Outsourcing Oppression: hoe Europa vluchtelingendetentie externaliseert

14 april 2021 – Het nieuwe rapport ‘Oursourcing Oppression: How Europe externalises migrant detention beyond its shores‘ van Stop Wapenhandel en TNI onderzoekt hoe de EU en lidstaten detentie van migranten uitbesteden aan derde landen. De EU is medeverantwoordelijk voor de opsluiting van migranten buiten zijn grenzen, maar wordt zelden verantwoordelijk gehouden voor de afschuwelijke gevolgen, waaronder willekeurige detentie, marteling, gedwongen verdwijning, geweld, seksueel geweld en de dood.

Het rapport concludeert onder meer:

– De Europese Unie (EU) en haar lidstaten externaliseren detentie naar derde landen als onderdeel van een strategie om migranten koste wat het kost buiten de deur te houden. Dit leidt ertoe dat migranten worden vastgehouden en onderworpen aan grove mensenrechtenschendingen in transitlanden in Oost-Europa, de Balkan, West-Azië en Afrika.

– Kandidaat-lidstaten die tot de EU willen toetreden, zijn verplicht migranten vast te houden en hen ervan te weerhouden de EU binnen te komen, als voorwaarde voor toetreding tot de Unie. Financiering wordt beschikbaar gesteld via pretoetredingsovereenkomsten die specifiek zijn bedoeld om migranten vast te houden.

– Buiten de kandidaat-lidstaten van de EU, identificeert dit rapport 22 landen in Afrika, Oost-Europa, de Balkan en West-Azië waar de EU en haar lidstaten de bouw van detentiecentra of detentiegerelateerde activiteiten zoals opleidingen financieren of op andere manieren pleiten voor detentie, zoals door agressief aan te dringen op detentiewetgeving of door in te stemmen met versoepeling van de visumvereisten voor onderdanen van deze landen in ruil voor meer detentie voor migranten.

– Mensenrechten worden systematisch geschonden in detentiecentra die direct en indirect worden gefinancierd door de EU en haar lidstaten, met inbegrip van gevallen van foltering, willekeurige en langdurige detentie, seksueel geweld, geen toegang tot rechtshulp, humanitaire hulp of asielprocedures, de detentie van slachtoffers van mensenhandel en vele andere ernstige schendingen waarbij Europa betrokken is.

– Bijzonder afschuwelijk is het geval van Libië, dat financiële en politieke steun van Europa blijft ontvangen ondanks toenemende bewijzen van wreedheid, slavernij, marteling, gedwongen verdwijning en dood. De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en de Hoge Commissaris van de VN voor Vluchtelingen (UNHCR) voeren het EU-beleid in Libië uit en bedekken volgens hulpfunctionarissen actief de gevolgen van het Europese beleid om substantiële EU-financiering veilig te stellen.

– De EU hanteert een wortel-en-stok-aanpak, met name in haar omgang met Afrika, waarbij de kolonialistische dynamiek en ongelijke machtsstructuren voortduren – in Niger drong de EU bijvoorbeeld aan op wetgeving inzake detentie, in ruil voor financiering van ontwikkelingshulp.

– De EU ziet in de toekomst een grotere rol voor de detentie van migranten in derde landen, zoals blijkt uit het nieuwe pact inzake migratie en asiel van de Europese Commissie.

– De EU blijft de structurele redenen waarom mensen vluchten en de eigen rol van de EU bij het veroorzaken van migratie over het hoofd zien. Het grensindustrieel complex profiteert van de toegenomen beveiliging van grenzen. De militaire en veiligheidsindustrie zijn verre van passieve toeschouwers, ze zijn actief betrokken bij het vormgeven van het EU-grensbeleid door zichzelf te positioneren als experts op dit gebied. We zien nu al een trend van privatisering van detentie voor migranten, parallel aan wat er wereldwijd in gevangenissystemen gebeurt.