Groningen, 12 februari 2008
– Als de Europese Commissie haar zin krijgt verliest Nederland binnenkort een essentieel deel van de controle op wapenexporten. Als onderdeel van een pakket maatregelen waarmee Brussel vaart wil zetten achter verdergaande militaire intergratie binnen Europa, heeft de Commissie in december aangekondigd het mes te willen zetten in vergunningsprocedures voor interne Europese wapenhandel. In een zojuist verschenen notitie roept de Campagne tegen Wapenhandel de regering juist op tot versterking van het Europese wapenexportbeleid. Woensdag debatteert de Tweede Kamer over de kwestie.
Met de introductie van een deels vergunningvrije interne markt voor militaire goederen worden cruciale controles op ongewenste eindbestemmingen overgelaten aan het land vanwaar het betreffende wapensysteem de Unie verlaat. Zolang binnen de EU nog grote verschillen bestaan in de interpretatie van wat acceptabele bestemmingen voor wapens zijn, is het uit handen geven van de zeggenschap over het wapenexportbeleid een buitengewoon onwenselijke ontwikkeling. Het zou ten koste gaan van Nederlands veiligheids-, mensenrechten- en ontwikkelingsbeleid.
Hamerend op sterkere concurrentie wil de Europese Commissie de handel in (onderdelen van) wapens binnen Europa goeddeels vrijgeven. Daarbij beroept zij zich op onaanvaardbaar hoge kosten en stroperige bureaucratie. Ten onrechte, zo meent de Campagne tegen Wapenhandel.
Volgens de Campagne tegen Wapenhandel is het essentieel dat ook toeleverende lidstaten zeggenschap hebben over de eindbestemming van onderdelen van wapens. Zo niet, wordt het wapenexportbeleid internationaal gereduceerd tot het domein van een kleine groep van landen die complete wapensystemen assembleren en exporteren. Juist voor Nederland, dat in grote mate toeleverancier van componenten voor in het buitenland gebouwde wapensystemen is, is deze kwestie daarom bijzonder relevant.