Nederlandse politievliegtuigen naar oorlogstoneel in de Himalaya
Uit: VD AMOK, nr. 4, 2005
Eind 2004 maakte het militaire tijdschrift Jane’s Defence Weekly al melding van de oppepper die het Nepalese leger had gekregen door een wapengift van de Britse regering. Onderdeel van dat pakket waren ook twee zogeheten Britten-Norman Islanders, vliegtuigen die een paar jaar eerder nog in het bezit waren van de Nederlandse politie. Omdat die overschakelde op helikopters werden de toestellen aan een Brits bedrijf verkocht die ze vervolgens weer aan de regering doorverkocht. In Nederland wist hoegenaamd niemand ervan omdat de vliegtuigen onbewapend waren en daarom zomaar doorverkocht konden worden.
Een paar maanden na de Britse gift gooide de autoritaire Nepalese koning het laatste restje democratie in de prullenbak door ook zijn marionettenregering naar huis te sturen. Dat was voor de Britten, Amerikanen en Indiërs die het prachtige koninkrijkje in de Himalaya bergen tot nu toe hadden gesteund een brug te ver. Eerder nog hadden die onder het mom van de strijd tegen het terrorisme het straatarme koninkrijk wel van wapens willen voorzien. Die waren nodig om de confrontatiepolitiek te ondersteunen. Die opstelling heeft de afgelopen jaren mede de burgeroorlog in het land verder uit de hand doen lopen. Aan de kant van zowel de staat, maoïstische rebellen als gewone burgerbevolking zijn daarbij inmiddels vele duizenden dodelijke slachtoffers gevallen. Amnesty International publiceerde daar in juni een uitgebreid rapport over.
Gelukkig lijkt men in Den Haag enigszins geschrokken van de gang van zaken, want in antwoord op Kamervragen van SP-er Van Velzen heeft minister Bot van Buitenlandse Zaken nieuwe wetgeving aangekondigd die de export van ongeacht wat voor politiematerieel nu vergunningsplichtig moet maken. De deal heeft kennelijk ook voor enig ongemak gezorgd bij de Britse collega’s. In een wat potsierlijk antwoord schrijft Bot dat die hem niet konden bevestigen of de inderdaad door hen geleverde Islanders een Nederlandse herkomst hadden. Een blik in een luchtvaartregister had die vraag in een handomdraai kunnen ophelderen. De kwestie maakt niettemin pijnlijk duidelijk dat Nederland de export aan minder frisse regimes van materieel dat niet direct voor wapen doorgaat nog altijd niet onder controle heeft. Vergelijkbare gevallen deden zich de afgelopen jaren ook al voor met helikopters voor de Tsjadische luchtmacht en politieboten voor Soedan.
(Antwoorden op kamervragen, 31 augustus 2005; Amnesty International, “Nepal: A human crisis fuelled by irresponsible arms exports”, 15 juni 2005; Grzegorz Holdanowicz, “Aircraft donation boosts Nepal’s air capabilities”, Jane’s Defence Weekly, 15 december 2004)