Beuken op de oorlogstrom

[Verschenen in Vredesspiraal 2014/4]

Internationaal gezien bepalen de afgelopen maanden twee brandhaarden grotendeels het nieuws: het conflict in Oekraïne en de gewelddadige confrontaties in het Midden-Oosten. In het eerste geval staan de daadwerkelijke schermutselingen vaak in de schaduw van de oplopende spanningen tussen enerzijds Rusland en anderzijds de NAVO- en EU-landen. In het Midden-Oosten staat vooral de opmars van de Islamitische Staat (IS) centraal.

De manier waarop de Nederlandse, en eigenlijk elke westerse, regering met deze situaties omgaat toont eens te meer aan dat het internationale beleid gestoeld is op (economisch) eigenbelang en op geloof in geweld.

Oekraïne
Ontwikkelingen in de internationale politiek gaan snel. Na het neerhalen van vlucht MH17 boven Oekraïne waren de ogen van de wereld, en in het bijzonder de Nederlandse, voluit gericht op het conflict in dat land. Met de opkomst van de IS en het uitblijven van verder direct gevoeld ‘Russisch gevaar’ verplaatst de aandacht zich net zo snel weer. Intussen blijven de gewelddadige confrontaties in Oekraïne zich voordoen, en maken alle strijdende partijen zich schuldig aan ernstige misdaden en mensenrechtenschendingen.
De rol van het Westen hierin is uiterst controversieel. Door voortdurend de Russische inmenging aan te klagen en sancties in te stellen, proberen westerse regeringen te verzwijgen dat ze eerder dit jaar zelf een regering met extreem-rechtse elementen in het zadel hebben geholpen. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans wuifde kritiek hierop eenvoudig weg. Dat de oostwaartse uitbreiding van NAVO en EU door Rusland logischerwijze als een gevaar en provocatie gezien wordt, lijkt ook niet door te dringen.
De Europese afhankelijkheid van Russisch gas is om milieu- en mensenrechtenredenen problematisch te noemen, maar draagt paradoxaal genoeg ook bij aan het enigszins in toom houden van spanningen en agressief taalgebruik.

Midden-Oosten
De chaos en het geweld in het Midden-Oosten en Noord-Afrika deze eeuw zijn bijna niet meer te overzien. De oorlog tegen Irak, de conflicten rond het nucleaire programma van Iran, de Israëlische bombardemenen op Gaza, de burgeroorlogen in Syrië en Libië, de keiharde repressie tegen volksopstanden tijdens de Arabische Lente en de tijd daarna, de opmars van de IS, de lijst is eindeloos.
Het Westen speelde in nagenoeg alle gevallen een dubieuze rol, die ook op langere termijn desastreuze gevolgen heeft. Diverse militaire interventies hebben een proces van chaos en verwoesting ingezet en ertoe bijgedragen dat soennieten en sjiieten steeds vaker lijnrecht tegenover elkaar zijn komen te staan, wat voor een deel de populariteit van de IS onder soennieten verklaart. Dubieuze bondgenoten, met name Saudi-Arabië en Qatar, worden consequent de hand boven het hoofd gehouden vanwege strategische en oliebelangen in de regio. Deze landen bevinden zich op hun beurt ook in een kluwen van tegengestelde belangen, waardoor ze bijvoorbeeld zowel de IS bewapenen als deelnemen aan bombardementen ertegen.

Bombardementen op Irak
Ook de Nederlandse regering heeft F16’s ter beschikking gesteld voor bombardementen op Irak. Politiek gezien gingen alle partijen mee, met uitzondering van de SP en de Partij voor de Dieren. Zij wezen op de onhaalbaarheid van gestelde doelen en op het grote risico op verdere escalatie. Harry van Bommel (SP) zei raak: “De belangrijkste les die getrokken kan worden, is dat westerse militaire interventies zelden tot positieve resultaten en vaak tot een toename van geweld leiden.” En Marianne Thieme (PvdD): “De problemen zijn complex en helaas de oplossingen ook. Bombarderen maakt volgens vrijwel alle militaire analisten de situatie alleen maar erger.”
De woorden waren aan dovemansoren gericht. Alle andere partijen stemden in met de deelname van Nederlandse F16’s aan de bombardementen op Irak. Men riep om het hardst dat “er wat moet gebeuren” en bevestigde het geloof in militaire middelen om met conflicten om te gaan.

Wapenhandel
Wat Nederland, net als veel andere landen, ook blijft doen, is het Midden-Oosten volpompen met nog meer wapens. In 2013 bedroegen de afgegeven wapenexportvergunningen aan het Midden-Oosten en Noord-Afrika door Nederland 116,63 miljoen euro. De Europese Unie verstrekte in 2012 voor €9.7 miljard wapenexportvergunningen aan het Midden-Oosten, een stijging van 22% ten opzichte van 2011, het jaar van de Arabische Lente.
Volgend jaar februari vertrekt een vijfdaagse Nederlandse economische missie naar de Verenigde Arabische Emiraten. De missie is alleen bedoeld voor deelnemers uit de defensie- en veiligheidsindustrie en staat onder leiding van minister Hennis van Defensie. Deelname aan de IDEX in Abu Dhabi, een van de grootste en belangrijkste wapenbeurzen ter wereld, staat centraal. De koepelorganisatie van de Nederlandse defensie-industrie, de NIDV, schrijft dat voor de missie gekozen is vanwege een “versterkte belangstelling voor het Midden Oosten” onder wapenbedrijven.
Hoe verwerpelijk ook, vanuit economisch oogpunt is dat helaas volstrekt logisch. De organiserende Rijksdienst voor Ondernemend Nederland merkt op: “Het defensiebudget van de regio als geheel neemt per jaar met circa 12 % toe.”

Verhoging defensiebudgetten
Ook in het Westen groeien de defensiebudgetten weer. De VS roepen al geruime tijd dat Europa voor defensie te afhankelijk van hen is en meer geld in defensie moet steken om op eigen benen te gaan staan. Tijdens de NAVO-top in Wales begin september werd dit nog eens herhaald. Vrijwel alle NAVO-landen zouden hun defensiebegroting op moeten krikken tot minimaal 2% van het BNP, zoals in een ver verleden ooit is afgesproken.
In Nederland klonken geluiden voor meer geld voor defensie steeds harder vanuit de krijgsmacht zelf en vanuit de rechterzijde van de politiek. Dat vertaalde zich in 100 miljoen euro extra voor defensie in 2015. Ook voor de jaren daarna wordt structureel meer geld voor de krijgsmacht vrijgemaakt. Een bedenkelijke trendbreuk na jarenlang bezuinigen.
Het extra geld zal volgens minister Hennis onder meer gebruikt worden voor de aanschaf van extra munitie en van helikoptercapaciteit. Ze noemde de verhoging van het defensiebudget een stap in de goede richting, want “we moeten immers antwoord kúnnen blijven geven op de geopolitieke ontwikkelingen.”

Weg van geloof in geweld
Ook uit deze uitspraak blijkt weer een rotsvast geloof in het gebruik van miliaire middelen. Dit geloof in geweld vormt, naast het nastreven van (economisch) eigenbelang, de kern van het Nederlandse buitenlands beleid. Het buitenland wordt gezien als wingebied en/of als gevaar. Het bereiken van rechtvaardige verhoudingen in de wereld staat niet op de agenda.
In het geval van Oekraïne zijn de belangentegenstellingen tussen Rusland en de NAVO/EU vlak onder de oppervlakte zichtbaar. In het Midden-Oosten kan het westen zich makkelijker beroepen op humanitaire motieven, maar spelen diverse eigen belangen (olie, voorkomen vluchtelingenstromen, strategische posities) net zo hard mee.
Hoe dan ook, de keus voor confrontatie, voor bombardementen en het bewapenen van strijdende partijen is doorgaan op dezelfde weg. Het zal nog meer geweld en chaos veroorzaken en vrede en rechtvaardigheid geen stap dichter bij brengen. De vredesbeweging is relatief stil, de kwesties zijn ook niet gemakkelijk, maar het is toch mede aan ons te blijven pleiten voor alternatieven, voor werkelijk vredesbeleid. Voor diplomatie, onderhandelingen, samenlevingsopbouw van onderop, verzoeningswerk, democratisering en al die andere noodzakelijke vreedzame stappen die in het regeringsbeleid geen enkele prioriteit hebben.