Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van
Buitenlandse Zaken voor het jaar 2005
VERSLAG VAN EEN BEGROTINGSOVERLEG
De heer Van Bommel (SP): (…) Het afgelopen jaar is besloten om te beginnen met de bouw van korvetten voor Indonesië. Deze order past niet in een coherent Nederlands buitenlands beleid. Ontwikkelingssamenwerking steunt onderwijsprojecten in Indonesië, terwijl aan de andere kant grote bedragen worden verdiend met wapenverkopen aan Jakarta. Terwijl een groot deel van de bevolking honger lijdt, worden alleen de militairen beter van de wapendeals. Van iedere order blijft een deel aan de strijkstok hangen. Dat is de gangbare praktijk in Indonesië en daar moet Nederland niet aan meewerken.
Mevrouw Van der Laan (D66): Ik ben het eens met de heer Van Bommel dat wij geen korvetten moeten leveren aan Indonesië, maar wel vanuit het oogpunt van de EU-gedragscode. Ik begrijp echter dat de heer Van Bommel wil beslissen waar arme landen hun geld aan moeten uitgeven. De gedragscode is volgens hem niet zo belangrijk.
Mevrouw Karimi (GroenLinks): Zijn [Minister Bot] optreden in de VN-mensenrechtencommissie, zijn positie met betrekking tot het wapenembargo tegen China, zijn verzet tegen de bemoeienis van het Internationale Gerechtshof met het Palestijns-Israëlische conflict, de korvetten voor Indonesië, zijn steun voor Buttiglione, allemaal voorbeelden waaruit blijkt dat mensenrechten ondergeschikt worden gemaakt aan andere belangen. De koopman in hem is beter ontwikkeld dan de dominee.
29 800 V, Nr. 53, Vastgesteld 3 november 2004
Regering en parlement |