Explosive Stuff blog – Grote hoeveelheden munitie worden in 2018 en 2019 door Nederland vervoerd. Het opvallendste is een enorm transport van 9 mm munitie voor kleine wapens. Vanuit de fabriek in Tsjechië gaan de kogels via de haven van Rotterdam op weg naar de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), een van de belangrijkste partijen in de oorlog in Jemen.
Toen de VN in 1991 het Register voor Conventionele Wapens introduceerde, was een van de voordelen dat daarmee invoer en uitvoer konden worden vergeleken. Op deze manier kon niet-gerapporteerde wapenexport of -import worden opgespoord, door de informatie van de importeur of exporteur aan de andere kant.* Transparantie over doorvoer van wapens, zoals de Nederlandse overheid die geeft, zorgt voor extra informatie voor controle. Zeer nuttig wanneer een wapentransactie plaatsvindt tussen niet-zo-transparante partijen.
Doorvoer door Nederland wordt gedefinieerd als “‘het vervoer van goederen die uitsluitend het Nederlands grondgebied worden binnengebracht om via dat gebied te worden vervoerd naar een bestemming buiten het Nederlands grondgebied.”
Nederland rapporteert over de doorvoer van individuele leveranties die zijn grondgebied passeren in een spreadsheet dat maandelijks wordt bijgewerkt. Het geeft een beschrijving (inclusief kaliber), hoeveelheid, land van herkomst en van bestemming, de wijze van transport en waar de wapens Nederland verlaten. Het is onduidelijk hoe compleet deze rapporten zijn, maar de beschikbaarheid van informatie is een belangrijke stap die nodig is om de wapenexport te beheersen. Sinds 2005 zijn meer dan 20.000 leveranties gerapporteerd, waarvan de meeste over zee en door de lucht (sommige in combinatie met spoor- of wegtransport). Maar informatie alleen is niet genoeg om de wapenhandel te beperken, zoals de gang van zaken in Nederland laat zien. Zonder politieke wil om een restrictief beleid te voeren, helpt informatie niet.
In 2018 en de eerste twee maanden van 2019 passeerden 184 doorvoertransporten van meer dan 10.000 items de haven van Rotterdam en 76 miljoen stuks munitie verlieten dezelfde haven. Veertig van deze transporten hadden een omvang van één miljoen items of meer, in alle gevallen munitie. De grootste was een transport van meer dan 50 miljoen naar de Verenigde Arabische Emiraten (VAE).
Transporten kwamen voornamelijk van NAVO/EU-leden zoals de Tsjechische Republiek, Italië, Polen, Litouwen, Zweden, Turkije, het VK en de VS, maar ook uit Brazilië, China en Zuid-Afrika (zie tabel 1). Bestemmingen waren bijvoorbeeld Guatemala, Togo, Verenigde Arabische Emiraten en Oekraïne. De VS exporteerden 2,4 miljoen kogels voor kleine wapens naar dit laatste land, verstrikt in een burgeroorlog (zie tabel 2).
Maar laten we focussen op de oorlog in Jemen. Nederland heeft een restrictief beleid met betrekking tot de directe levering van militaire producten naar Saoedi-Arabië, Egypte en de VAE vanwege het vreselijke conflict op het Arabische schiereiland. Het grootste deel van de Nederlandse militaire productie valt echter buiten dit restrictief beleid: onderdelen voor wapensystemen, die worden geassembleerd tot eindproduct in fabrieken elders in de EU of NAVO (+ Australië, Japan en Zuid-Korea). Ook uitgezonderd is wapendoorvoer zonder overslag, bij wapens afkomstig uit EU- en NAVO+-landen via Nederlands grondgebied. Dit maakt de Nederlanders met zijn infrastructuur medeplichtig aan enorme transporten naar twijfelachtige bestemmingen.
In het geval van de kogels naar de VAE kwam de leverantie van een bondgenoot en werd door Nederland getransporteerd zonder overslag. Als zodanig zijn er volgens de Nederlandse regering (verwijzend naar zijn eigen regels) geen mechanismen voor controle. Zou er sprake zijn geweest van overslag, dan zou een doorvoervergunning vereist zijn.
De eerste vraag is hoe de door land omgeven Tsjechische Republiek wapens kan exporteren via de haven van Rotterdam en die doorreizen naar de Emiraten, zonder overslag van de lading naar een ander transportmiddel.
Tweede vraag: de Nederlandse minister van Buitenlandse Handel schreef dat bij een bondgenoot met een exportcontrolesysteem vergelijkbaar met, of in overeenstemming met, het Nederlandse systeem, een wapenzending niet opnieuw gecontroleerd hoeft te worden. Ze antwoordde ook op vragen van de SP en GroenLinks dat: “bij een lid van de Europese Unie – zoals in het geval van deze transactie – is er al getoetst aan de hand van de de acht criteria van de Europese Unie.” Maar het is bij deze munitielevering vrij moeilijk om de Tsjechische interpretatie van het EU Gemeenschappelijk Standpunt Wapenexport te begrijpen.
De Nederlandse minister verklaarde dat zij: “Gelet op de aard van de goederen (munitie) kan inzet in Jemen waarschijnlijk niet onomstotelijk worden uitgesloten.” Maar ook zegt ze geen druk te kunnen uitoefenen op andere EU-landen om zich aan een meer restrictief exportbeleid te houden. De Nederlandse overheid heeft echter zelf een aantal instrumenten om een ad-hoc vergunningplicht op te leggen bij doorvoer van goederen, als de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking dit nodig acht vanwege essentiële belangen van de nationale veiligheid.
Stop Wapenhandel werkt samen met de Tsjechische organisatie Nesehnutí, die de Tsjechische export naar de Emiraten heeft opgenomen met het Tsjechische parlement. Munitie is niet het dure of technologisch geavanceerde deel van wapenhandel, maar is, zelfs meer dan wapentuig, de brandstof waarop oorlogen en conflicten gedijen. Europese anti-wapenhandelsorganisaties gebruiken de beschikbare informatie in pogingen om een einde te maken aan de verwoestende oorlog in Jemen. Ze doen dit zelfs als overheden zich verschuilen achter regelgeving.
MB 23/04/19
* In 2017 rapporteerde Nederland bijvoorbeeld de uitvoer van 15 gevechtsvliegtuigen naar Jordanië, terwijl Amman daarvan geen melding maakte.
..