India’s verkiezingsbegroting: Forse groei voor defensie, niet voor ontwikkeling: Nederland profiteert mee
Begin februari 2009 organiseerde de Economische Voorlichtingsdienst (EVD) een handelsmissie naar India, onder leiding van Staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken. EZ trekt jaarlijks 10 miljoen euro uit voor ondersteuning van Nederlandse bedrijven die willen exporteren naar of investeren in India. Gekoppeld aan de handelsmissie werd een bezoek gebracht aan AeroIndia, een voornamelijk defensiegerelateerde luchtvaartbeurs die mede door het Indiase Ministerie van Defensie werd georganiseerd. Zeshonderd Indiase en internationale defensiebedrijven, waaronder Saab, EADS, Lockheed Martin en Dassault presenteerden op de beurs hun producten. Hoewel van tevoren was gerekend op een forse deelname vanuit de Nederlandse defensieindustrie, viel dat wat tegen: Onder de paraplu van de Netherlands Aerospace Group bezochten vier luchtvaartbedrijven AeroIndia, waaronder slechts een met ook militaire productie. Daarnaast was Thales Nederland vertegenwoordigd, het vroegere Holland Signaal. Dat lijkt een gemiste kans voor de Nederlandse defensie-industrie, temeer nu de Indiase regering haar interimbegroting heeft gepresenteerd, met een verhoging van 34% voor defensie. De helft daarvan is bestemd voor de aanschaf van wapens. In de periode 1998-2003 werden door de Nederlandse regering, vanwege de kernproeven en vanwege gespannen verhoudingen tussen de twee landen, geen wapenexportvergunningen afgegeven voor India en Pakistan. Maar inmiddels wordt weer volop aan beide landen geleverd.
Nederlandse export
Bij de analyse van de Nederlandse wapenexportgegevens over 2007 stelde de Campagne tegen Wapenhandel vast dat India terug is als grote klant op de Nederlandse defensiemarkt. India nam dat jaar voor bijna 22 miljoen euro Nederlandse militaire goederen af, vooral radarsystemen. Het gros van de Nederlandse wapenexporten loopt via Thales dat al enkele decennia een belangrijke leverancier is van militaire elektronica aan India. Midden 2008 maakte Thales nieuwe orders bekend, bestemd voor fregatten van de Indiase marine. Onder de licentieovereenkomst levert Thales alle cruciale onderdelen en bouwt het Indiase bedrijf BEL de uiteindelijke radarsystemen.
Niet als militaire export geboekt, maar wel degelijk uit de Indiase militair begroting betaald, waren baggerwerkzaamheden in de marinehaven van Karwar door Ballast Nedam in 2003, waarvoor de Nederlandse overheid een exportkredietverzekering garandeerde ter waarde van ¤ 13.333.100. En het baggeren van een kanaal naar de marinehaven van Mumbai door baggeraar Van Oord in 2005, geboekt voor ¤ 1.755.300. India wil grotere en diepere havens om zijn (nucleaire) vlootambities mogelijk te maken.
Millenniumdoelen in de knel
De gigantische verhoging van de defensiebegroting is verontrustend, zeker als je dat vergelijkt (zoals een Indiase kinderrechtenorganisatie deed) met de verhoging van slechts 0.45% voor basisonderwijs in de interimbegroting. “Op punten als gezondheid, onderwijs, bescherming en voeding is er in 2009 minder of op zijn best dezelfde begroting beschikbaar voor kinderen” staat in het rapport van het HAQ Centrum voor Kinderrechten. Nederland, dat de Millenniumdoelen hoog in het vaandel heeft staan, zou bij een dergelijke keuze voor bewapening ten koste van sociale investeringen geen exportvergunningen voor militaire goederen naar India moeten afgeven. Het gemeenschappelijke EU wapenexportbeleid biedt daarvoor voldoende aanknopingspunten. Daarin staan ethische criteria geformuleerd waaraan elke wapenexportorder moet worden getoetst. Onder meer moet bij aanvragen voor vergunningen worden gekeken naar “compatibiliteit van de wapenuitvoer met de technische en economische capaciteit van het ontvangende land, rekening houdend met de wenselijkheid dat staten aan hun legitieme behoeften inzake veiligheid en defensie voldoen met zo gering mogelijke aanwending van menselijk en economisch potentieel voor bewapening.” Het lijkt er niet op dat hier sprake is van ‘zo gering mogelijk aanwending’. Sinds de totstandkoming van het EU wapenexportbeleid in 1998 heeft Nederland echter slechts vier keer een wapenexportvergunning geweigerd op grond van dit zogenoemde ‘ontwikkelingscriterium’, op een totaal van 134 afgewezen vergunningsaanvragen en duizenden toegewezen vergunningen. Gevreesd moet worden dat een verhoging van het defensiebegroting met 34% gezien wordt als een vallend onder de ‘legitieme defensiebehoefte’ van India en dat, zoals de Nederlandse regering in zulke gevallen placht te stellen, de Indiase regering daar zelf voor kiest. Maar wiens keuze is het? De defensiebegroting wordt bepaald door legertop en regeringsleiders en is niet iets waar de gemiddelde sloppenbewoner of kasteloze op het platteland enige invloed op heeft.
Protesten in India
Ook Indiase vredesgroepen maken zich zorgen. Gelijktijdig met de AeroIndia beurs werd in Bangalore een driedaagse conferentie gehouden onder de titel “Ontwapening voor vrede en ontwikkeling” met sprekers over onder meer “The Cost of Arms Races & Proliferation in our Societies” en “Making the case for bringing the arms trade under control”. In de aanloop naar de conferentie schreven de organisatoren: “India is van plan om 126 gevechtsvliegtuigen voor 10 miljard dollar te kopen. Deze aankoop wordt wel omschreven als de ‘luchtmachtdeal van de eeuw’. Het geld voor deze aankoop is dringend nodig om alle Indiërs te voorzien van basisbehoeften zoals schoon drinkwater, sanitair, onderwijs, voedsel en onderdak.” Naar aanleiding van de presentatie van de interimbegroting organiseerde de Arms Control Foundation of India een briefing voor parlementariërs. Defensieanalist Ravinder Pal Singh zei op deze bijeenkomst “Wij zijn een land waar de regering een begroting aan het parlement voorlegt zonder zelfs maar een beleidsdocument erbij te leveren. We moeten manieren ontwikkelen om ervoor te zorgen dat onze militaire uitgaven, zowel voor binnenlandse als voor buitenlandse veiligheid, worden afgewogen tegen onze sociaal-economische uitgaven.”
Militaire ambities
Overigens zit in de Indiase defensiebegroting veel lucht. Het afgelopen jaar slaagde het Ministerie van Defensie er niet in om de voor aankopen bestemde begroting uit te geven en moest $1 miljard worden teruggestort in de staatskas. Militaire bedrijven klagen over een verstikkende bureaucratie en eindeloos durende testfases. De forse verhoging van de defensiebegroting in de interimbegroting moet dan ook mede gezien worden als een staaltje patriottistische show in het licht van de verkiezingen in het voorjaar. Toch moeten de Indiase defensieambities niet onderschat worden. Van oudsher bewapende India zich met het oog op de buurlanden Pakistan en China en dit blijft het belangrijkste zwaartepunt. Maar sinds enkele jaren wordt – in lijn met de meeste westerse defensieorganisaties – ook gestreefd naar een krijgsmacht met wereldwijde mogelijkheden. India ziet voor zichzelf als opkomende macht een globale rol weggelegd. Voor het bewaken van olie- en handelsroutes, het beschermen van Indiase expats in het Midden-Oosten (tijdens de Libanon-oorlog in 2006 werden ruim 2000 landgenoten geëvacueerd met Indiase marineschepen) en voor substantiële deelname aan internationale missies. India wil zijn militairen een andere rol geven. Daar hoort een ander soort bewapening bij dan een bewapening voor territoriale defensie. Als India dit streven doorzet dan zullen de defensie-uitgaven nog verder stijgen, ten koste van broodnodige ontwikkelingsinvesteringen.
Wendela de Vries
De Campagne tegen Wapenhandel volgt, net als Indiase vredesgroepen, de ontwikkelingen in India met zorg en werkt op dit moment aan een factsheet over de Nederlandse wapenexporten naar India en Pakistan, en een factsheet over de overheidssteun aan wapenbeurzen. Verkrijgbaar is al wel een factsheet over de relatie tussen wapenexport en duurzame ontwikkeling.