VredesMagazine september 2012 – Eind 2011 werd de Campagne tegen Wapenhandel getipt over een Indonesische legerdelegatie in Nederland die interesse toonde voor tweedehands Leopard-tanks van de landmacht. Zowel Nederland als Duitsland bieden deze tanks te koop aan, maar de Nederlandse types zijn iets moderner en dus aantrekkelijker. Tegelijkertijd kregen we bericht uit Indonesische kringen: Imparsial, de organisatie van de vermoorde mensenrechtenactivist Munir, vreesde dat nieuwe tanks ingezet konden worden tegen demonstranten in Indonesische steden.
De Campagne tegen Wapenhandel stond meteen op scherp: Nog niet zo lang geleden werden Nederlandse pantservoertuigen in Bahrein ingezet tegen demonstranten op het Parelplein. En in Indonesië zijn in oktober 2011 17 mensen op West-Papoea omgekomen tijdens een demonstratie voor meer onafhankelijkheid. De ‘ordehandhaving’ bij die demonstratie was in handen van de Indonesische politie, het leger stond erbij en keek ernaar. Op internet circuleren filmpjes waarop duidelijk te zien is hoe hardhandig de Indonesische overheid hier optreedt.
Maar minister Hillen van Defensie wil erg graag zaken doen: als hij de “Leo’s” kan verkopen heeft hij geld voor de aanschaf van MALE-drones, onbemande vliegtuigen van het type ‘grote afstand, vele mogelijkheden’. Een drone-type waarvan in eerste instantie een onbewapende variant wordt aangekocht, die in een later stadium gemakkelijk bewapend kan worden. Nederland wil dit nieuwe type luchtwapen graag kopen, maar heeft geen ruimte op de defensiebegroting, tenzij Defensie wat bij kan beunen met de verkoop van tweedehands spullen.
Oppositie laat zich horen
Om de zaak aan te kaarten schrijft de Campagne tegen Wapenhandel een stuk over de dreigende deal en informeert leden van de Tweede Kamer. Daarop gaat het balletje rollen: Op 13 december dient GroenLinks Kamerlid El Fassed samen met Van Dijk van de SP en Eijsink van de PvdA een motie in tegen verkoop aan Indonesië. De Tweede Kamer, die zich de Nederlandse wapens in de Arabische lente nog goed herinnert, stemt met ruime meerderheid voor deze motie.
Intussen zit ook de oppositie in Indonesië niet stil. Kritische parlementariërs vragen zich af wat het strategisch nut is van tanks in een eilandenrijk met slechte wegen. Een medewerker van onderzoeksinstituut Ridep (Center for Alternative Defence and Security Studies) merkt op dat “een Leopard van 64 ton die in een rijstveld terecht komt er moeilijk uit te krijgen is.” Er bestaat aan Indonesische zijde duidelijk grote twijfel over de aankoop. Maar een hoge Indonesische landmachtofficier klaagt dat “Singapore wel tanks heeft, maar wij niet”. En daarmee wordt de achtergrond van de tankdeal duidelijk: de Indonesische landmacht voelt zich achtergesteld ten opzichte van luchtmacht en marine, die voor veel geld wordt gemoderniseerd en uitgebreid. De landmacht wil ook wat nieuws!
Treuzeltaktiek
Ondanks een duidelijke Kamermeerderheid tegen de verkoop wil de regering de potentiële klant niet laten schieten. Volgens de regering is “de mensenrechtensituatie in Indonesië sterk verbeterd.” Samen met IKV/Pax Christi en OxfamNovib levert de Campagne tegen Wapenhandel informatie aan Kamerleden over betrokkenheid van leger en politie bij mensenrechtenschendingen. Ook in Nederland wonende Papoea’s en Molukkers mengen zich in het debat en schrijven een brief aan de Kamer en overhandigen een petitie. Zij weten maar al te goed hoe Jakarta zijn dominantie handhaaft tegenover naar meer autonomie strevende delen van Indonesië.
Daar tegenover staat de lobby van de defensie-industrie, met name die van scheepswerf Damen, die net een contract voor een geleidewapen-fregat heeft getekend met Indonesië en op vervolgorders hoopt. Volgens de Telegraaf “smeekt” scheepswerf Damen de regering om de relaties met Indonesië goed te houden. De werf “vreest voor het prettig werkklimaat tussen Nederland en Indonesië” en voor verlies van Nederlandse werkgelegenheid. Een deel van de werkgelegenheid is door Damen zelf al naar het buitenland verplaatst: het fregat wordt in Soerabaja afgebouwd. De vraag of werkgelegenheid boven mensenrechten gaat wordt in de Telegraaf niet gesteld.
Tweede poging Kamer te overtuigen
In het voorjaar probeert de regering de Kamer er nogmaals van te overtuigen dat het met de mensenrechten in Indonesië tegenwoordig veel beter gaat dan vroeger. En in de media verschijnen berichten dat een Nederlandse weigering geen zin heeft, want als Nederland niet levert zal Indonesië de tanks in Duitsland kopen. (Fantastisch argument: Waarom zou ik de bank niet beroven? Anders doet een ander het wel.) De Telegraaf gooit weer olie op het vuur door te melden , dat de regering binnenskamers allang met de deal heeft ingestemd. De Tweede Kamer houdt echter voet bij stuk en blijft de levering afwijzen.
De regering vraagt vervolgens tijd om zich te beraden. Er volgt een stilte. De deal wordt goedgekeurd noch afgewezen. Totdat de media berichten dat Indonesië heeft besloten de tanks in Duitsland te kopen. De Tweede Kamer wordt als de kwaaie pier afgeschilderd: zij zou naïef zijn, niet in het belang van Nederland handelen, en bovendien niets bereiken nu de Duitsers alsnog gaan leveren.
Maar bestaat er dan niet iets zoals een Europees wapenexportbeleid? Is daarin niet afgesproken dat als het ene land een order op grond van mensenrechten afwijst, een ander Europees land dan niet alsnog gaat verkopen? Echter, Nederland heeft de order niet officieel afgewezen.
Trucs in verkiezingstijd
De gang van zaken is erg vreemds. Als de regering de order tegen ze wens van de Kamer in wil doorzetten, waarom heeft zij er dan geen exportvergunning afgegeven? Mag de regering bij de export van tweedehands wapens de wens van de Kamer eigenlijk wel negeren? Zo niet, waarom is de exportvergunning dan nooit officieel geweigerd, nadat de Kamer zich tot twee keer toe tegen de levering heeft uitgesproken?
Om dit uit te vinden dient de Campagne tegen Wapenhandel een WOB (Wet Openbaarheid van Bestuur) verzoek in voor het vrijgeven van standaard-verkoopcontracten voor tweedehands Defensiematerieel. Het verzoek wordt gehonoreerd en de aap komt uit de mouw: in exportcontracten van de Nederlandse overheid staat dat “It is understood that the sale of the Goods requires the consent of the Netherlands parliament.” Met andere woorden: de regering moet de exportvergunning voor de tanks weigeren, omdat de Tweede Kamer niet instemt.
De regering heeft dat echter niet officieel gedaan. En daarom mag Duitsland de tanks nu wel leveren. Het is een slimme constructie: De regering treft geen blaam, Indonesië is niet openlijk geschoffeerd, de Tweede Kamer kan de schuld krijgen en Angela Merkel kan een dealtje sluiten.
Wil Indonesië wel tanks?
Ook in Duitsland bestaat oppositie tegen wapenhandel, en zodra bekend wordt dat Indonesië zich op de Duitse tanks gaat richten stuurt de Campagne tegen Wapenhandel het hele dossier naar de Duitse collega’s. Zowel Linke, Grünen als SPD verklaren zich kort daarop tegenstander van de deal. De Grünen eisen een debat in de Bundestag, een zeldzaamheid in Duitsland waar wapenexporten veelal zonder veel parlementaire controle plaatsvindt. In die zin is de deal juist een stimulans voor de Duitse anti-wapenhandelbeweging. De lobby van Aktion Aufschrei, de nieuwe Duitse coalitie van vredes- en mensenrechtengroepen, lijkt zijn vruchten af te werpen.
Maar niets is op moment van schrijven zeker. Tijdens een bezoek van Bondskanselier Merkel aan Indonesië wordt opmerkelijk genoeg niet over wapenexport gerept. Het zou ook kunnen, dat de Indonesische landmacht binnenslands de kous op de kop heeft gekregen en toch geen dure overbodige speeltjes aan mag schaffen.
Martin Broek & Wendela de Vries