Miljoenensteun voor militaire vliegtuigbouw
Uit: VD AMOK, nr. 3, 1998
Hoewel officieel nog geen beslissing is genomen over de opvolger van de F-16, heeft de regering alvast 150 miljoen gulden beschikbaar gesteld voor de Nederlandse industrie om te kunnen participeren in onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten voor de Amerikaanse Joint Strike Fighter (JSF). Aan de JSF hangt een prijskaartje van naar schatting 30 miljoen gulden per stuk. Een hele reeks bedrijven (met Fokker Aviation, Fokker Space, TNO, het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium, Urenco Aerospace, Philips, Signaal en Delft Instruments voorop) heeft eerder al serieuze belangstelling getoond voor deelname aan het nieuwe gevechtsvliegtuig. Niet verwonderlijk, want los van de overheidssubsidie verwacht de industrie uiteindelijk ongeveer 3000 van deze vliegtuigen te kunnen verkopen.
De financiële injectie voor de JSF komt bovenop een eerdere investering van Economische Zaken van 320 miljoen gulden in het Nederlandse aandeel bij de bouw van het nieuwe A3XX passagiersvliegtuig van Airbus. Deze in totaal bijna half miljard gulden steun is volgens minister Wijers van groot belang om “mee te doen aan hoogwaardige projecten teneinde de industriële basis te versterken en uit te breiden.” “We praten dan al snel over vijfduizend banen in de Nederlandse luchtvaartindustrie,” aldus de minister.
Airbus moet als tegenhanger van Amerikaanse giganten als Lockheed Martin en Boeing een Europese vliegtuigindustrie levensvatbaar houden. Vooral Fokker Aviation en de door oud-Fokker-ingenieurs opgerichte ontwerpbureaus Airframe Engineering en Adse (Aircraft Development & Systems Engineering) krijgen momenteel orders van Airbus.
Naast civiele vliegtuigen (zoals de A3XX) produceert Airbus ook militaire vliegtuigen. De Future Large Aircraft, een vliegtuig voor het transport van legermaterieel is het meest ambitieuze programma op dit gebied. Om rendabeler te kunnen werken wil Airbus op termijn beide poten tot een geheel maken. Het ligt voor de hand dat Fokker via deelname aan de A3XX ook toegang tot militaire projecten zal krijgen.
Er is echter ook kritiek op deelname aan dergelijke internationale projecten. In een pas verschenen rapport over de Nederlandse deelname aan het F-16 project, wijst de Algemene Rekenkamer op het ontbreken van inspraak bij de verkoop aan zogenoemde derde landen. Hierover beslist namelijk het land waar de hoofdaannemer is gevestigd. Zo vliegen de luchtmachten van onder andere Turkije, Indonesië, Pakistan en Taiwan met F-16’s die voor een groot deel voorzien zijn van componenten van Nederlandse makelij. Waar directe wapenleveranties aan deze landen bepaald omstreden zijn, kan dat langs deze weg dus ongehinderd wel.
Bronnen:
o.a. Algemene Rekenkamer, ‘Lessons Learned’; AMI, maart 1998; Defensiekrant, 7 mei 1998.
JSF artikelen Campagne tegen Wapenhandel JSF kamer en regeringsstukken JSF artikelen (internationale, militaire) pers Links |