Vredesmagazine, nr.3 2013.
Europa verkeert inmiddels vijf jaar in een economische crisis en al die tijd is amper aandacht besteed aan de rol van de militaire uitgaven in het veroorzaken en het voortduren van de crisis.
Terwijl sociale infrastructuur gekortwiekt wordt, blijven uitgaven aan nieuwe wapens vrijwel buiten schot. Als al in de militaire uitgaven is gesneden, is dat vooral gebeurd in personeelskosten. Ondanks massaal geweeklaag heeft de wapenindustrie amper geleden onder de crisis.
Nadat militaire budgetten in de jaren negentig, na de Koude Oorlog, flink daalden, boog die trend na 11 september 2001, in het kader van de oorlogen in Afghanistan en Irak, om in een sterk stijgende lijn, met name in de Verenigde Staten, maar ook in Europa. Deze dynamiek heeft substantieel bijgedragen aan de schuldenproblematiek in bijvoorbeeld Griekenland, Spanje en Portugal en blijft nog vele jaren zwaar drukken op de begrotingen van deze crisislanden.
Des te perverser is het dat juist militaire kopstukken en wapenlobbyisten het hardste roepen dat rampen ons bedreigen als het mes in de militaire uitgaven wordt gezet, terwijl juist stijgende defensie-uitgaven en corrupte wapenverkopen voor grote problemen hebben gezorgd.
In Europa heeft Griekenland veertig jaar lang relatief het meeste aan defensie uitgegeven. Het gaf een twee keer hoger deel van het Bruto Nationaal Product (BNP) uit dan het EU gemiddelde. Maar ook in Spanje stegen de militaire uitgaven tussen 2002 en 2008 met vijftig procent dankzij massale wapenaankopen. Het land heeft nu grote problemen de schulden van deze onnodige wapenaankopen terug te betalen. Een voormalig staatssecretaris van Defensie uit Spanje zei twee jaar geleden: “We zouden geen [wapen]systemen hebben moeten kopen die we niet zouden gaan gebruiken, voor conflictsituaties die niet bestaan, en wat erger is, met geld dat we toen niet hadden en nu niet hebben.”
Ook het meest recente slachtoffer van de crisis, Cyprus, liet de militaire uitgaven de afgelopen tien jaar met 50% stijgen, het merendeel daarvan opmerkelijk genoeg pas na 2007.
Structureel lagere defensie-uitgaven hadden zonder twijfel tot een minder dramatische schuldenpositie geleid. Veel van de recente bezuinigingen in Griekenland, Spanje en Portugal komen op een moment dat een opeenstapeling van grote wapenaankopen tot een enorme schuld hebben geleid.
Over de hele linie geldt in Europa dat waar bezuinigd is op defensie dat vooral is gebeurd op menskracht: personeelsreducties. lagere lonen en pensioenen, niet op wapenaankopen. Budgetten voor nieuwe wapens stegen zelfs van €38.8 miljard in 2006 naar €42.9 miljard in 2010 – een stijging van meer dan 10% – terwijl in diezelfde periode personeelskosten daalden van €110 miljard naar €98.7 miljard, een daling van 10%.
Wapenindustrie
Parallel aan de stijgende wapenuitgaven stegen de inkomsten van de wapenindustrie jaar in jaar uit. Pas in 2011 daalden de omzetten voor het eerst sinds midden jaren negentig: vijf procent lager dan in 2010, maar gecorrigeerd voor inflatie nog altijd 51 procent hoger dan in 2002, aldus de meest recente cijfers van SIPRI. Massale productie en dito winsten die ze te danken hebben aan Irak en Afghanistan, maar ook megaprojecten als de Joint Strike Fighter, de ontwikkeling van het VS/NAVO raketschild en de vernieuwing van kernwapens in de VS, Frankrijk en Groot-Brittannië.
De wapenindustrie wordt gedomineerd door westerse bedrijven, met 44 van de 100 grootste fabrikanten gevestigd in de VS; 33 bedrijven komen uit EU landen. Die honderd grootste bedrijven waren in 2011 samen goed voor 318 miljard euro omzet.
Met het oog op stagnerende vraag in eigen land zijn veel westerse bedrijven zich de laatste jaren extra gaan richten op nieuwe of opkomende afzetmarkten. India en Brazilië bijvoorbeeld, maar ook klanten in het Midden-Oosten: Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Qatar. Nog geen twee jaar na het begin van de revoluties in de Arabische wereld geven regeringsleiders uit Berlijn, Londen en Parijs weer hun volle steun aan miljardendeals met potentaten die er niet voor terugdeinzen protest voor democratische hervormingen met geweld de kop in te drukken.
Corruptie
In veel gevallen wordt die handel gesmeerd met steekpenningen – niet voor niets staat de wapenhandel te boek als de meest corrupte bedrijfstak. Ondanks een hele trits affaires van de afgelopen jaren – met als meest geruchtmakende de Brits-Saoedische Al Yamamah wapens-voor-olie deal – blijven nieuwe zaken de kop opsteken. Begin dit jaar werd in Italië de baas van staatsbedrijf Finmeccanica, een van de tien grootste wapenproducenten ter wereld, opgepakt wegens vermoedens van corruptie bij een helikopterdeal met India. Eind vorig jaar vielen opsporingsambtenaren bij EADS binnen vanwege onderzoek naar steekpenningen bij de verkoop van Eurofighter gevechtsvliegtuigen aan Oostenrijk. In Engeland doet de staat onderzoek naar smeergeldbetalingen door een EADS dochteronderneming bij het verkrijgen van een Saoedische order.
Het weerhoudt diezelfde overheden er alleen niet van deze bedrijfstak alle mogelijk steun te bieden bij het verkrijgen van nieuwe exportorders, zo mogelijk met een financiële garantstelling.
Ondertussen zitten landen als Griekenland en Portugal flink in de problemen door Duitse onderzeeboten die zijn verkocht door sleutelfiguren om te kopen. Voormalig Defensieminister Tsochatzopoulos en 18 anderen staan in Griekenland terecht voor het aannemen van steekpenningen bij een serie wapenaankopen. Tsochatzopoulos wordt ervan beschuldigd tussen 1998 en 2001 twintig miljoen euro te hebben opgestreken, waarvan acht miljoen van Ferrostaal, de Duitse onderzeebootbouwer. Plannen voor nog vijf duikboten zijn onder druk van de bezuinigingen in de ijskast beland.
Nog zeven andere Griekse wapenaankopen zijn onderwerp van onderzoek, waaronder de Patriot raket.
Onder toenmalig premier Barrosso – thans president van de Europese Commissie – kocht Portugal in 2004 twee Duitse onderzeeërs voor ruim een miljard euro, de duurste Portugese wapenaankoop ooit. Via de rechter probeert Portugal 34 miljoen aan dubieuze betalingen boven water te krijgen. In Duitsland kreeg Ferrostaal een boete van 140 miljoen euro voor het smeren van de handel met Griekenland en Portugal.
“De enorme hypocrisie is hier moeilijk te missen”, aldus Grieks parlementslid Papadimoulis (SIRYZA), “Corruptie wordt vaak als oorzaak genoemd voor de geldverspilling in Griekenland, maar tegelijkertijd zijn bedrijven als Ferrostaal en Siemens pioniers in deze praktijken.”
Schulden
Terwijl krediet verstrekkende landen als Duitsland erop staan dat door de crisis getroffen landen flink het mes zetten in sociale voorzieningen om zo schulden te kunnen afbetalen, zijn diezelfde landen veel minder gebrand op stevige bezuinigingen op het militaire apparaat. Europarlementariër Cohn-Bendit (Groenen) vertelde de pers hoe voormalig premier Papandreou hem toevertrouwde dat Berlijn en Parijs niet wilden dat Griekenland de militaire uitgaven zou kortwieken, omdat dat Franse en Duitse wapencontracten zou schaden. Of zoals een assistent van voormalig premier Papandreou opmerkte: “Niemand zegt ‘Koop onze oorlogsschepen want anders zullen we niet borg staan voor jullie.’ Maar de duidelijke gedachte is dat ze ons meer steunen als we dat wel doen.” Ter illustratie: begin dit jaar werd bekend dat Frankrijk met Griekenland onderhandelt over een nieuw groot wapenpakket voor de marine, met onder andere patrouillevliegtuigen voor de marine en twee van Europa’s duurste fregatten. Volgens Jane’s Defence Weekly kwamen de gesprekken als verrassing voor de marine en leek de zaak vooral politiek ingegeven.
Al in 2006 zei een hoge Griekse ambtenaar tegen militair weekblad Defense News dat veel te grote wapenaankopen tot buitenproportionele financiële verplichtingen had geleid, indertijd al een schuld van in totaal bijna tien miljard euro. Volgens de Griekse econoom Philippides zou Griekenland geen schulden hebben gehad als niet al die decennia zo belachelijk veel wapens waren gekocht.
Vooral de VS, Duitsland en Frankrijk hebben geprofiteerd van decennia van excessieve Griekse wapenaankopen. Maar zeker ook Nederland: al jaren behoort Griekenland tot de belangrijkste bestemmingen van de Nederlandse wapenexport. Tussen 2002 en 2011 ging het om een totaal van 714 miljoen euro. Ondanks de crisis verleende de Nederlandse overheid in 2010 nog voor 53 miljoen euro wapenexportvergunningen voor de Griekse marine. Dat bedrag verbleekt overigens bij de 876 miljoen euro aan contracten met Griekenland waaraan Parijs datzelfde jaar zijn fiat gaf.
Spanje committeerde zich sinds 2000 aan de aanschaf van zeker negentien wapenprogramma’s waarvoor geen duidelijke strategische noodzaak bestond, aldus SIPRI onderzoeker Perlo-Freeman. Mede daardoor heeft Spanje nu de grootst mogelijke problemen een wapenschuld van 26-30 miljard euro te voldoen. Via een speciaal opgezette kredietlijn probeert Madrid nu schuldeisende fabrikanten buiten de deur te houden.
In Italië ligt het zwaartepunt van de voorgestelde bezuinigingen op defensie bij het personeel, dat van 180.000 naar 150.000 teruggebracht moet worden. Op die manier hoopt de regering lopende en geplande wapenprogramma’s zoveel mogelijk buiten schot te houden.
Hoewel vanuit militaire hoek voortdurend wordt geroepen dat absoluut niet meer bezuinigd mag worden, is de realiteit dat Europa vandaag de dag nog altijd meer uitgeeft aan defensie dan tien jaar geleden. Generaal De Rousiers, de Franse voorzitter van het militair comité van de EU, suggereerde begin dit jaar in het Europees Parlement dat Europa’s toekomst op het spel staat als de defensie-uitgaven niet worden verhoogd. “Welke plaats kan een Europa met 500 miljoen inwoners hebben als het geen geloofwaardige capaciteit heeft om de veiligheid te garanderen?”, vroeg hij retorisch. Hij meldde daarbij niet dat Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland en Italië tot de tien landen behoren met de hoogste militaire uitgaven. Hoewel ze maar zeven procent van de wereldbevolking vertegenwoordigen, nemen EU lidstaten samen twintig procent van de wereldwijde militaire uitgaven voor hun rekening. Niettemin meent de Deense NAVO secretaris-generaal Rasmussen dat “meer bezuinigingen nu zullen leiden tot grotere onveiligheid in de toekomst, tegen een kost die we simpelweg niet kunnen betalen”. Klinkklare bangmakerij van een havik die sinds zijn aantreden niet anders heeft gedaan dan hameren op Europa’s militaire ‘verplichtingen’, de vaakgenoemde drempel van twee procent van het Bruto Nationaal Product (BNP), waaraan NAVO lidstaten zich zouden moeten committeren. Absurder nog is de voortdurende vergelijking met het uitgavenniveau in de VS: alleen Noord-Korea, Israël en een stel Arabische oliestaten besteden meer dan 4 procent van hun BNP aan het in stand houden van een gigantisch militair apparaat. Beter zou het zijn als lidstaten een voorbeeld zouden nemen aan Ierland (geen NAVO lid), dat slechts 0,6 procent van het BNP aan het militaire apparaat uitgeeft. Stel je eens voor, de tientallen miljarden die dat zou opleveren. Hoezo begrotingstekorten?
Werkgelegenheid
Talloze onderzoeken laten zien dat investeren op militair terrein de minst effectieve manier is om banen te scheppen. Volgens wetenschappers van de universiteit van Massachusetts scoren in vergelijkingen militaire uitgaven het slechts: ze leveren minder dan de helft aan werk op als bij een gelijke investering in onderwijs of openbaar vervoer. In een tijd waarin geschreeuwd wordt om extra werk zijn militaire uitgaven niet te verantwoorden omdat dat goed voor de werkgelegenheid zou zijn. Juist elders renderen die investeringen veel beter. Een vergelijkbare conclusie trok eerder het Centraal Planbureau ook al ten aanzien van de werkgelegenheidseffecten bij deelname aan het Joint Strike Fighter project: het leidde slechts tot verdringing van banen tegen, zoals we nu weten, steeds verder oplopende kosten.
In een tijd waarin de agenda van permanente bezuinigingen van de Europese Commissie steeds moeilijker te verkopen is, is er juist een terrein is waar prima veel meer bezuinigd kan worden: de krijgsmacht en de wapenindustrie. Het afschaffen van de Franse en Britse kernwapens zou jaarlijks enkele miljarden opleveren en een belangrijke belofte van het Non-proliferatieverdrag inlossen: de uiteindelijke eliminatie van kernwapens. Het afschrijven van ‘besmette schulden’, veroorzaakt door met steekpenningen gesmeerde wapenaankopen, zou een andere goede stap zijn om de rekening van de crisis te leggen bij degenen die haar mede veroorzaakt hebben. Zulke maatregelen zouden ook laten zien dat in tijden van crisis Europa bereid is te investeren in een economisch gezond en duurzaam toekomstperspectief voor haar burgers, in plaats de oren te laten hangen naar diegenen die alleen vanuit een militaire blik naar veiligheid kunnen kijken en voor wie de verkoop van wapens het enige belang is.
Frank Slijper
Dit artikel is geschreven op basis van het rapport ‘Guns, debt and corruption – Military spending and the EU crisis’, een co-productie van de Campagne tegen Wapenhandel en het Transnational Institute (TNI). Het rapport en begeleidende ‘infographics’ zijn op hun beide websites te vinden.