Website Kerk en Vrede, 30 maart 2018 – Afgelopen week publiceerde de regering de nieuwe Defensienota, die de grote lijnen voor het beleid voor de komende jaren uit moet zetten. Een week eerder verscheen de nota ‘Wereldwijd voor een veilig Nederland’, over de algemene buitenland- en veiligheidsstrategie voor deze regeerperiode.
Deze geeft iets meer context aan de inhoud van de Defensienota, die zelf niet diep op beleid ingaat. In tegenstelling tot wat verwacht werd, wordt er ook nauwelijks nieuw beleid opgevoerd. Het is vooral een bevestiging van al bestaande plannen. Wel kondigt minister van Defensie Ank Bijleveld-Schouten een herijking in 2020 aan, dan komen waarschijnlijk extra investeringen en meer beleidskeuzes aan de orde.
In het regeerakkoord werd al aangekondigd dat er extra geld voor defensie beschikbaar komt, tot en met 2021 oplopend tot 1,5 miljard euro per jaar, wat neerkomt op 1,26% van het BNP. Dit is een forse verhoging, maar blijft nog wel onder de 2% van het BBP zoals de NAVO wenst. Uit de nieuwe nota blijkt dat het streven blijft om in 2024 wel op dat percentage uit te komen. Dat betekent dat er na 2021 in korte tijd nog flink wat geld bij moet komen, al ligt meer voor de hand dat er gedurende deze kabinetsperiode nog extra investeringen zullen plaatsvinden. Waar het extra geld in eerste instantie een beetje achter lijkt te blijven bij de wensen vanuit de NAVO, worden de capaciteitendoelstellingen van de NAVO, vooral met betrekking tot ‘slagkracht’ en ‘voortzettingsvermogen’ van militaire inzet, wel als leidend genomen.
Motivatie flinterdun
De motivatie voor de verhoging van het defensiebudget blijft flinterdun. De vermeende toenemende dreiging van Rusland, onrust in regio’s rondom Europa (inclusief terroristische dreiging) en de opkomst van nieuwe technologieën en middelen, waaronder cybertechnologie en buitenlandse inmenging, worden naar voren geschoven. Er worden de komende tijd meer zogenaamde vredes- en crisisbeheersingsoperaties verwacht.
Een echte analyse ligt hier niet aan ten grondslag, en de eigen rol van de EU en NAVO in het voeden van deze ‘dreigingen’ (uitbreiding NAVO naar het oosten, troepenopbouw die kant op, wapenexporten naar Noord-Afrika en Midden-Oosten enz.) blijft ook buiten beeld.
Er wordt weliswaar geschermd met aandacht voor conflictpreventie en voor de grondoorzaken van conflicten, vooral ook om migratie richting Europa te voorkomen, maar dit wordt nauwelijks verder uitgewerkt.
Drie pijlers
De Defensienota is verdeeld in drie pijlers: mensen, middelen en manieren. Retorisch zet het kabinet nu vooral op die eerste in. Defensie moet weer een aantrekkelijke werkgever worden, personeel vasthouden en meer nieuwe werknemers werven. Verhalen over problemen en misstanden in de krijgsmacht, die de afgelopen jaren naar voren kwamen, hebben de krijgsmacht geen gunstig imago als werkgever bezorgd. Meer inzet voor het werven van nieuwe militairen is inmiddels al zichtbaar: van de tijdelijke vestiging van een ‘popup-Brandstore’ in Amsterdam en later Utrecht tot het door militairen op straat uitdelen van flyers aan jongeren in de noordelijke provincies.
Op het gebied van ‘middelen’ worden veel nieuwe wapenaankopen en moderniseringen van huidige wapensystemen aangekondigd. Voor investeringen in de modernisering van de krijgsmacht wordt voor de komende zestien jaar 12,7 miljard euro begroot. Naast een forse uitbreiding van de ‘cybercapaciteit’ komt dit in de eerste plaats de marine ten goede, waar grote aankopen in de vorm van nieuwe onderzeeboten en fregatten op de rol staan. Grootste project voor de landmacht is de vervanging van de Fennek pantservoertuigen, terwijl de luchtmacht de al in gang gezette aanschaf van F35-gevechtsvliegtuigen verder zal doorvoeren. In een bijzin wordt vermeld dat, vermoedelijk voor gebruik door de F35, nieuwe middellange- en langeafstandsraketten zullen worden aangeschaft. De onderbouwing van de noodzaak van deze wapenaankopen en -moderniseringen ontbreekt grotendeels, los van het feit dat deze ook nauwelijks te onderbouwen zijn. Zo lijkt de aanschaf van nieuwe fregatten en onderzeeboten vooral ook bedoeld te zijn om de Nederlandse maritieme industrie te steunen.
Wel of geen kernwapenvrije wereld?
Opvallend is dat herhaaldelijk wordt gezegd dat Nederland vast zal houden aan zijn NAVO-kernwapentaak, die op termijn door de F35 van de F16 moet worden overgenomen, met vernieuwde kernwapens die op Vliegbasis Volkel komen te liggen. In een interview met Elsevier benadrukt minister Bijleveld dit nog eens extra. Het klinkt dan ook bijzonder ongeloofwaardig dat de regering zegt het doel van een kernwapenvrije wereld tegelijkertijd te willen nastreven.
De pijler ‘manieren’ draait met name om nieuwe werkwijzen. Zo moet er meer in Europees verband samengewerkt gaan worden, iets waar binnen de EU dit jaar al forse stappen voor zijn gezet met het Europees Defensiefonds en de start van Permanente Structurele Samenwerking (PESCO), al wordt nadrukkelijk gesteld dat er geen Europees leger komt. De Europese samenwerking moet ook de Europese poot binnen de NAVO gaan versterken. Er wordt eveneens gepleit voor meer samenwerking met industrie en kennisinstituten en meer civiel-militaire samenwerking. De binnenlandse rol van de krijgsmacht, in het kader van veiligheidsbeleid, zal worden uitgebreid.
Met de Defensienota bevestigt de regering de met het regeerakkoord ingezette lijn van versterking van de krijgsmacht en verhoging van het defensiebudget. Echte nieuwe plannen worden nog niet gepresenteerd, die zullen vermoedelijk later komen. Er staat inmiddels wel een hele rij geplande wapenaankopen en -moderniseringen op de rol, alsmede pogingen om defensie een betere werkgever te laten zijn. In die zin komt de nota een eind tegemoet aan wensen en lobby vanuit de krijgsmacht zelf, militaire vakbonden, de wapenindustrie en rechtse politieke partijen, al hadden die allemaal waarschijnlijk op nog voortvarender stappen gehoopt.
Tegengeluid?
Voor de vredesbeweging zal de inhoud van de Defensienota niet als een verrassing komen. Ook daar waren de meeste plannen al bekend. Vooralsnog heeft de lobby voor meer geld duidelijk de wind in de rug. Het blijft de uitdaging een beter hoorbaar tegengeluid te laten horen en verdere argumenten tegen de verhogingen van het defensiebudget, tegen werving van nieuwe soldaten en tegen nieuwe wapenaankopen te ontwikkelen.