Kort na de Russische inval in Oekraïne kondigde de Duitse regering aan €100 miljard extra in de krijgsmacht te steken, vooral voor wapenaankopen. Ook andere NAVO-lidstaten verhogen hun militaire budgetten. In Nederland nam het parlement een motie aan voor meer geld naar de krijgsmacht. Alleen de SP, Partij voor de Dieren, DENK en BIJ1 stemden tegen.
In het regeerakkoord was al een forse stijging van het defensiebudget afgesproken van 3 miljard euro. Volgens planning zouden de uitgaven in tien jaar tijd meer dan verdubbelen. Daar komt nu – ten gevolge van de Oekraïne oorlog en de aangenomen motie – waarschijnlijk nog zo’n 2 miljard euro bij. Tegelijkertijd blijven er tekorten bestaan in sectoren als zorg en onderwijs.
Het beeld in Nederland is dat de krijgsmacht veel geld tekort komt, maar de militaire uitgaven zijn vooral sinds 2015 snel gestegen. Mede door een stevige lobby van de wapenindustrie. Nederland heeft veel dure wapens gekocht, zoals het F-35 gevechtsvliegtuig (Joint Strike Fighter), en wil de komende jaren nog voor tientallen miljarden euro’s nieuwe wapens aanschaffen.
Daarmee is de wapenindustrie de grote winnaar van de oorlog in Oekraïne. De beurskoersen van militaire bedrijven vlogen omhoog na de aankondiging van hogere militaire uitgaven.
Er is een niet-bindende afspraak tussen NAVO-landen om 2% van hun Bruto Binnenlands Product (BBP) aan militaire uitgaven te besteden. Daarvan moet minstens 20% naar wapenaankopen. Tot nu toe zitten de Europese landen – ook Nederland – op gemiddeld ongeveer 1,8%. Die 2%-norm is nergens op gebaseerd. Veiligheidsuitgaven moeten gebaseerd worden op veiligheidsbehoeften, niet op economische ontwikkelingen. En op een analyse van wat werkelijk veiligheid brengt, niet op de aanname dat krijgsmachten de beste veiligheidsgarantie zijn.
Wij willen dat investeringen in veiligheid niet gaan naar militaire middelen. Maar naar diplomatie, conflictpreventie en geweldloze conflictoplossing. Investeren in vrede is iets anders dan investeren in wapens.
Lees verder: Europese militaire samenwerking