Antwoord van minister Bot op vragen van het lid Karimi over exportvergunning aan Henk S.

Antwoord van de heer Bot, minster van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Brinkhorst, minister van Economische Zaken, op vragen van het lid Karimi (Groenlinks) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Economische Zaken over exportvergunning aan Henk S. (Ingezonden 15 maart 2004)

Vraag 1

Kunt u, naar aanleiding van uw antwoord op vraag 2, de Kamer informeren of elke export vanuit één van de vele BV’s van Henk S. per definitie onder verscherpte douanecontrole staat, ook als het niet om duel-use gaat? 1)

Antwoord

Aan het antwoord op vraag 2 van de vragen van het lid Karimi van 19 februari jl. (Vergaderjaar 2003-2004, nr. 1008) valt op dit moment niets toe te voegen.

Vraag 2

Hebben, met verwijzing naar uw antwoord op vraag 4, de twintigtal catch-alls allemaal betrekking op de BV’s van Henk S.? Zo ja, om hoeveel catch-alls van Henk S. gaat het? Wat waren de bestemmingslanden? Was er sprake van andere bedrijven? Om hoeveel, welke bedrijven en welke producten gaat het? Naar welke landen wilden deze bedrijven exporteren? 2)

Antwoord

Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik naar de vertrouwelijke notitie die de minister van Economische Zaken de Kamer heeft doen toekomen, zoals was toegezegd naar aanleiding van vraag 3 van de vragen van lid Karimi van 12 februari jl. (Vergaderjaar 2003-2004, nr. 1007). In deze notitie wordt eveneens een overzicht van de catch-alls gegeven die aan andere bedrijven zijn opgelegd.

Vraag 3

Betekent uw antwoord op vraag 2 dat de Pakistaanse regering de betrokkenheid van Nederlandse bedrijven bij het netwerk van Khan tot nu toe nog niet aan de orde heeft gesteld? Zo neen, ten aanzien van welke personen heeft de Pakistaanse regering informatie aan de Nederlandse regering verstrekt en wat heeft de regering met de Pakistaanse informatie gedaan? 3)

Antwoord

Ja. De Pakistaanse regering is gevraagd Nederland op de hoogte te houden indien er uit het Pakistaanse onderzoek gegevens omtrent de eventuele betrokkenheid van een Nederlandse onderdaan bij de verspreiding van nucleaire kennis voortkomen. Over de eventuele betrokkenheid van Nederlandse onderdanen en/of bedrijven bij dat netwerk, is nog geen informatie gedeeld met de Nederlandse regering. Pakistan wil eerst het onderzoek formeel afronden.

Vraag 4

Betekent uw antwoord op vraag 3 en uw antwoord op vraag 4 dat er vanaf 1998 aan Henk S. geen enkele exportvergunning meer verstrekt is? Zo neen, in hoeveel gevallen is er wel een vergunning aan Henk S. verstrekt, welke producten waren daarbij in het geding, en naar welke landen werden deze producten geëxporteerd? 3)

Antwoord

Ja.

Vraag 5

In hoeveel gevallen hebben, met verwijzing naar uw antwoord op vraag 6, Nederlandse bedrijven met een exportvergunning geleverd aan Khan Research Labaratories? Om welke producten ging het? Kunt u de Kamer binnen drie weken een volledig overzicht geven van alle leveringen van Nederlandse bedrijven aan Khan Research Labaratories vanaf 1998?

Antwoord

Sinds 1998 heeft geen enkel Nederlands bedrijf met een exportvergunning geleverd aan Khan Research Laboratories.

Vraag 6

Heeft u tijdens de gesprekken met de Pakistaanse regering jl. over Henk S. en de relatie van Nederlandse bedrijven met het smokkelnetwerk van Khan gesproken? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat was het resultaat van deze gesprekken? Wilt u de inhoud van de gesprekken de Kamer doen toekomen?

Antwoord

Zoals was aangegeven in antwoord op vraag 8 van de vragen van het lid Karimi van 12 februari jl. (Vergaderjaar 2003-2004, nr. 1007) vonden de gesprekken met de Pakistaanse regering op 19 februari jl. plaats in het kader van EU Trojka besprekingen. Die gelegenheid leende zich niet voor het opbrengen van Henk S. en de relatie van Nederlandse bedrijven met het smokkelnetwerk van Khan. Dat is op verschillende andere momenten wel gedaan op mijn instructie door Harer Majesteits Ambassade in Islamabad. Zie verder mijn antwoord op vraag 3.

Vraag 7

Wilt u de vertrouwelijke notitie van de minister van Economische Zaken zoals toegezegd in de beantwoording van vraag 3, binnen één week de Kamer doen toekomen? 4)

Antwoord

De minister van Economische Zaken heeft deze week de toegezegde vertrouwelijke notitie aan uw Kamer verzonden. 1), 2) Aanhangsel Handelingen nr. 1008, vergaderjaar 2003-2004 3), 4)Aanhangsel Handelingen nr. 1007, vergaderjaar 2003-2004 Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van hetzelfde lid, ingezonden 12 en 19 februari 2004.

Khan overzicht