Holland bedankt!; Wapenonderdelen voor Israëlische leger

Ravage nr. 6, 27 april 2002

Nederland draagt op verschillende manieren bij aan de wapenvoorraad van het Israëlische leger. Zo vliegen haar F-16’s met Nederlandse onderdelen en is Schiphol een belangrijke doorvoerhaven voor Israëlische wapentechnologie. Ook koopt Nederland zelf wapens in Israël. Nederland levert in principe geen wapens aan landen waarmee de mensenrechten kunnen worden geschonden. Officieel levert het ook geen materieel aan spanningsgebieden. In Den Haag noemt men dat een ‘restrictief wapenexportbeleid’. Dat Nederland zijn eigen wapenexportrichtlijnen nauwelijks serieus neemt, blijkt maar al te vaak in de praktijk. Zowel tijdens de eerste Intifada (1987-1993) als de (sinds september 2000) leverde Nederland wapenonderdelen aan Israël. In de afgelopen tien jaar gaf de overheid toestemming voor wapenleveranties aan Israël voor meer dan 45 miljoen euro. Daarvan werd 38 miljoen daadwerkelijk geleverd.

Rambo

Niet alleen de financiële omvang van de leveranties telt, het gaat ook om wat er wordt geleverd. De bemanning van de M-109 houwitsers, die ingezet worden in Israël, is opgeleid in een Nederlandse simulator van Van Halteren Metaal in Bunschoten (10% van de Nederlandse leveringen stond in verband met deze houwitser trainer). Van Halteren leverde tevens voor 318.000 euro aan wielen voor gepantserde bulldozers.
Het zijn deze voertuigen die in de Golfoorlog de loopgraven dichtschoven, waardoor de Irakese soldaten levend werden begraven. Ook ideaal voor het platbulldozeren van huizen, zoals we dat de afgelopen maanden regelmatig op de televisie hebben kunnen zien. De wielen werden geleverd tussen januari en maart 2001.
Een ander wapenonderdeel dat Nederland leverde, kostte slechts twee eurocent per stuk. Het gaat om de schakels voor patroonbanden, waarmee je zo’n Rambo-ketting van kogels kan maken.

foto: Autonoom Centrum

In totaal werden er in de periode 1991-1995 5,32 miljoen 7.62 mm schakels geleverd door de Metaalwarenfabriek Tilburg, “worldwide leader in cartridge link production and supply”. (Later bleken deze schakels weer terug naar Nederland te komen en in Israel voro het Nederlandse leger gebruiksklaar gemaakt te worden.) Nederland is verder goed in het produceren van hightech onderdelen voor wapens. Zo leverden we, vermoedelijk Thales Munitronics in Eindhoven (voorheen USFA), batterijen voor granaten die zowel materieel als mensen moeten ‘uitschakelen’. In het militaire boeventaaltje noemen ze dit wapentuig APAM granaten. Verder ging er een enorme lading nachtzichtapparatuur naar Israël (vermoedelijke leverancier Delft Instruments); erg handig voor het werk van Israëlische sluipschutters.

Bommenwerpers

Dan is er de categorie compensatieorders. Dit zijn orders die Nederlandse bedrijven krijgen wanneer ons leger wapens in het buitenland koopt. In een deel van de gevallen houdt dit in dat Nederlandse bedrijven onderdelen voor die wapens mogen produceren. Zo kreeg Nederland halverwege de jaren zeventig het recht een deel van de Amerikaanse F-16 gevechtsvliegtuigen te bouwen. Het toenmalige DAF SP (tegenwoordig SP Aerospace & Vehicle Systems en eigendom van Joep van den Nieuwenhuyzen’s wapenimperium) mocht delen van het landingsgestel maken. Hollandse Signaal (dat ook alweer van naam is veranderd: sinds eind vorig jaar Thales Nederland) nam de antennes en Philips delen van de straalmotoren voor haar rekening. Die onderdelen mochten ze, naast Nederlandse en Amerikaanse F-16’s, ook maken voor andere landen die dit gevechtsvliegtuig kochten, waaronder Israël.
In 1982, toen Israël Libanon binnenviel, leidde deze levering nog tot grote commotie. PvdA-er Relus ter Beek eiste onmiddellijke stopzetting van uitvoer van Nederlandse F-16 onderdelen aan Israël. Het land stond namelijk op het punt 75 nieuwe F-16 vliegtuigen bij de Amerikanen te bestellen. CDA-minister van Buitenlandse Zaken Dries van Agt sputterde flink tegen en gebruikte de nodige leugens om de oppositie de mond te snoeren. Het zou volgens hem niet te achterhalen zijn of alle door Nederland geleverde onderdelen ook daadwerkelijk in de Israëlische gevechtsvliegtuigen terecht zouden komen.

De werkelijke reden om geen maatregelen te nemen was, hoe kan het ook anders in dit land, economisch van aard. Men was bang dat de Amerikanen het Nederlandse bedrijfsleven voortaan links zouden laten liggen, wanneer de regering zich van haar meer morele kant zou laten zien. Dat vindt men in Den Haag twintig jaar later nog steeds. Het afgelopen jaar heeft de Israëlische luchtmacht regelmatig Palestijns grondgebied gebombardeerd. Ook nu staat een Israëlische F-16 vervolgorder (ter waarde van twee miljard euro) op de rails en een enkel protest daargelaten zal niets die order in de weg te staan.
Hetzelfde geldt voor de levering van andere wapensystemen. Net als Nederland beschikt Israël over Apache gevechtshelikopters, die met Hellfire raketten zijn uitgerust. De Apaches werden tijdens de huidige Intifada op nog grotere schaal dan de F-16 ingezet. Het is onduidelijk of de Apaches waarmee Israël momenteel vliegt ook over Nederlandse onderdelen beschikken, maar in elk geval zal dat voor de nieuwe Apaches, die momenteel in bestelling zijn, wel het geval zijn.

Schiphol

Al sinds de jaren zestig fungeert Schiphol als belangrijk tussenstation voor Israëlische wapens. Luchtvaartmaatschappij El Al was indertijd op zoek naar de meest geschikte luchthaven voor de doorvoer van wapens. Schiphol kwam op grond van de voorschriften voor wapen- en munitiedoorvoer en vanwege de traditionele vriendschapsbanden als beste uit de bus. Ook de Israëlische luchtmacht maakte regelmatig gebruik van Schiphol om bij te tanken tijdens militaire transporten en voor rustpauzes van de vliegers.
In 1997 kwam er een eind aan het gebruik van civiele vliegvelden door militaire vliegtuigen. De militaire vrachten via El Al gaan echter onverminderd voort. Tijdens de Bijlmer enquête en de daarmee gepaard gaande publicaties in de pers is veel bekend geworden over het gebruik van Schiphol voor onfrisse Israëlische zaakjes. Volgens militair analist Paul Beaver gaat het bij de bewapening van het Israëlische leger via Schiphol hoogstwaarschijnlijk ook om goederen voor nucleaire wapens. Duidelijk is dat goederen die als grondstof voor chemische wapens gebruikt kunnen worden via Schiphol naar Israël zijn vervoerd. Het ging hierbij om ingrediënten voor het zenuwgas Sarin, het zogenaamde (DMMP). Nederland leverde ook direct een kleine hoeveelheid chemische wapens aan Israël. Hierbij ging het om het zenuwgas Soman dat volgens TNO door hen voor onderzoek was geleverd.
Naast nucleaire en chemische wapens worden voor het merendeel hoogstwaarschijnlijk conventionele wapens via Schiphol doorgevoerd. De Israëlische defensie-industrie is grotendeels met Amerikaanse hulp opgezet en gebruikt Schiphol als tussenstop op transatlantische vluchten. Israëlische wapentransporten kunnen dus mede plaats vinden door de meer dan speciale relatie die Nederland en Israël met elkaar onderhouden.

Sinaasappels

De Israëlische wapenindustrie behoort tot de grootste producenten en exporteurs ter wereld en heeft een uiterst bedenkelijke staat van dienst. Het was in de jaren zeventig en tachtig een van de belangrijkste leveranciers van het Zuidafrikaanse apartheidsbewind, ondanks een wapenembargo. Recentelijk drong de VS er nog bij Israël op aan dat het zou stoppen met wapenverkopen aan India en China.
Ook Nederland koopt wapens in Israël. Afgelopen zomer bestelde de landmacht voor enkele honderden miljoenen euro’s een Israëlisch antitankwapen, de Gill. Deze werd kort voor de aankoop getest tegen de Palestijnen. Ondanks protest van SP en GroenLinks vonden de grote partijen dat het geen verschil maakte of je nou sinaasappels of wapens in Israël kocht.
Fabrikant Rafael moet daar dankbaar voor zijn geweest. Met de bestelling is niet alleen het orderboek weer goed gevuld, het geeft ook ruimte om verder te gaan met onderzoek naar nog moderner wapentuig. Alweer met dank aan Nederland.
Veel Nederlanders voelen zich machteloos als het gaat om de oorlog die Israël tegen de Palestijnen uitvoert. Acties gericht tegen de Nederlandse wapenhandel met Israël zou een probaat middel zijn. Martin Broek en Frank Slijper