Wapenexport voor de rechter

Vredes Magazine voorjaar 2017 – In verschillende Europese landen proberen vredesgroepen wapenhandel voor de rechter aan te vechten. In Groot-Brittannië heeft de Campaign Against Arms Trade (CAAT) een zaak aangespannen tegen de regering in verband met wapenexport naar Saoedi-Arabië. In Italie is de export van bommen en munitie, gemaakt in een vestiging van het Duitse Rheinmetall op Sicilie, voor de rechter gebracht. Interessant is dat de Italiaanse regering vind dat Duitsland verantwoordelijk is voor de bommen terwijl Duitsland juist naar Italië verwijst. Gelukkig is de Italiaanse rechter bereid gebleken de zaak op te pakken. In Frankrijk is een zaak aangespannen namens een Palestijnse familie die in 2014 drie kleine kinderen verloor toen het Israëlische leger een raket afvuurde op hun huis. De raket was geleverd door een Frans bedrijf.

In Nederland is het Public Interest Litigation Project (PILP), een project van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM), samen met Stop Wapenhandel en Pax een procedure begonnen tegen de verstrekking van een wapenexportvergunning door de Nederlandse regering. Het betreft export van militair materieel naar Egypte ter waarde van meer dan 34 miljoen euro. Voor elke wapenexport moet door de overheid een vergunning worden afgegeven. De EU richtlijnen wapenexport en ook het VN wapenexportverdrag spelen hierbij een rol. De procedure zou in theorie rekening moeten houden met conflictsituaties en mensenrechtenschendingen, maar het is de vraag of dat in de praktijk altijd gebeurt. Volgens PILP-NJCM, Pax en Stop Wapenhandel had de vergunning naar Egypte niet verleend mogen worden: de regering heeft niet of onvoldoende naar de mensenrechten gekeken en de vergunning gaat voorbij aan de betrokkenheid van Egypte bij de oorlog in Jemen.

Daarom hebben de drie organisaties tegen de vergunningverstrekking bezwaar ingediend bij de regering. Wapenbedrijven kunnen bezwaar maken als hun een vergunning is geweigerd, dus waarom zouden vredes- en mensenrechtengroepen geen bezwaar maken als een vergunning wordt toegekend? Ook is een verzoek tot intrekking van de exportvergunning gedaan. De regering heeft op 1 juni 2016 het bezwaar en het verzoek tot intrekking behandeld en de drie organisaties niet ontvankelijk verklaard.

De organisaties zijn daarop een procedure begonnen bij de bestuursrechter en hebben tevens om een voorlopige voorziening gevraagd om de vergunning te schorsen en zo de levering van de wapens te bevriezen totdat er een besluit genomen is over de gang van zaken.

De bestuursrechter heeft nu echter besloten dat de belangenorganisaties een vergunning inderdaad niet mogen aanvechten, omdat zij volgens de Douanewet van de EU niet ‘rechtstreeks en individueel geraakt worden’ door de levering. In een eerdere, civiele procedure zijn Pax en Stop Wapenhandel juist naar de bestuursrechter doorverwezen. Maar volgens de rechtbank heeft de regering bij de invoering van de EU Douanewet in 2014 de Nederlandse wet buiten werking gesteld. Waar voorheen belangenorganisaties wel toegang tot het recht hadden, kunnen nu alleen wapenbedrijven zelf een vergunning aanvechten.

PILP-NJCM, PAX en Stop Wapenhandel zijn het daar niet mee eens. De organisaties vinden dat het mogelijk moet zijn om een juridische discussie aan te gaan wanneer de Nederlandse staat besluit dat wapens geleverd mogen worden en de mensenrechten in het geding zijn. Zij vinden dat zij wel degelijk als belanghebbenden dienen te worden aangemerkt. Daarom is hoger beroep aangetekend. Het hoger beroep dient voor het Hof op 2 december.

Bron: PILP-NJCM