Europese wapens voeden oorlog en vluchtelingentragedie

ProcesNieuws, november 2015 – De problemen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika blijven zich opstapelen: oorlogen in Syrië en Jemen, interne gevechten in Irak en Libië, uiterst repressieve dictaturen in Saoedi-Arabië en Egypte, voortdurende onderdrukking van de Palestijnse bevolking. De lijst wordt steeds langer en de gevolgen worden zichtbaar. Dit jaar kwam een ongekende vluchtelingenstroom op gang, waar Europa zich geen raad mee weet.

Terwijl naarstig wordt gezocht naar manieren om de Europese buitengrenzen zo stevig mogelijk af te grendelen, met de inzet van steeds meer militaire middelen, weigert men te kijken naar de eigen rol in het veroorzaken van alle ellende. Zo blijven EU-lidstaten niet in de laatste plaats grote hoeveelheden wapens aan de in brand staande regio leveren. Recent gaf de Nederlandse regering een wapenexportvergunning voor de levering van radar aan Egypte af, een schoolvoorbeeld van een niet te verantwoorden praktijk.

Wapens naar Midden-Oosten en Noord-Afrika

In de meest recente periode van 10 jaar waarover cijfers beschikbaar zijn (2004-2013) hebbem EU-landen wapenexportvergunningen afgegeven voor het verbijsterende bedrag van meer dan 82 miljard Euro.

Het autoritaire regime van Saoedi-Arabië, leider van de coalitie die Jemen bombardeert en wapenleverancier en financier van Islamitisch extremisme, is na de VS de grootste klant van Europese wapens. Ook de VAE, eveneens betrokken bij de oorlog in Jemen, staat in de top vijf van afnemers.

De leveranties blijven, ondanks de talloze problemen die ze voeden, voluit doorgaan. Het Midden-Oosten is een belangrijke groeimarkt voor de wapenindustrie. Volgens het Zweedse onderzoeksinstituut SIPRI groeide de wapenexport naar deze regio in de periode 2010-2014 met 25 procent ten opzichte van de vijf jaar daarvoor.

Egypte en de oorlog in Jemen

Het militaire regime dat via een staatsgreep in 2013 de macht greep in Egypte laat zich gelden door middel van gewelddadige onderdrukking van binnenlandse oppositie en door het spelen van een militaire rol in de regio. Egyptische vliegtuigen voerden afgelopen februari bombardementen uit op vermeende IS-stellingen in Libië. Bovendien is Egypte een van de belangrijkste deelnemers in de coalitie die oorlog voert in Jemen.

Naast deelname aan de bombardementen op Jemen, is de Egyptische marine nauw betrokken bij de blokkade van schepen op weg naar Jemenitische havens. VN-bronnen zeggen dat slechts 15% van de import het land bereikt, in vergelijking met voor de crisis. Dat is een ramp in een land dat voor zijn voorzieningen grotendeels van het buitenland afhankelijk is. Twintig miljoen Jemenieten, bijna 80% van de bevolking, hebben gebrek aan voedsel, water en medische hulp.

De blokkade – die ook land en luchtruim betreft – houdt ook tankers tegen die benzine, diesel en brandstof komen leveren, waardoor de elektriciteitsvoorziening in het land stilgevallen en scholen en ziekenhuizen massaal hun deuren moeten sluiten. Het ernstigste is dat ook waterpompen erdoor stilvallen. Om die reden noemt Human Rights Watch de blokkade een schending van het oorlogsrecht.

In een briefing voor de Veiligheidsraad in augustus verklaarde Stephen O’Brien, Ondersecretaris-generaal voor Humanitaire Zaken, dat hij geschokt was door de nauwelijks te bevatten omvang van menselijk leed waarvan hij getuige was in Jemen, waar hij net vandaan kwam. Hij benadrukte dat “luchthavens en zeehavens open moeten blijven en gebruikt voor zowel commerciële import als noodhulpgoederen, zibyaonder beperkingen.” Hij constateerde ook een “Onverschilligheid voor mensenlevens bij alle betrokken partijen”. Meer specifiek wees hij op “Berichten over luchtaanvallen en andere beschietingen in en rond de haven van Al-Hudaydah eerder deze week waardoor de aanvoer van belangrijke basisproducten is vernietigd: voedsel, medicijnen en brandstof. Deze aanvallen zijn duidelijk strijdig met internationaal humanitair recht en zijn onacceptabel.”

Ook Amnesty International en Human Rights Watch spraken al diverse malen verdenkingen van het plegen van oorlogsmisdaden uit tegen de strijdende partijen in Jemen. Het ging daarbij onder meer om bombardementen op de burgerbevolking. Inmiddels is er sprake van meer dan 4000 burgerdoden en meer dan een miljoen mensen op de vlucht.

Begin september breidde Egypte de inzet in Jemen uit met het sturen van grondtroepen met tanks, kort nadat het met Saoedi-Arabië afspraken maakte over nauwere militaire samenwerking. Het verstevigde daarmee haar rol in de coalitie, waar het na Saoedi-Arabië de belangrijkste partner is, met de inzet van bommenwerpers, schepen en grondtroepen.

Wapens naar Egypte

De turbulente recente geschiedenis van Egypte ten spijt gingen de wapenleveranties aan het land in hoog tempo door. Na de militaire coup stelden enkele belangrijke leveranciers, waaronder de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, zich weliswaar enige tijd wat terughoudender op, maar dat is nu een gepasseerd station. De ene na de andere grote Egyptische wapenaanschaf, deels gefinancierd met Saoedisch geld, wordt bekend gemaakt.

De Verenigde Staten beëindigden eerder dit jaar een wapenembargo dat twee jaar van kracht was geweest, nadat eerder stopgezette leveringen, ondermeer van gevechtshelikopters, alweer op gang gekomen waren. Sindsdien gingen onder meer F16’s en tanks naar Egypte.

De afgelopen tijd heeft Groot-Brittannië eveneens zijn mega-wapentransacties met Egypte weer hervat., met name een order voor onderdelen van gevechtsvoertuigen ter waarde van bijna 70 miljoen euro.

Frankrijk kondigde aan de twee Mistral-oorlogsschepen die geproduceerd werden voor Rusland, een deal die in de context van de spanningen tussen de EU en Rusland op het laatste moment afketste, nu aan Egypte te verkopen, voor bijna een miljard euro. Egypte kocht het afgelopen jaar al vier korvetten, een fregat, 24 gevechtsvliegtuigen en twee helikopters uit Frankrijk. Van Rusland worden vijftig aanvalshelikopters, die bedoeld waren voor gebruik met de Mistral-schepen, overgenomen. Duitsland leverde twee onderzeeboten.

Nederlandse radar

De Nederlandse regering geeft bepaald niet het goede voorbeeld en ziet er geen been in te helpen het vuur nog wat verder op te stoken. Eind augustus gaf ze aan wapenfabrikant Thales Nederland een vergunning af voor de export van radar- en communicatieapparatuur. Deze apparatuur wordt ingebouwd in de vier korvetten die door het Franse bedrijf DCNS aan Egypte geleverd worden.

In een brief aan het Nederlandse parlement, waarin Minister Ploumen van Buitenlandse Handel de exportvergunning legitimeert, verzekert ze dat “hoewel er ernstige mensenrechtenschendingen plaatsvinden in Egypte”en “oppositie, critici en maatschappelijke organisaties onderdrukt worden” deze specifieke militaire goederen daar geen rol bij spelen en dat de Egyptische marine niet betrokken is bij binnenlandse onderdrukking.”

Is het al dubieus om wapens te verkopen aan een militair regime dat ernstige ensenrechtenschendingen tolereert, het domweg negeren van de ramp in Jemen is onvoorstelbaar. Slecht op een punt in de brief refereert de minister aan de Egyptische betrokkenheid bij de blokkade van Jemen, als zij schrijft: “Egypte steunt ook de door Saoedi-Arabië geleide interventie in Jemen en heeft marineschepen naar de Golf van Aden gestuurd vanwege het toegenomen veiligheidsrisico.” We hebben het over het schenden van humanitair recht maar de minister ziet alleen een veiligheidsrisico.

Wat de regering wel noemt is de bijdrage die de Egyptische marine zou leveren aan de Europese veiligheid, ondermeer door het tegenhouden van vluchtelingen die via de Middellandse Zee naar Europa willen oversteken. Hoe dat soms in z’n werk gaat bleek de afgelopen maanden: meerdere malen werden bootjes met vluchtelingen beschoten door de Egyptische marine of kustwacht. Hierbij kwamen diverse mensen, waaronder een achtjarige Syrische vluchtelinge, om het leven.

Stop wapenexporten

De levering van Thales aan Egypte illustreert, cynisch genoeg, hoe dezelfde wapen- en veiligheidsindustrie die de vluchtelingencrisis aanwakkert ook profiteert van het tegenhouden van vluchtelingen. In het algemeen wordt grensbewaking steeds verder gemilitariseerd, waarmee het ook een steeds belangrijkere markt voor de industrie wordt.

De Nederlandse regering toont zich, net als de meeste andere Europese regeringen, doof en blind voor de gevolgen die wapenexport naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika heeft. Sterker nog, het promoot actief Nederlandse wapens in de regio. Afgelopen februari ondernam het een opgetuigde wapenhandelsmissie naar de grote wapenbeurs IDEX in Abu Dhabi. Deelnemende bedrijven tonen zich achteraf tevreden over de mate waarin dit geholpen heeft zich te profileren in de regio en contacten te leggen met potentiële klanten. Meer exporten lijken dus in het verschiet te liggen.

Europese wapens voeden conflicten, mensenrechtenschendingen en repressie in het Midden-Oosten en Noord-Afrika en dragen bij aan het veroorzaken van een ongekende vluchtelingentragedie. In plaats van in de handen te wrijven over de winstmogelijkheden voor de wapen- en security-indsutrie zou de EU zich verantwoordelijk moeten opstellen en een onmiddellijke stop op wapenexporten naar deze regio moeten instellen.

[Mark Akkerman]