t Kan Anders mei 2007. Over Canadese tanks, onderdelen voor Ethiopie en de Indiaas-Pakistaanse vredesbeweging
De Canadese overheid besluit in april 2007 om in Nederland 100 nieuwe Leopard tanks te kopen. Daarnaast zullen er in Duitsland 20 worden gehuurd middels een lease contract. Nederlandse instructeurs gaan de opleiding in het gebruik verzorgen.
Canada moet voor het hele pakket 650 miljoen euro betalen. Daarvan zal een belangrijk deel naar Nederland vloeien. Wie precies hoeveel krijgt is niet bekend. In het verleden ging een gering deel naar Financiën en de rest naar het ministerie van Defensie. Vermoedelijk haalt Defensie door deze verkoop om en nabij een half miljard euro binnen. Voor de onderlinge relaties tussen Financiën en Defensie kan deze meevaller waarschijnlijk geen kwaad.
De Canadezen zeggen dat ze Leopard tanks nodig hebben in het Zuiden van Afghanistan, waar ze als onderdeel van ISAF zitten. Gordon O’Connor, de Canadese minister van Defensie, zegt: “Het uitrusten van de Canadese soldaten met de best beschermende middelen is mijn grootste prioriteit.
Door het aanschaffen van zwaarder gepantserde tanks zullen onze soldaten de beste bescherming hebben die we hen kunnen bieden.” Op dit moment zet Canada dit wapen al in, maar de Canadese Leopards zijn niet uitgerust voor optreden in de hitte. De vervangende tanks wel.
Nadat 45 Canadese manschappen gesneuveld zijn, wordt de inzet van zware militaire middelen blijkbaar als oplossing hiervan gezien en/of als geruststelling aan het thuis publiek. De inzet van Leopards tijdens een militaire opbouwmissie toont wederom aan dat de nadruk meer op het militaire aspect dan opbouw ligt.
Het rapport ‘Fiancing missery with public money’ van de ENAAT Research Group gaat over het gebruik van exportkredieten om wapenexporten te stimuleren. Wendela de Vries van de Campagne tegen Wapenhandel stelt: “Het is schokkend dat overheidsgeld wordt gebuikt om wapenexporten mogelijk te maken. We weten allemaal dat wapenaankopen ten koste gaan van andere uitgaven door overheden en leiden tot verhoging van de schuldenlast van landen in het Zuiden. Bovendien worden met wapens mensenrechtenschendingen begaan en wordt de veiligheid er vaak niet mee vergroot. Dit beleid is dus volstrekt onwenselijk.”
“Financing missery …” kan vanaf half mei op de website van de Campagne tegen Wapenhandel gevonden worden.Schrijver John Le Carré had het kunnen bedenken. In januari vaart een schip met tankonderdelen van Noord-Korea naar Ethiopië. Ethiopië is op dat moment aan het optreden in Somalië tegen de islamitische milities. De oorlog tegen het terrorisme vroeg erom. Het Ethiopische optreden had daarom ook de politieke, diplomatieke en militaire steun van de Verenigde Staten. De VS is op de hoogte van het transport, maar besluit er geen kwestie van te maken. Jarenlang wordt hoog van de toren geblazen en geen negatieve kwalificatie van de Noordkoreaanse garnizoensstaat geschuwd (‘schurkenstaat’ en ‘rijk van het kwaad’ bijvoorbeeld), maar als er machtspolitieke redenen voor zijn dan verdwijnt deze retoriek als kool in de kim-chi. Op hetzelfde moment werd bekend dat Nederland hetzelfde soort onderdelen – voor exact hetzelfde type tanks (T-55) – in 2003 via Rotterdam naar Eritrea liet glippen. Ethiopië staat op gespannen voet met buurland Eritrea. Het trieste resultaat van dit alles is dat de veiligheidssituatie in Somalië door deze machtspolitiek alleen maar verslechterd.
Bron: ‘North Koreans arm Ethiopians as U.S. assents, New York Times 08/01/07De Indiase en Pakistaanse vredesbewegingen zijn woedend op de Westerse landen. Terwijl de vredesonderhandelingen gaande zijn gaan de wapenleveranties gewoon door. Dat is dweilen met de kraan open. Ze zijn ook boos, omdat de helft van ’s werelds armen in Zuid-Azië leeft en dat grote sommen geld niet aan bijvoorbeeld betere distributie van voedsel wordt besteed, maar aan militairen. En omdat de president van Pakistan een militair is die via een coup aan de macht kwam en bij de komende verkiezingen de enige kandidaat is, maar evenzogoed wel wapens krijgt.
In april kwamen vredesgroepen in New Dehli bijeen, ze verklaarden:“Zuidaziatische landen moeten de bewapeningsuitgaven beperken en meer bijdragen aan de levensomstandigheden, gezondheidszorg en het onderwijs van vrouwen en kinderen. Dit om armoede te bestijden in een van ’s wereld armste regio’s. De oproep kwam van 200 organisaties – die vrouwen, inheemse volken, vakbonden en vluchtelingen vertegenwoordigen.”