Groningen, 11 november 2009
In 2008 bereikte de Nederlandse wapenexport een recordhoogte van ruim 1,25 miljard euro, zo blijkt uit de vandaag verschenen “Analyse Nederlandse wapenexportvergunningen 2008” van de Campagne tegen Wapenhandel. Een aantal uitvoervergunningen botst duidelijk met de Europese wapenexportcriteria waaraan Nederland zich heeft verbonden.
Zo werd toestemming gegeven voor wapenzendingen naar Pakistan, Saoedi-Arabië en Jemen, ondanks gewapende conflicten en mensenrechtenschendingen in die landen. Indonesië, waarmee Nederland een langlopende ontwikkelingsrelatie heeft, steekt zich met 316 miljoen euro voor de aanschaf van twee korvetten en bijbehorende radarvuurleiding nog dieper in de schulden.
Nederland laat wapentransporten via Schiphol en Rotterdam ongehinderd passeren als de vracht afkomstig is van bondgenoten. Zodoende liet men twee Tsjechische wapentransporten met ondermeer 20.000 geweren door op weg naar Sri Lanka. Ook werd niet opgetreden tegen een massale vracht Amerikaanse munitie voor Georgië, die eind juli – vlak voor de oorlog tegen Rusland – op Schiphol werd aangemeld.
Daarnaast vallen een groot aantal exporten van nachtzichtapparatuur op voor de krijgsmachten van India, Marokko, Thailand en China. Tegen China loopt nota bene een (beperkt) Europees wapenembargo. Het Libische leger is voor het eerst in decennia weer een acceptabele bestemming; aan dictator Khadaffi werd een radar verkocht.
“Nederland houdt een dubieuze reputatie hoog als grote wapenexporteur” vindt onderzoeker Frank Slijper van de Campagne tegen Wapenhandel. “Economische en bondgenootschappelijke argumenten wegen vaak zwaarder dan mensenrechten, vrede en veiligheid”.