een regering die bezuinigingen op Defensie investeert in diplomatie en onderwijs, op gezondheidszorg en duurzame technologie, plukt op termijn de vruchten van een afgeslankte krijgsmacht.
Frank Slijper, Campagne tegen Wapenhandel