SP

Verkiezingsprogramma

De SP heeft een kort verkiezingsprogramma, waarin het stelt: “Ons land levert geen wapens (of onderdelen daarvan) meer aan landen waar de mensenrechten worden geschonden en stopt met de doorvoer van deze wapens”, en pleit voor een stop op overheidssteun aan de wapenindustrie. De partij wil ook geen nieuwe onderzeeboten en geen uitbreiding van de F35-vloot.

In de Kamer

De SP was in het parlement veruit de meest actieve en uitgesproken fractie tegen wapenhandel. Ook in debatten over Defensie en over buitenlands beleid kaartte de partij vaak rol en belangen van de wapenindustrie aan. Kamerlid Karabulut zei: “Wij laten ons in allerlei agressieve oorlogen in het hoogste geweldsspectrum leiden, wij doen mee aan de bewapening en aan de wapenwedloop en wij creëren nieuwe vijanden om de hele wapenindustrie in stand te houden.”

De SP liep voorop in het pleiten voor een strenger wapenexportbeleid. Zo kwam ze met voorstellen voor het invoeren van nieuwe criteria ten aanzien van corruptie en democratisch bestuur, en voor een verplichting om bij vergunningenaanvragen voor de uitvoer van wapenonderdelen altijd de eindgebruikers te vermelden. Nu laat de regering de controle op waar de in een ander land met onder meer Nederlandse onderdelen samengestelde wapens heengaan vaak volledig aan dat andere land, vooral in het geval van de VS. Een motie van de SP werd verworpen met enkel steun van GroenLinks, PvdA, DENK en de Partij voor de Dieren.

De partij drong onder meer met verschillende moties aan op het stoppen van wapenleveranties aan Saoedi-Arabië, Turkije en Egypte. De SP diende ook moties in tegen het aanschaffen van ‘smart vests’ voor Nederlandse militairen bij het Israëlische wapenbedrijf Elbit en voor een verbod op het financieren van grensbewaking uit ontwikkelingssamenwerkingsgeld. Beide moties kregen geen steun van een Kamermeerderheid.

De SP kaartte via Kamervragen en in debatten ook wapenexporten naar India, Pakistan, Indonesië, de Filippijnen, Jordanië, Qatar en Soedan aan. Tot ergernis van de regering stelde de fractie in dit kader te “constateren dat de belangen van met name de grote Nederlandse wapenproducerende bedrijven bovenaan staan bij de redeneringen die leiden tot afgifte van een vergunning. De politieke of humanitaire situatie in bedoelde landen wordt naar de behoefte van het exporterende bedrijf geredeneerd zodat een vergunning kan worden verleend.”

De partij was een van de weinige tegenstanders van de oprichting van het Defensiematerieelfonds, dat Karabulut een “cadeau van de twee coalitiepartijen D66 en ChristenUnie aan de grootste vrienden van de wapenlobby, VVD en CDA” noemde. De SP keerde zich ook tegen grote nieuwe wapenaankopen en tegen pogingen om hierbij de Nederlandse industrie te bevoordelen. Het was daarnaast de enige fractie in de Kamer die zich expliciet uitsprak tegen de oprichting van het Europees Defensiefonds.

Terug naar ‘Wapenhandel en de verkiezingen’