Argumenten VOOR en TEGEN de levering van korvetten naar Indonesië

Argumenten VOOR en TEGEN de levering
van korvetten naar Indonesië

VOOR
TEGEN
VOOR: De Nederlandse overheid besluit of een wapenexportvergunning wordt verstrekt. Als de overheid het goed vindt dan is het ook voor ons geen probleem. TEGEN: De Nederlandse overheid is belanghebbende (overeind houden militaire scheepsbouw, relaties met Jakarta) en heeft nauwelijks onderzoek gedaan naar inzet van dit soort schepen. Bovendien hebben bedrijven een eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid en mogen ze zich niet achter de overheid verschuilen.
VOOR: De schepen zijn voor kustwachttaken (bestrijding piraterij, smokkel e.d.) en dat is juist goed voor Indonesië. TEGEN: De schepen zijn uitgerust met raketten tegen oppervlakte doelen, zeedoelen, torpedo’s en een middelzwaar kanon. Dat is veel te veel en bovendien te duur voor kustwachttaken.
Een specialist in Jane’s Defence Weekly beweerde dat te zwaar bewapende schepen eerder tot escalatie leiden.
VOOR: De schepen kunnen ingezet worden tegen het internationale terrorisme en de dreiging dat door terroristen gekaapte schepen ingezet worden, zoals op 11 september 2001 de passagiersvliegtuigen in New York en Washington. TEGEN: Terroristen verplaatsen zich niet met jachtvliegtuigen, onderzeeërs, of zwaar bewapende schepen. Lichtere bewapening zou volstaan voor deze taak. Bovendien is veelal aangevoerde dreiging van een aanslag met een olietanker in de Straat van Malakka niet waarschijnlijk. Technisch is het vrijwel onmogelijk om schepen op deze manier in te zetten (zie voor een uitgebreid artikel Jane’s Intelligence Review feb. 2006)
VOOR: De schepen worden niet gebruikt bij mensenrechtenschendingen. TEGEN: Er zijn voorbeelden dat dit wel gebeurde. In West-Papua en Atjeh zijn dergelijke schepen gebruikt voor kustbeschietingen. Bij Atjeh en Oost-Timor voor een zeeblokkade. Bovendien kunnen ze ingezet worden voor transport van kleine groepjes speciale troepen, juist deze troepen nemen een groot deel van de mensenrechtenschendingen voor hun rekening.
VOOR: De schepen zijn te klein voor troepentransport. TEGEN: Een schip van vrijwel dezelfde omvang (1900 ton) wordt gebruikt voor: “training and trooptransport” (Jane’s Fighting Ships: Kri Hajar Dewantara). Bovendien kunnen dit soort schepen gebruikt worden voor het aan land brengen van kleine groepjes special forces. De schepen zijn bovendien niet zo klein. De vorige schepen die door Nederland zijn geleverd waren 1300 ton. De huidige schepen zijn dus bijna de helft groter.
VOOR: De schepen zijn niet inzetbaar tegen landdoelen. TEGEN: De producent van het geschut – Oto Melara – stelt dat projectielen voor de kanonen van de korvetten zijn uitgerust met 3 kilogram hoge explosieve lading voor o.a. kustbombardementen (zie Asian Defence Journal oktober 2005).
Ook conventionele munitie door de kanonnen worden afgevuurd.1 Het gaat om 120 granaten van 6 kg per stuk die over een afstand van 16 kilometer kunnen worden afgeschoten. Oto Melara: “Het kanon geeft de beste resultaten bij inzet tegen vliegtuigen, raketten en oppervlakte doelen, kortom het heeft unieke veelzijdige mogelijkheden.” Dit betekent dat een brede kuststrook kan worden bestookt.
Volgens Thales Nederland de leverancier van de vuurleiding is de modulatie van de door hun geleverde technologie niet bedoeld voor inzet tegen landdoelen, maar dat is nier meer dan een schrale troost.
VOOR: De schepen zijn bedoeld om de souvereiniteit van de Republiek Indonesië te verdedigen. TEGEN: De schepen worden ook gebruikt om zeeblokkades op te werpen. Momenteel (april 2006) speelt dit rond Papoea. Daar houdt de marine Papoea’s die het gebied wil ontvluchten op zee tegen.
VOOR: Indonesië mag toch zelf bepalen waaraan ze haar geld besteed. TEGEN: In de gedragscode wapenuitvoer van de Europese Unie staat dat uitgaven voor wapens in verhoudingen moeten staan tot de economie van het afnemende land. De Europese Unie vindt dus wel degelijk dat we ons hier over uit mogen spreken. Indonesië koopt dure schepen terwijl tientallen miljoenen onder de armoede grens leven, er een grote buitenlandse schuld is. Bovendien komt volgens de Wereldbank een groeiend deel van het geld voor bewapening uit ontwikkelingsbudgetten.
VOOR: Een levering van marineschepen levert werkgelegenheid op in Nederland. TEGEN: Dat is overdreven. Nederland heeft in de afgelopen 40 jaar acht grote nieuwbouw marineschepen verkocht (Nigeria, in 1965; Indonesië, drie in 1979; Griekenland, twee in 1991/82; en Taiwan, twee in 1987/88). Verder heeft er geen export plaats gevonden. De scheepsbouwer bestaat bij gratie van omvangrijke overheidssubsidies. Die kunnen ook ingezet worden voor het creeeren van andere banen, dat kan op lange termijn voor een zekerder bestaan van de werknemers van De Schelde leiden. Bij de huidige krapte op de scheepsbouw markt zijn er zelfs te weinig ervaren krachten voor de grote vraag naar schepen.
VOOR: Als Nederland niet levert dan levert een ander land wel. TEGEN: Europees wapenexportbeleid gaat uit van een gedragscode wapenuitvoer en die wordt met deze levering op drie punten geschonden. Nederland zou als voorzitter van de EU juist het goede voorbeeld moeten geven. Bovendien worden ook in andere landen acties tegen wapenleveranties naar Indonesië gevoerd, zoals Engeland, Zweden en de VS.
VOOR: Er is allang besloten om te leveren. TEGEN: Dat is niet waar op zijn vroegst over een jaar kan een exportvergunning verstrekt worden. Het is een steeds terugkerend fabeltje. Kamerlid Blom (PvdA) vroeg tijdens het Algemeen Overleg wapenexportbeleid van 16 maart 2006 of de Regering de Schelde er op zou kunnen wijzen dit niet steeds aan de pers te verkondigen.
Op zijn vroegst in september kan een exportvergunning aangevraagd en verstrekt worden.
VOOR: De banken hebben een zorgvuldige afweging gemaakt. TEGEN: De Manager Public Affairs van de Rabobank vertelde de Campagne tegen Wapenhandel dat die zorgvuldige afweging alleen gemaakt was op basis van overheidsinformatie en niet op basis van gesprekken met mensenrechten organisaties in Indonesië of Nederlandse NGO’s.