Vredesspiraal, kwartaalblad van kerk & Vrede, no.3 2017 – Kernwapens zijn de meest vreselijke wapens die er zijn. In de jaren ’80 van de vorige eeuw, toen er een grote protestbeweging tegen kernwapens was, wist iedereen waarom. Kernwapens doden niet alleen heel veel mensen tegelijk, ze beschadigen ook toekomstige generaties door hun radioactieve straling.
Door de enorme omvang van de schade is hulpverlening na gebruik van kernwapens vrijwel onmogelijk. Enkele jaren geleden publiceerde het Internationale Rode Kruis het rapport The Human Cost of Nuclear Weapons, waarin deze gevolgen nog eens in al hun gruwelijkheid onder de aandacht worden gebracht.
Nucelaire ontwapening kwam op dat moment op geen enkele politieke agenda meer voor. De kernwapenstaten waren bezig hun verouderde kernwapens te vernieuwen. In de Verenigde Staten werd een nieuw type kernwapen ontwikkeld: een kleine bom die slechts een beperkt gebied zou verwoesten waardoor, volgens militaire strategen, de drempel om ze te gebruiken lager werd. Zij zagen dat als een voordeel. Het Anti-Ballistic Missile Treaty, het verdrag waarmee een nucleair evenwicht tussen Rusland en de VS was vastgelegd, werd door Bush jr. eenzijdig opgezegd. Vredesactivisten probeerden tevergeefs aandacht te krijgen voor deze gevaarlijke ontwikkelingen, maar de wereld was met andere dingen bezig.
Wel was er internationaal veel aandacht voor landen die op eigen houtje, buiten de grootmachten om, zichzelf probeerden op te werken tot kernwapenstaat: Iran, Noord-Korea. Een deel van hun kennis is overigens afkomstig uit ons eigen Almelo, waar de Pakistaanse fysicus Khan in de vorige eeuw de techniek van het uraniumverrijken onder de knie kreeg, die hij vervolgens verkocht aan zijn eigen land en enkele andere geïnteresseerden. Intussen deden de erkende kernmachten het tegendeel van waar ze zich in het Non-proliferatieverdrag toe verplicht hadden: namelijk ontwapenen.
Vredesactivisten bleven listen verzinnen om het onderwerp aan te kaarten. Sommigen klommen over het hek van een kernwapenbasis om spandoeken op te hangen en leuzen te schilderen. Vooral de Belgen waren daar goed in, die gingen met honderden tegelijk. In Nederland werd campagne gevoerd om banken en pensioenfondsen te bewegen hun investeringen uit de productie van kernwapens terug te trekken. Veel banken en fondsen gaven daaraan gehoor, met als beruchte uitzondering het ABP pensioenfonds. Op internationaal niveau werd in de Verenigde Naties een proces op gang gebracht om kernwapens per verdrag te verbieden.
De organisatie die heel hard voor dat VN-verdrag heeft gewerkt, de ICAN (International Coalition Against Nuclear arms), heeft dit jaar de Nobelprijs voor de Vrede gewonnen. Dat is een enorme pluim aan heel veel mensen. ICAN had niet bestaan zonder al die individuele vredesmensen die hun eigen steentje hebben bijgedragen aan het debat. Soms door met een spandoek te staan. Soms door een brief aan hun bank of pensioenfonds te schrijven, of door simpelweg van bank te wisselen. Al die mensen die op hun eigen manier en binnen hun eigen mogelijkheden kozen voor vrede, en daar consequenties aan verbonden. De Nobelprijs voor ICAN eert velen.
Wendela de Vries
..