Uit: VD AMOK nr. 3, 2002
Het Ministerie van Justitie heeft besloten om de illegale handel in handvuurwapens naar Nederland krachtiger aan te gaan pakken. Betere controle op binnenkomende wapens, hechtere internationale samenwerking, gerichte opsporing van criminele organisaties en preventief fouilleren in risicogebieden zijn de maatregelen waar de Minister aan denkt, volgens een persbericht van het Ministerie. Het persbericht vervolgt: “De bewindsman reageert hiermee op de uitkomsten van een onderzoek naar smokkel van handvuurwapens vanuit voormalige Oostbloklanden naar Nederland, geschreven door medewerkers van de Universiteit Tilburg.” Dit rapport is grotendeels geschreven op basis van politiedossiers, waarin de oorsprong van in beslaggenomen wapens wordt getraceerd en gesprekken met personen van organisaties zoals Europol, Interpol, BVD, en het Bundeskriminalamt. Het rapport biedt veel feiten en gegevens over “een aanzienlijk deel van de illegale wapens die jaarlijks Nederland binnenkomen.” Beschreven wordt welke wapens in welk land door welke fabriek vervaardigd worden en zoveel mogelijk ook hoe ze naar Nederland zijn gekomen. Zo wordt ruim 20% van alle handvuurwapens die illegaal naar Nederland vervoerd worden in detail beschreven. Soms ontbreken ook essentiële gegevens. In welk jaar of jaren werden 100 containers met per vracht tientallen tot duizend Belgische wapens via Rotterdam naar het Midden-Oosten, Afrika en Ierland uitgevoerd.
Wapenhandel vanuit de voormalige Oostbloklanden naar Nederland roept ook een voor de hand liggende vraag op. Als ruim 20% afkomstig is uit de landen die eertijds tot het Warschau Pact behoorden, komt een kleine 80% uit andere delen van de wereld. Dit is verrassend – meestal wordt er van uitgegaan dat de wapens vooral uit het Oostblok komen. De vraag dringt zich op welke landen dit dan zijn. Daar kunnen we echter alleen maar naar gissen, maar landen als de Verenigde Staten, België, Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland liggen voor de hand. In het rapport wordt aan deze 80% hier vrijwel geen aandacht aan besteed. Het ligt dan wel buiten de onderzoeksvraag, maar een rapport dat als aanleiding voor de aanscherping van de opsporing dient, verdient een uitbreiding.
Opmerkelijk is ook de aandacht voor de economische rol die deze handel speelt. Die is vrijwel nihil. Transporten zijn risicovol, de wapens moeten worden geproduceerd en leveren in Nederland nauwelijks iets op, zo’n 700-900 Euro voor een pistool bijvoorbeeld, bij een inkoop waarde van een kleine 600 Euro. De exporteur, de tussenhandelaar en de opslag moeten daar ook nog eens van betaald worden. Echter je telt pas echt mee in het criminele wereldje als je beschikt maar vooral handelt in vuurwapens.(MB)
Bronnen:
Persbericht Ministerie van Justitie (05/07/02) en
Smokkel van handvuurwapens vanuit voormalige Oostbloklanden naar Nederland, IVA Tilburg, mei 2002.