3 december 2012 — De Nederlandse wapenexport is in 2011 voor het tweede jaar op rij gedaald, naar 715 miljoen euro, het laagste niveau sinds 2004. Een belangrijke factor is het ontbreken van grote orders voor overtollig Defensiematerieel en voor nieuwbouw marineschepen . Andere mogelijke verklaringen zijn westerse bezuinigingen op wapenaankopen, concurrentie uit nieuwe exportlanden en de Arabische lente, waardoor vorig jaar tijdelijk de export naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika werd bevroren.
De Campagne tegen Wapenhandel is verheugd over deze daling maar waarschuwt dat één grote order de export weer boven de een miljard euro tilt – het niveau van de laatste jaren.
Zorgwekkend is verder dat ongeveer de helft van de export van de ‘defensie- en veiligheid gerelateerde industrie’ niet als wapenexporten worden gerekend, omdat ze niet als specifiek militair te boek staan. De Campagne tegen Wapenhandel vraagt zich af of de regering weet heeft van de aard en bestemmingen van die handel en pleit ervoor alle defensie- en veiligheidsgerelateerde exporten te controleren.
Grote wapenexporten naar Indonesië (46 miljoen euro), Taiwan (32 miljoen), Singapore (29 miljoen) en China (18 miljoen) zijn in 2011 het meest opvallend. Niet eerder stond Nederland zo’n omvangrijke order toe voor China, waartegen sinds 1989 een EU wapenembargo van kracht is. Kleine exportvergunningen waren er voor opmerkelijke bestemmingen als Turkmenistan, Kenia en Rwanda.
Wat betreft de doorvoer van wapens via Nederland vallen opnieuw grote zendingen naar de VS op: bijna 250 miljoen vuurwapenpatronen en ruim 40.000 (machine)geweren en pistolen, naar verluidt vooral bestemd voor de particuliere markt. Andere omstreden bestemmingen zijn Algerije, China, Colombia, Indonesië, Koeweit, Oman en de VAE.