European Defence Procurement-bijeenkomst: feestje van de wapenlobby

Op 15, 16 en 17 februari vindt in Amsterdam de bijeenkomst ‘European Defence Procurement’ plaats. Vertegenwoordigers van krijgsmachten en van de wapenindustrie komen samen om te praten over bewapening, wapenexportbeleid en nieuwe EU-financiering voor militair onderzoek. Ze proberen hun banden nog verder aan te halen. Intussen hebben de grote Europese wapenbedrijven die op de bijeenkomst aanwezig zijn al grote invloed op Europees beleid. Al jaren lobbyen zij, met steeds meer succes, voor hogere defensiebudgetten én voor een militarisering van de EU.

 
CEO’s van BAE Systems, Airbus, Leonardo-Finmeccanica, SAAB en MBDA (een joint venture van Airbus, BAE en Leonardo) maken deel uit van de zogenaamde ‘Group of Personalities’, die, geïnitieerd door de Europese Commissie, advies geeft over EU-financiering voor onderzoek naar nieuwe wapens. Hun voorstel om in de periode 2021-2027 3,5 miljard euro hiervoor vrij te maken is klakkeloos overgenomen door de Commissie en door het Europees Parlement.
 
Airbus, BAE Systems en Leonardo-Finmeccanica waren ook vertegenwoordigd in een eerdere ‘Group of Personalities’, die de EU adviseerde over financiering van security-onderzoek. In een periode dat expliciet militair onderzoek op EU-niveau nog een stap te ver was, wist de wapenindustrie de afgelopen jaren zo toch veel Europees onderzoeksgeld binnen te slepen. Met name de grote wapenbedrijven profiteerden van deze security-poot van EU-gefinancierde onderzoeksprogramma’s, die daarmee ook bijdragen aan steeds sterker militair karakter van ‘oplossingen’ voor al dan niet veronderstelde veiligheidsproblemen.
 
Zo wordt stap voor stap gewerkt aan het verstevigen van een eigen Europees militair-industrieel complex. De nieuwe EU-plannen, die naast de onderzoeksfinanciering ook een capaciteitspoot met een gewenst budget van 5 miljard euro per jaar behelsen, zijn nadrukkelijk ook bedoeld voor het versterken van de competitieve positie van de Europese wapenindustrie op de wereldmarkt. Gericht op nog meer wapens exporteren dus. Ook de wens om de interne Europese markt voor wapens vrij te geven, waarbij geen vergunningen voor export binnen de EU meer nodig zijn, past binnen dit stramien. Wanneer het ene land een vergunning voor een wapenexport naar een land buiten de EU weigert, kan een wapenfabrikant zo via een land met een soepeler beleid alsnog tot levering overgaan. Dit voorspelt weinig goeds, zie de bijdrage van de het afgelopen decennium voor ruim 80  miljard euro aan het Midden-Oosten geleverde Europese wapens in de chaos en het geweld in die regio.
 
In een eensgezind roepen samen met hoge militairen en rechtse politici, pleiten dezelfde bedrijven, zowel individueel als in het georganiseerde verband van lobbyorganisaties ASD en EOS, al jaren voor hogere Europese defensiebudgetten. Een streven dat de wind mee heeft, in een tijd van het opvoeren van spanningen met Rusland en angst voor terroristische aanslagen, met een nieuwe Amerikaanse president die zich schijnbaar deels van de NAVO afkeert en vindt dat Europa zelf meer geld aan militaire uitgaven moet besteden. En met de stijgende budgetten neemt ook de westerse markt voor de wapenindustrie weer een vlucht.
 
Vertegenwoordigers van Airbus en BAE Systems behoorden tot de selecte club ‘deskundigen’ die door de Werkgroep over defensie in voorbereiding op het Verdrag van Lissabon (2007) werden geconsulteerd. Resultaat: een in het verdrag overgenomen advies om lidstaten te verplichten hun militaire vermogens te verbeteren. Een echo die terug te horen is in de vorig jaar door EU-Commissaris Mogherini uitgebrachte ‘Global Strategy for the European Union’s Foreign And Security Policy’, ook daarin staat een robuuster militair Europa, met meer uitgaven voor defensie, centraal.
 
Dit alles draagt eraan bij dat in EU-beleid en praktijk sneller naar militaire antwoorden gegrepen wordt. Hoe slecht die ook steeds blijken te werken. De door de Britten en Franse geleide interventie in Libië heeft vooral een verergering van de burgeroorlog veroorzaakt. Het militariseren van de Europese grensbewaking heeft meer dode vluchtelingen, die steeds gevaarlijkere routes moeten kiezen, tot gevolg. Een ander pad, waarin bijvoorbeeld conflictpreventie en -beheersing, en het wegnemen van oorzaken van oorlog en vluchtelingenstromen centraal staan, biedt meer zicht op duurzame toekomstgerichte oplossingen, maar raakt zo steeds verder uit beeld.