De gewapende beschermers van klimaatverandering

Buiten de orde 29/02/20 n.a.v debat 2DH5 festival 2 feb : 15:30 – 16:45 – Auditorium (BAK), Pauwstraat 13A Utrecht

De krijgsmacht maakt zich op om ons te beschermen bij de komende klimaatverandering. Met een International Military Council on Climate and Security wordt kennis ontwikkeld over hoe legers zich moeten voorbereiden op de komende rampen. Dat de krijgsmacht zelf een hele grote vervuiler is, met alle zware vliegtuigen, voertuigen en vaartuigen zelfs de meest vervuilende organisatie, is daarbij natuurlijk een beetje pijnlijk.

Daarom wordt gestreefd naar verduurzaming. Bij wijze van proef vliegen 4 Nederlandse F-16’s met brandstof waarin 5% frituurvet is bijgemengd. Je moet er niet aan denken hoeveel milieuschade er wordt aangericht als de krijgsmacht in zijn totaliteit op biobrandstof zou overstappen.

Militairen zien voor zichzelf een belangrijke rol als hulpverlener na klimaatrampen. Er is ervaring opgedaan in het Caraïbisch gebied, het rijksdeel waar klimaatverandering nu al een zware wissel trekt. Orkanen zijn er een jaarlijks fenomeen, maar door klimaatverandering worden ze heftiger en nemen ze zwaardere regens mee, waardoor de kans op overstroming toeneemt. Orkaan Imelda raasde in 2017 over Sint Maarten. Het Nederlands marineschip Karel Doorman bracht hulpgoederen en materieel voor herstelwerkzaamheden. Nederlandse militaren zagen toe op orde en veiligheid. Ook na de recente ramp op de Bahama’s verleende Nederlandse militairen bijstand. Amfibisch transportschip Johan de Witt en twee ondersteuningsschepen waren toch al in de buurt voor een oefening. Als de marine voor hulpverlening eerst vanaf Nederland naar het Caraïbisch gebied moet varen gaat daar nogal wat tijd overheen. Maar er ligt permanent een marineschip in ‘de West’ gestationeert en de krijgsmacht ziet mogelijkheden voor taakuitbreiding. Ze beschikt immers over een snel inzetbaar logistiek apparaat. De vraag is natuurlijk wel of het zo fijn is als de orde op je eiland bewaakt wordt door zwaarbewapende Nederlandse militairen. Ook is de vraag of niet beter geïnvesteerd kan worden in kustbescherming, steviger woningen en stormschuilplaatsen. En wie moet helpen als de militairen elders zijn ingezet voor oorlog of interventie – dat blijft natuurlijk hun hoofdtaak.

De krijgsmacht maakt zich zorgen over ‘klimaatveiligheid’. Door klimaatverandering zullen oorlogen, migratie en geopolitieke instabiliteit toenemen. Maar de militaire mannen en vrouwen staan pal aan de grenzen. Want stel je voor dat al die mensen die slachtoffer worden van watertekort, misoogsten en overstroming als gevolg van de onverantwoorde westerse CO2-uitstoot hun overlevingskans in het westen komen zoeken. Met hulp van de nieuwste technologie uit de wapenindustrie zal de krijgsmacht ons niet alleen beschermen tegen de Russen en de Chinezen maar ook tegen klimaatvluchtelingen. Voor klimaatvluchtelingen geen ‘klimaatveiligheid’. Want als Nederlandse militairen het hebben over veiligheid gaat het in de eerste plaats over de veiligheid van Nederland, Europa en de NAVO.

En verder zal de krijgsmacht blijven doen wat ze al doet sinds de voor sommigen Gouden Eeuw: het beschermen van de toegang tot grondstoffen, met name fossiele brandstoffen. De duurste wapensystemen van het Nederlands leger, de F-35 gevechtsvliegtuigen en de LC-fregatten, zijn niet bedoeld voor grensbescherming maar voor oorlogvoering op de lange afstand. Daar komen als het aan Defensie ligt nog een paar miljarden kostende onderzeeboten bij. Om op te treden overal waar economische concurrenten de grondstofaanvoer zouden kunnen bedreigen. Of waar eigenwijze nationale regeringen zelf over oliebronnen willen beschikken, in plaats van buitenlandse maatschappijen de vrije hand te laten hebben. De krijgsmacht is de gewapende arm van de vrije-marktpolitiek. ‘Onze’ militairen zullen het plunderen van de planeet desnoods met geweld mogelijk blijven maken. Dat is nu eenmaal hun taak.

Wendela de Vries