Joop.nl 15 november 2019 – Het Nederlands en Europees veiligheidsdiscours en -beleid is gekaapt door militaire experts en vertegenwoordigers van de wapenindustrie, schrijven Benjamin Baars en Wendela de Vries.
De laatste jaren is er sprake van ‘securitisering’ op meerdere terreinen. Complexe vraagstukken als migratie, klimaat en terrorisme worden, mede onder invloed van lobbyisten van militaire bedrijven, teruggebracht tot problemen die met wapens en veiligheidstechnologie kunnen worden opgelost. Er wordt voorbij gegaan aan dieperliggende sociale, economische of politieke oorzaken. Als we de grote uitdagingen van onze tijd, klimaatverandering, migratie, de toenemende (internationale) ongelijkheid en de erosie van democratie en rechtstaat effectief willen aanpakken, dan zullen we moeten nadenken over het huidige veiligheidsdiscours.
De wapenindustrie, of defensie- en veiligheidsindustrie zoals ze zichzelf liever noemt, is één van de aanjagers van het veiligheidsnarratief. Vertegenwoordigers van deze industrie hebben een grote invloed op het Europees en Nederlands beleid. Denktanks en discussiefora met beleidsmakers, militairen, wapenindustrie en veiligheidsexperts stellen een ‘(veiligheids)probleem’ vast, presenteren de ‘(militaire) oplossing’ en bepalen welke (militaire) goederen daarvoor moeten worden aangeschaft. Er wordt echter niets opgelost. Het gaat om symptoombestrijding, niet om het aanpakken van oorzaken. Intussen wordt budget weggetrokken bij beleid dat wel aan oplossingen kan bijdragen.
Veiligheidsbeleid als Haarlemmerolie
Werd de migratietragedie enkele jaren terug nog vooral als een humanitair probleem gezien, tegenwoordig wordt het neergezet als een veiligheidsprobleem. Vluchtelingen worden gepresenteerd als gevaar. De EU heeft zelfs een Commissaris aangesteld ‘ter bescherming van de Europese manier van leven’, dat is de commissaris die over migratie gaat. Door een dreigingsbeeld te creëren, wordt het militariseren van grenzen een logische oplossing. De budgetten hiervoor groeien explosief. Adviseurs uit de militaire industrie bepalen mede het beleid voor grensbewaking en hun bedrijven profiteren volop.
Ook klimaatverandering blijkt een veiligheidsprobleem. Het drama dat mensen hun leefgebied moeten verlaten wegens verdroging of overstroming, en de instabiliteit die dat meebrengt, wordt gedefinieerd als veiligheidsrisico voor Europa. De wapenindustrie wil de drones wel leveren om migratiestromen en erosie in kaart te brengen. De krijgsmacht moet klimaatmigranten gaan tegenhouden en ingrijpen bij ‘klimaatconflicten’. En passant wordt genegeerd dat militaire inzet enorm bijdraagt aan CO2-uitstoot en dus het probleem verergert.
Zelfs ontwikkelingssamenwerking kan ‘gesecuritiseerd’ worden. Een deel van het Nederlandse ontwikkelingsbudget wordt uitgegeven aan de opbouw van krijgsmachten en security-instellingen in ontwikkelingslanden, zoals de G5 Sahel-troepenmacht van Burkina Faso, Mali, Mauritanië, Niger en Tsjaad, landen in de onderste regionen van de Human Development Index. Het verhaal is dat veiligheid aan ontwikkeling vooraf gaat. Dit is een gevaarlijke redenering, omdat militarisering van landen ontwikkeling juist vaak ondermijnt en autoritaire regimes versterkt.
Weinig kritische kijk op veiligheid
Het Nederlands en Europees veiligheidsdiscours en -beleid is gekaapt door militaire experts en vertegenwoordigers van de wapenindustrie. In Nederland zelfs zo sterk, dat wat overal ter wereld het ‘militair-industrieel complex’ wordt genoemd, de samenwerking tussen krijgsmacht, wetenschap en wapenindustrie, bij ons de ‘Gouden Driehoek’ wordt genoemd. Politici doen gretig mee. Angst mobiliseert, ze kunnen mooie sier maken met daadkrachtig optreden en er hoeven geen lastige politieke analyses te worden gemaakt over oorzaken van ongelijkheid, klimaatverandering, terrorisme en conflict. Analyses die ook niet passen in een lekkere soundbite of een tweet, waardoor ook in de steeds vluchtiger wordende media zelden een alternatief geluid te horen is.
Het huidige veiligheidsnarratief beperkt kritische reflectie. Dat bleek weer eens toen de deksel van de doofpot ging over 70 doden bij een Nederlandse F-16 aanval in 2015 in Irak. Veel publieke verontwaardiging betrof niet zozeer die doofpot, als wel het feit dat de aanval alsnog ter discussie werd gesteld. Als het gaat over veiligheid is elk handelen blijkbaar boven kritiek verheven. Terwijl democratische verantwoording over militair optreden noodzakelijk is.
Hoe groter onze obsessie voor veiligheid wordt, hoe meer we ons vervreemden van ‘de ander’ en we de werkelijkheid uit het oog verliezen. Gunstig voor degenen die het goed hebben, minder fijn voor de slachtoffers van het huidige systeem. Wie bepaalt eigenlijk ons idee van veiligheid? Welke woorden domineren het discours en hoe sturen die ons denken? Welke belangen spelen bij het veiligheidsbeleid? Veiligheid voor wie? Het wordt tijd dat dit debat gepolitiseerd wordt en er alternatieven voor het huidige beleid worden besproken.
Benjamin Baars en Wendela de Vries
Met een serie podcasts en meetups probeert de organisatie Stop Wapenhandel de discussie aan te wakkeren. De podcast is te beluisteren via Soundcloud, Apple Podcasts, en Spotify. Wil je meepraten en denken kom dan een van de meet ups. Meer informatie over de meet ups vind je hier.