Irak en de wereld van de wapenhandel

Irak en de wereld van de wapenhandel

Algemeen Doopsgezind Weekblad 01/02/03

In april 1990 kwamen in heel Europa de onderdelen te voorschijn voor een Iraaks superkanon. Daarmee werd het einde ingeluid van een gestage stroom Westerse wapens die aan het regime in Bagdad werden geleverd. Tussen 1980 en 1987 was Irak verwikkeld in een oorlog met buurland Iran. Gedurende die oorlog zou Irak van het hele Westen grote hoeveelheden wapens ontvangen. Daar bleef het niet bij. Iran kreeg zijn wapens van dezelfde leveranciers. Zo kon de oorlog doorgaan en stierven 1 miljoen mensen. Het was Henry Kissinger (voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten en in de periode 1986-1988 lid van de Commissie voor lange termijnbeleid van het Ministerie van Defensie en Nationale Veiligheidsraad) die de beweegredenen voor de leveringen aan de elkaar bevechtende partijen beschreef: de voortgang van de oorlog verzwakte beide partijen en verstrekte daarmee de positie van de Verenigde Staten. Dat is nog belangrijker dan de winsten die met deze wapenleveranties werden gemaakt.
Donald Rumsfeld de huidige Minister van Defensie van de Verenigde Staten bezocht Irak in 1983. De eerste aanvallen met gifgas op Iraanse doelen hadden toen al plaats gevonden en de Verenigde Staten waren daarvan op de hoogte. Delen van de telexen rond het bezoek zijn in augustus 2002 vrijgegeven. In één van die briefjes deelde Rumsfeld de Iraakse Minister van Buitenlandse Zaken Tariq Aziz mee: “We willen beide vrede en stabiliteit in de regio en een balans in de regionale machtsverhoudingen.” Dat laatste betekende controle op wapenleveranties aan Iran en steun aan het Iraakse leger door de Verenigde Staten.

Deze steun aan Irak komt op dit moment nauwelijks aan de orde in de media. Ook niet dat Nederlandse bedrijven wapens aan Irak en Iran leverden. Irak kocht bijvoorbeeld ingrediënten voor chemische wapens van twee Nederlandse bedrijven. KBS Holland leverde in 1983-84 chemische stoffen bruikbaar voor gifgassen en het Arnhemse bedrijf Melchemie leverde in de periode 1984-85 eveneens. In 1990 werd nog nachtzicht apparatuur geleverd aan Irak door het Nederlandse bedrijf Delft Instruments. Pas onlangs bleek dat deze laatste leveringen plaats vonden met medeweten van de Amerikaanse en Nederlandse inlichtingen diensten om zo meer zicht te krijgen op het gebruik van wapentechnologie in Irak.

Bovenstaande is maar een greep uit de wapenleveranties aan Irak. Op dit moment zullen er maar weinig landen en bedrijven zijn die het in hun hoofd halen om het Irak van Saddam Hoessein van wapens te voorzien, maar de opbouw van zijn leger vond al in de jaren tachtig plaats. Destijds kon met medeweten van de partijen die nu de oorlogstrom slaan flink verdiend worden aan die leveranties. Het is merkwaardig dat de gevolgen van die opbouw nu worden gebruikt als rechtvaardiging voor een oorlog. De leveringen hadden nooit plaats mogen vinden. Machtspolitieke overwegingen leidden destijds tot een besluit waarvan we nu de gevolgen zien. Een voorbeeld dat niet op zichzelf staat, de Afghaanse krijgsheren (waaronder Osama Bin Laden) werden voorzien van Westerse wapens om te vechten tegen de Russen, Joegoslavië kreeg tot 1991 Nederlandse wapens, Desi Bouterse tot na de December moorden en de Hutu regering in Rwanda Franse wapens tot tijdens de genocide etc etc.

Irak krijgt op dit moment geen Nederlandse wapens, maar in de rest van het Midden Oosten worden nog altijd wel klanten gezocht. Onlangs bezocht de Rotterdamse Droogdok Maatschappij (RDM) een wapenbeurs in Jordanië en legde daar de contacten om mobiel geschut aan de speciale troepen van Jordanië te kunnen leveren. Op deze beurs liepen eveneens militaire delegaties uit de Verenigde Staten, Groot Brittannië en Irak rond. Kan het nog gekker? Vrijwel iedereen is het er over eens dat de gevaarlijke situatie in het Midden Oosten niet opgelost kan worden zonder een oplossing voor het Palestijnse vraagstuk. Ook daar speelt Nederland weer een rol. Via Schiphol gaat een ‘verontrustende hoeveelheid’ wapens naar Israël, zoals GroenLinks Kamerlid Farah Karimi onlangs opmerkte naar aanleiding van vertrouwelijke informatie die zij kreeg.
Nederland en de Verenigde Staten zijn druk doende om Egypte onderzeeërs te leveren. Israël heeft kort geleden onderzeeërs gekocht in Duitsland en dreigt deze te bewapenen met kernwapens. Egypte op haar beurt heeft als reactie gezegd in dat geval hetzelfde te doen. Het kruitvat in het Midden Oosten wordt zodoende nog steeds van nieuwe brandstof voorzien.

Irak is nu om politieke en economische redenen een vijand van het Westen geworden. Wederom gaan wapens naar het Midden Oosten nu om de troepen opbouw in de regio te versterken en wederom speelt Nederland een belangrijke rol. In Capelle aan de IJssel bevindt zich een organisatie van het Amerikaanse leger belast met het vervoer van goederen, het zogenaamde Military Traffic Management Command. Het commando in Capelle is verantwoordelijk voor het organiseren van alle militaire vervoer van Hamburg tot Bahrein. Ook de militaire scheepsagent van de Verenigde Staten (MSC) heeft in Capelle een afdeling. Deze afdeling zet militaire schepen in voor vervoer vanuit Nederland, België, Duitsland en de Franse havens aan de Atlantische kust. Eind 2002 vertrok een schip met brandstof en water vanuit de Eemshaven naar onbekende bestemming. De Perzische Golf ligt voor de hand. De Nederlandse reder Van Ommeren sloot in november 2002 een contract met het MSC af. Ook sleepvaartbedrijf Smit Internationale heeft een contract met deze militaire scheepsagent. Ook hier ligt voor de hand dat de opbouw van de troepen in het Midden Oosten een rol speelt.

In Irak wonen ook aardige mensen. De Verenigde Naties beschreef de gevolgen van een oorlog voor de bevolking van Irak in een vertrouwelijk, maar uitgelekt document: o.a. 900.000 vluchtelingen, waarschijnlijk worden meer dan 3 miljoen mensen ziek als gevolg van een voedseltekort en de Wereldvoedsel Organisatie voorspelt 100.000 tot 400.000 gewonden in een land waar als gevolg van de oorlog geen gezondheidszorg zal bestaan. De directeuren van de Nederlandse Bank, Europese Bank en het Internationale Monetaire Fonds voorspellen allen dat een langduriger oorlog negatieve effecten voor de wereldeconomie zal hebben. Dat is vervelend voor ons, maar desastreus voor mensen in het Zuiden die al aan de onderkant van de maatschappij leven.
De prijs van een oorlog is te hoog. Bovendien zou het Westen ook de hand in eigen boezem moeten steken. Het feit dat Nederland nog steeds wapens aan het Midden Oosten levert laat zien dat maar nauwelijks gebeurt. ‘Dweilen met de kraan open,’ is hier als gezegde te zwak. Daarvoor zijn de gevolgen van oorlog te rampzalig.

Martin Broek, Campagne tegen Wapenhandel

De campagne tegen Wapenhandel doet onderzoek naar (Nederlandse) Wapenhendel, geeft informatie aan pers, bevolking en Tweede Kamerleden. We zijn voor ons werk vrijwel geheel afhankelijk van particuliere giften.

Informatie op het WWW:

Steun Stop Wapenhandel

Doneer