Regeerakkoord: Miljarden voor defensie, eigenbelang leidend

Na maandenlange impasses presenteerden dezelfde vier partijen die de afgelopen bijna vijf jaar de regering vormden half december 2021 een nieuw regeerakkoord. Onder de titel ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ kwamen VVD, CDA, D66 en de ChristenUnie met een tekst op de proppen die voor ‘groen’ en ‘progressief’ door moet gaan, maar vooral doorgaan op dezelfde weg belooft.

Er gaan miljarden extra naar Defensie en er wordt een versoepeling van het wapenexportbeleid aangekondigd. In het bredere buitenlandbeleid blijft Nederlands (economisch) eigenbelang de drijvende factor. Voor de gebieden klimaat en ontwikkelingssamenwerking wordt extra geld uitgetrokken, maar volstrekt onvoldoende om van significante betekenis te zijn én stevig geplaatst in dat kader van eigenbelang.

Miljarden extra voor Defensie

In het akkoord is een structurele verhoging van de Defensiebegroting met €3 miljard per jaar afgesproken. Het budget schiet de komende jaren steil omhoog: met ruim €16 miljard in 2024 en 2025 is sprake van bijna een verdubbeling ten opzichte van 2017 en 2018. Naar verwachting betekent dit dat in 2024 1,85% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) naar defensie gaat. Dat komt overeen met het gemiddelde van Europese NAVO-landen.

Waar het extra geld voor gebruikt gaat worden is nog niet helemaal duidelijk. Er wordt in ieder geval €500 miljoen per jaar gereserveerd voor ‘modernisering van het loongebouw en arbeidsvoorwaarden’. Defensie moet daarmee ook een aantrekkelijkere werkgever worden, want met het werven van nieuw personeel loopt het nog altijd niet zo vlot.

Er zal ook veel geld gaan naar de aanschaf van nieuwe wapens, in lijn met het vorig jaar ingestelde Defensiematerieelbegrotingsfonds, een kadootje van €45 miljard voor de krijgsmacht en de wapenindustrie. Daarnaast staan onder meer het wegwerken van achterstallig onderhoud, het verhogen van inzetvoorraden, digitalisering en aanschaf van cybercapaciteiten op de rol.

Dat het regeerakkoord miljarden extra toekent aan Defensie mag geen verrassing heten. De krijgsmacht zelf, de wapenindustrie en rechtse partijen lobbyen hier al jaren intensief voor. Daar komt nooit veel inhoudelijke onderbouwing bij kijken, het lijkt vooral om positionering ten aanzien van bondgenoten te gaan: men wil niet onderaan het lijstje militaire uitgaven bungelen. Begin april vorig jaar lieten de commandanten van de legeronderdelen gezamenlijk weten zich te schamen tegenover de rest van de NAVO voor de lage Nederlandse defensiebegroting.

Internationale samenwerking

Voor internationale militaire samenwerking blijft de NAVO volgens het akkoord uiteraard de hoeksteen, maar in lijn met ontwikkelingen van de afgelopen jaren wordt ook ingezet op meer strategische autonomie van en defensiesamenwerking binnen de EU.

“Binnen de NAVO concentreert Nederland zich meer op de bescherming van de eigen regio”, zo staat in het akkoord. Positief gezien mag je op grond daarvan hopen dat er de komende jaren minder makkelijk gedacht wordt over deelname aan militaire operaties over de hele wereld, mede in het licht van het Afghanistan-debacle, maar het lijkt realistischer dat de regering zich toch altijd ‘geroepen’ zal voelen om aan oproepen van bondgenoten gehoor te geven (lees: mee wil doen op het internationale toneel). Deze passage lijkt echter ook vooral een aankondiging van meer nadruk op troepenopbouw en andere militaire versterkingen vanuit NAVO- en EU-hoek richting Rusland.

De NAVO-lijn – ‘Zolang er kernwapens bestaan, zal de NAVO een nucleaire alliantie blijven’ – blijft ook leidend als het gaat om kernwapens. De coalitie maakt zichzelf dan ook volstrekt belachelijk door te stellen: ‘Binnen de bondgenootschappelijke verplichtingen draagt Nederland bij aan een kernwapenvrije wereld’. De komende jaren komen er nota bene nieuwe, ‘beter inzetbare’, Amerikaanse kernwapens te liggen op vliegbasis Volkel, in het kader van een NAVO-doctrine waarin mogelijk kernwapengebruik weer een meer centrale positie inneemt.

Meer ruimte voor wapenexporten

Bijzonder zorgelijk zijn de nogal cryptisch gestelde zinnen in het regeerakkoord die aan wapenhandel gewijd worden. Opmerkingen over een ‘gelijkwaardiger Europees speelveld’ voor de defensieindustrie en over ‘de groeiende consensus over wederzijdse erkenning van vergunningen’ lijkt een rechtstreekse verwijzing naar een kort voor de verkiezingen ingediend initiatiefvoorstel vanuit de VVD- en CDA-fracties. Zij bepleiten daarin het de facto afschaffen van een zelfstandig Nederlands wapenexportbeleid door het nagenoeg altijd automatisch goedkeuren van export van wapenonderdelen naar andere EU-landen. Onderdelen maken gemiddeld zo’n 80% uit van de totale Nederlandse wapenexport, maar de zeggenschap over waar deze uiteindelijk terecht komen zou volledig uit handen gegeven moeten worden aan die andere landen, die over het algemeen een soepeler exportbeleid hanteren.

De NIDV, de koepelorganisatie van de Nederlandse wapenindustrie, toonde zich dan ook tevreden met het regeerakkoord. Wel meldde het terloops even dat de vele extra miljarden voor de krijgsmacht nog steeds niet voldoende zijn, een kritiekpunt dat vanuit de rupsjes nooitgenoeg van de militaire lobby breder te horen is.

Buitenlands beleid in teken eigenbelang

Waar de generaals zich schamen voor de ‘lage’ Nederlandse militaire uitgaven, valt er op andere vlakken weinig schaamte te bespeuren over de Nederlandse positie op internationale lijstjes. In een ingezonden artikel in NRC wezen Danielle Hirsch (Both ENDS) en Pieter Pauw (Frankfurt School of Finance and Management) begin januari op het Europe Sustainable Development Report 2021, van het Sustainable Development Solutions Network (SDSN), dat berekende dat Nederland van alle Europese landen het grootste negatieve effect op andere landen heeft bij het behalen van ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals).

Ondanks dat er hoog opgegeven wordt over extra investeringen voor het tegengaan en omgaan met klimaatverandering en voor ontwikkelingssamenwerking hoef je niet te verwachten dat dat de komende jaren zal veranderen. Nederlands (economisch) eigenbelang blijft het leidende motief voor het buitenlandbeleid, en die extra investeringen moeten dan ook vooral ten goede komen aan de Nederlandse handelsbalans en bedrijven.

Het extra geld is bovendien volstrekt ontoereikend om significante impact te hebben en kan onderliggende dubieuze keuzes niet verbloemen. Het onuitlegbare, gevaarlijke plan om twee kerncentrales te gaan bouwen in het kader van de overstap naar duurzame energie, in de praktijk volgens deskundigen gelukkig een (financieel) onhaalbare kaart, is vooral ook een teken van inhoudelijke armoede: een serieuze omslag naar duurzaam beleid staat nog steeds niet op de kaart.

Grotere NGO’s zijn desondanks opvallend mild of zelfs, met kanttekeningen over het buiten schot blijven van de luchtvaartsector, positief gestemd over de klimaatplannen. Niemand durft blijkbaar te zeggen dat het een illusie is dat klimaatverandering een halt toegeroepen kan worden onder het vigerende op winst en economische groei gerichte kapitalistische systeem. Dezelfde houding is helaas te zien in NGO-reacties op plannen voor defensie en ontwikkelingssamenwerking: wel wat kritiekpunten, maar geen pleidooien voor een fundamenteel ander beleid. Voor een initiatief als ‘Veiligheid, Hoe Dan?’, dat een omslag van een militair naar een civiel veiligheidsbeleid bepleit, is hier nog een wereld te winnen.

Mensenrechten en migratie

Op het gebied van migratie zijn op internationaal vlak weinig nieuwe plannen te melden. Het kabinet wil onverminderd inzetten op het meest verwoestende onderdeel van het huidige migratiebeleid: het externaliseren van grenzen, oftewel het onder druk zetten van landen rondom Europa om de rol van externe grenswachten op zich te nemen. Daarvoor wordt grif samengewerkt met allerlei autoritaire regimes, die geld, trainingen en materieel toegestopt krijgen. Op nationaal vlak zijn de verkapte strafbaarstelling van ‘illegaliteit’ en het aansturen op meer deportaties, waarvoor ook het EU-grensbewakingsagentschap Frontex al staat te trappelen, zeer onwenselijke voornemens.

Uiteraard vermeldt de regering wel hier en daar dat alles met respect voor rechten van vluchtelingen moet gebeuren – een volstrekte illusie zo leert de praktijk van geweld en illegale pushbacks tegen vluchtelingen van de afgelopen jaren – zoals het ook veel waarde zegt te hechten aan mensenrechten in het algemeen. Vol eigendunk ziet Nederland zichzelf graag als internationale voortrekker op mensenrechtengebied, en vele andere vlakken waar het in realiteit in hoge mate achterloopt, maar als je eigen buitenlands beleid mensenrechtenschendingen mogelijk blijft maken is dat vooral gepraat voor de bühne.

Het regeerakkoord is net als het vorige akkoord van dezelfde vier partijen een document dat geen enkele serieuze poging laat zien om grote nationale en internationale problemen en vraagstukken aan en op te pakken en vrede, internationale rechtvaardigheid en duurzaamheid te bevorderen. Het eigenbelang van de BV Nederland en de grote bedrijven waarop dit steunt staat wederom voorop.

Met weinig enthousiasme probeerden de coalitiepartijen het regeerakkoord aan hun achterbannen te verkopen. Internationale vraagstukken werden daarbij nauwelijks benoemd en zullen vermoedelijk ook geen splijtzwam worden tussen deze partijen. De afgelopen bijna vijf jaar hebben D66 en ChristenUnie immers ook braaf in de pas gelopen met VVD en CDA als het gaat om meer geld voor defensie, minder ruimte voor vluchtelingen en het Nederlands eigenbelang als leidend beginsel voor buitenlands beleid. Macht telt, mensen niet.