Verkiezingsprogramma
DENK wil dat “Nederland voorop loopt om de internationale wapenhandel aan banden te leggen” en “strengere wapenembargo’s voor landen die mensenrechten schenden”. Ook wil de partij geen nieuwe onderzeeboten, helikopters en gevechtsvliegtuigen aanschaffen.
In de Kamer
De fractie van DENK sprak zich een paar keer fel uit tegen de internationale wapenindustrie en de rol van Nederland als wapenexporteur. Kamerlid Öztürk zei: “Ook Nederland exporteert heel veel wapens. Het imago is dat we vrede brengen, maar we verkopen ook heel veel wapens helaas en daar moeten we ons niet voor laten misbruiken.”
DENK kreeg bijna Kamerbrede steun voor een motie over de noodzaak van een VN-wapenembargo tegen Myanmar. Een motie om Israël aan te spreken op wapenleveringen aan hetzelfde land werd ruimschoots verworpen. De partij stemde voor moties voor wapenembargo’s tegen Saoedi-Arabië en Egypte, maar tegen een wapenembargo tegen Turkije. Ook een motie om bij aanvragen voor wapenexportvergunningen mee te wegen of “eerdere leveringen aan de betreffende eindgebruiker zijn gebruikt in overeenstemming met het mensenrechtencriterium” werd door DENK afgewezen. De invoer van een vergunningplicht voor de uitvoer van surveillancetechnologie kon wel op steun rekenen, evenals een SP-motie om geen ‘smart vests’ voor Nederlandse militairen in te kopen bij het Israëlische wapenbedrijf Elbit.
DENK stemde voor het instellen van het Defensiematerieelfonds en steunde moties voor het meer betrekken van de Nederlandse wapenindustrie bij de bouw van nieuwe onderzeeboten, ook met het oog op toekomstige exportkansen. Daarnaast steunde de partij een VVD-motie voor het instellen van onderzoek naar EU-wapenexportrichtlijnen en mogelijke belemmeringen voor de Nederlandse industrie door de vermeend strenge Nederlandse toepassing.